8 bestelling naar den drukker is gezonden aan zijne pen eene zinsnede heeft doen ontsnappen, die met zijne gewone hoffelijkheid in strijd is. Ook overigens meen ik van dien haast de sporen in mr. Mullers opstel te bemerken. Ik wil het althans liefst aan die omstandigheid toeschrijven, dat mr. Muller beweert in mijn artikel gelezen te hebben, dat ik indertijd de benoeming te Amsterdam heb aangenomen, omdat het daar aangenamer wonen is dan te Middelburg. De heer Muller leze het door mij geschrevene nog eens a tête reposée na, dan zal hij wel bespeuren, dat hij slechts eene caricatuur er van heeft weergegeven, wat toch zeker zijne bedoeling niet was. En hoe anders als door dien haastigen spoed bij een man als mr. Muller de volgende redeneering te verklaren? Nadat ik had geschreven, dat ik niet van Middelburg naar Amsterdam was gegaan, omdat mijn werk als archivaris mij tegenstond, maar om andere redenen, en nadat mr. Muller daaraan had toegevoegd, dat wat voor den archivaris in Zeeland waar is, ook geldt voor zijne ambtgenooten in andere afgelegene provincies, zoodat een algemeene uittocht te vreezen staat, geeft hij als remedie aanin het werk der archivarissen (dat blijkens het boven staande niet de oorzaak van den uittocht zou zijn) verandering te brengen. Had de heer Muller zich meer tijd gegund, hij zou eene zoo onlogische conclusie zeker niet getrokken hebben. Met mijn dank voor de plaatsing Uw dw. dnr. R. FRUIN. Uit de Bossche Courant. In het nummer van Maandag 29 Juli j.l. (no. 175) van de Provinciale Noordbrabantsche en 's-Hertogenbossche Courant werd het navolgend bericht opgenomen „Minister Heemskerk heeft het beheer over het Rijksarchief in Noord- Brabant met ingang van Augustus tijdelijk opgedragen aan den rijksarchi varis te Utrecht, met de bevoegdheid dit beheer onder zijn verantwoor delijkheid toe te vertrouwen aan een zijner ambtenaren". Dit bericht, naar alle waarschijnlijkheid afkomstig van het Correspontie- bureau (het stond met bijna dezelfde woorden in verschillende andere nieuwsbladen), gaf aanleiding tot de inzending van een stuk, opgenomen in het nummer van Dinsdag 30 Juli (no. 176) van den navolgenden inhoud: „M. de RedacteurHet heeft mij zeer verwonderd, dat hetgeen door Z. Exc. den Minister van Binnenl. Zaken als „K a b i n e t" behandeld is geworden, terstond daarna reeds „publiek domein" wordt. 9 Op die wijze wordt gespot met dienstgeheim. Bovendien is het bericht, zooals het in de couranten staat, wat betreft „de waarneming van het archief door Mr. Muller of een zijner ambtenare n", beslist onjuist. De waarnemende Rijksarchivaris in Noord-Brabant: Dr. C. F. XAV. SMITS. 's-Hertogenbosch, 29 Juli 1912." Daarop verscheen in het nummer van Zaterdag 3 Augustus 1.1. (no. 180) het volgende antwoord: „Mijnheer de Redacteur, Met verbazing heb ik kennis genomen van een ingezonden stukje van Dr. C. F. Xav. Smits in uwe courant van 30 Juli 1.1. Immers het door den schrijver als „beslist onjuist" gequalificeerde bericht, is beslist juist. Mij is door den Minister opgedragen het tijdelijke beheer van het rijksarchief in Noord-Brabant, met de bevoegd heid om dit beheer onder mijne verantwoordelijkheid over te dragen aan een mijner ambtenarenals zoodanig heb ik aangewezen Jhr. Mr. B. M. de Jonge van Ellemeet. Dr. Smits was in het bezit van het kabinetsschrijven, waaruit dit bleek. Met de meeste hoogachting Uw WelEd. Geb. dienstv. S. MULLER Fz. 's-Hertogenbosch, 2 Augustus 1912". Tevens bevatte hetzelfde nummer eene advertentie, waarin de Rijks archivaris in Utrecht, door Z. Exc. den Minister van Binnenl. Zaken bij Kabinetsschrijven van 19 Juli 1912 tijdelijk belast met het beheer van het Rijksarchief in Noord-Brabant, verzocht schuldvorderingen ten laste van het Rijksarchief in te leveren in het Rijksarchiefgebouw aan Jhr. Mr. B. M. de Jonge van Ellemeet, volgens 's Ministers machtiging door hem onder zijne verantwoordelijkheid belast met het beheer van het archief. Een „platte leugen"? In het nummer van 26 Juli 1.1. der Provinciale Noordbrabantsche en 's-Hertogenbossche courant (no. 173) werd opgenomen het navolgend ingezonden stuk Geachte Redactie, In de laatste aflevering van het Nederlandsch Archievenblad, 20e jaargang, 4e afl., blz. 242, staat de v.v. nota, die in strijd is met de waarheid.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1912 | | pagina 10