28 het congres der Fédération archéologique zijne met zorg en liefde ver zamelde schatten liet kijken en hun waardig kader, het 14e eeuwsche Schepenhuis. H. was weliswaar nog een archivaris uit de oude school, maar heeft ontegenzeggelijk verdiensten gehad door met ijver alles, wat aan Mechelen's oudheid en historie herinnerde, te bewaren en te ordenen. Behalve ge schiedkundige onderzoekingen over plaatselijke vraagpunten, laat hij na: Inventaire des archives de la ville de Malines (met P. J. van Doren). Mechelen, 18591895, 8 deelen in 8°, en een: Inventaire des lettres missives, Mechelen 1885". Een geschikte archiefbewaarplaats? Het archief van het departement van Buitenlandsche Zaken, voor eenigen tijd overgebracht naar het voormalige Amsterdamsche huis aan het Plein te 's-Gravenhage, wordt geborgen in het sous-terrain, in welk ondergedeelte zich ook bevindt de stookplaats voor de verwarmingstoestellen, die in alle vertrekken aan wezig zijn. N. R. C., 4 Juli 1912. Kerkelijke archieven. In de vierde zitting van de Algemeene Synode der Nederl. Hervormde kerk, 20 Juli 1912, werden o. a. de vol gende besluiten genomen Aan de Alg. Syn. Commissie wordt opgedragen, weer een archivaris aan te stellen en daartoe wordt een crediet van 1500 ten behoeve van de kerkelijke archieven beschikbaar gesteld. De Synode vereenigt zich van ganscher harte met den dank, dien de Alg. Syn. Commissie brengt aan dr. G. A. Hulsebos voor al zijn arbeid. Werd ten vorigen jare besloten de verslagen van den archivaris te herdrukken (van de jaren 1904 1910), op' advies van hem zeiven komt de Synode op dat besluit terug, zoodat niet tot herdruk zal worden over gegaan. Op voorstel van den heer Steenbeek zal aan den archivaris worden medegedeeld, in welke gemeenten, blijkens de verslagen der persoonlijke kerkvisitatie, de archieven niet in behoorlijken toestand zijn. Kennis wordt genomen van de circulaire, door de Alg. Synodale Commissie gezonden aan de Cl. Besturen ter mededeeling, welke stukken, als voor de toekomst waardeloos te achten, uit de kerkelijke archieven kunnen worden verwijderd. Evenzoo van de circulaire betreffende het kaartenstelsel. Over de toepassing van dat stelsel zal later bij de behan deling van de consideratiën over de nieuwe wetsvoorstellen worden gerap porteerd. 29 In de elfde zitting op 29 Juli gaf de hoogleeraar Mallinckrodt een overzicht van het verslag van dr. G. A. Hulsebos in zake de kerkelijke archieven. De archivaris is hoofdzakelijk werkzaam geweest in de classis van Amsterdam. Hij heeft getracht alle plaatsen van die classis te be zoeken. Hij geeft een verslag van den toestand en den inhoud van het archief van Blaricum en van Laren, van Muiden en Huizen, Kortenhoef en Nederhorst den Berg, Sloterdijk en Uithoorn, Aalsmeer. Ook bezocht de archivaris Hoevelaken, Doorn en Leusden. Het archief van Vlissingen, door den kerkbrand bedreigd, is zoo goed als volledig gered. Zeer wordt geprezen de brandvrije bewaarplaats voor de kerkelijke archieven in het nieuwe gebouw van den kerkeraad te Rotterdam. Ook te Amsterdam is men doende aan de kerkelijke archieven een brandvrije bewaarplaats te verschaffen in de Nieuwezijds-kapel. Aan het verslag is toegevoegd eene beschrijving van de stukken, ingekomen bij de Classis van Alkmaar, van 16001637. In de zitting van 1 Aug. bood Dr. G. A. Hulsebos een merkwaardig stuk aan, door den Rijksarchivaris in Utrecht, Mr. S. Muller Fz., daartoe gemachtigd door den Minister van binnenl. zaken, afgestaan voor het archief der Synode. Het bedoelde stuk is een brief, door de Synode van Overijssel in 1596 geschreven aan die van Utrecht, over het benoemen van een commissie voor de bijbelvertaling van Marnix van St. Aldegonde. Het stuk is afkomstig uit de bibliotheek van den hoogleeraar J. Heringa. Met dankbaarheid wordt dit geschenk ontvangen. De archivaris wijst er op, dat het gewenscht is, omgekeerd zoodanige stukken in de kerkelijke archieven, welke in een Rijksarchief thuis behooren, daarvoor af te staan. Archieven in Kaapstad en in de tropen. Uit het belang rijke verslag van het onderzoek naar de monumenten van Nederlandschen oorsprong of onder Nederlandschen invloed ontstaan in de vroegere nederzettingen buiten Europa, uitgebracht door den Leidschen archivaris, Mr. Dr. J. C. Overvoorde, lichten wij over de door hem bezochte archieven het volgende „De regeling van het beheer van het belangrijk oud-archief in Kaap stad kan nog niet geacht worden aan alle eischen te voldoen. Vergeten wij echter niet, dat de nieuwe regeling na de Unie aan de regeering zoovele eischen stelde, dat het onbillijk zoude zijn haar te verwijten, dat niet alles op eenmaal tot eene ideale oplossing geraakt. Ik had het genoegen op verzoek van eenige belangstellenden aan de regeering der Unie eene nota over de inrichting van het archiefwezen te zenden, waar voor ik den dank der regeering mocht ontvangen.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1912 | | pagina 20