daarvoor beslag te leggen op de beambten. Wat gedaan is, heeft de
directeur in zijn vrije uren tot stand gebracht. Alle akten van het zoo
genaamde Museo diplomatico zijn in regest gebracht en, wat de brieven
der Visconti betreft, is het werk flink opgeschoten. Van de pauselijke
bullen zijn de regesten tot 1253 gereed.
Voor de herstellingen van beschadigde stukken werd het systeem-
Marè toegepast.
Onder de aanwinsten van de bibliotheek komt voor het Album Paleo-
graphicum van Dr. S. Q. de Vries.
Aan het archief is verbonden een paleographische school. De le archi
varis, Guido Colombo, werd als leeraar vervangen door Giovanni Vittani,
die hem vroeger reeds had geassisteerd. De heer Vittani opende den
cursus 19091910 met een rede over „De paleographie en de reproductie
methoden" en den cursus 19101911 met een verhandeling over „De
archieven en de plaats, die zij in het leven innemen". Van beide voor
drachten is een verslag in het jaarboek te vinden.
Verscheiden bijlagen zijn aan het overzicht toegevoegd, waaronder
vooral van belang is het rapport, aan den directeur uitgebracht door den
onder-archivaris Dr. Cesare Manaresi, betreffende den toestand van de
oorkonden, afkomstig van de opgeheven geestelijke corporaties.
Uit alles blijkt, dat Dr. Pagliai op het congres der archivarissen en
bibliothecarissen te Brussel in 1910 niet ten onrechte de werkwijze aan het
archief te Milaan prees, nadat Dr. Wiersum geklaagd had, dat de eerbied
voor de herkomst der stukken nog niet algemeen werd in acht genomen.
La Biblioteca Comunale dell' Archiginnasio nell'
anno 1910. Relazione del Dott. A. Sorbelli, Bibliot ecario,
al signor Assessore per la Pubblica Istruzione. Bologna 1911.
Aan dit jaarverslag is het volgende ontleend.
De kaartcatalogus der handschriften is goed gevorderd. Van de
serie A (niet-Bologneesche hss.) zijn twee derde gedeelten geordend en
beschreven en van de serie B (Bologneesche) is het eerste duizendtal
onderhanden, dat vroeger voorloopig was overgeslagen, omdat deze hss.
grootendeels reeds bekend waren uit den geschreven catalogus en de
bibliographie van Frati. Met de volledige beschrijving van dit duizendtal
zal het geheele groote werk volbracht zijn.
Marco Minohetti had bij testament aan de bibliotheek vermaakt die
hss. uit zijn nalatenschap, die naar het oordeel van zijn echtgenoote en
zijn stiefzoon „van eenig belang konden zijn voor de studie en de ge
schiedenis van zijn tijd", tezamen met de autographen, die prof. Medici hem
had nagelaten. Mevrouw Laura Minohetti droeg in 1887 aan de gemeente
over, ten behoeve van de Biblioteca dell' Archiginnasio, 25 doozen met
hss. van politieken en financieelen aard en 12 doozen met de Medici-
autographen. Het belang van de verzameling steeg echter zeer, toen de
weduwe van den staatsman in 1910 al diens overige geschriften aan de
bibliotheek schonk. De geheele collectie werd systematisch gerangschikt in
180 doozen.
Van de verzameling-Santagata werden de meeste hss. in 1909 geordend.
De ordening en beschrijving der brieven zijn thans ook voltooid.
Van belang is het ook, dat in 1910 een gedetailleerde inhoudsopgave
is vervaardigd van de Patrologia van Migne.
De uitgave van het tijdschrift der bibliotheek, ,,L' Archiginnasio"
genaamd, werd geregeld voortgezet.
In de benedenlokalen van het Archiginnasio is sedert 1823 het
Medisch-chirurgisch Genootschap gevestigd. De talrijke tijdschriften, door
het genootschap door ruil en schenking verkregen, zijn thans in de biblio
theek geplaatst.
De volksbibliotheek heeft uitstekende resultaten gegeven. Het getal
ingeschrevenen was op 31 Dec. 1909 2190, in 1910 kwamen er 2332 bij.
Onder de aanwinsten komen eenige zeer zeldzame incunabelen voor n.l.
Aristoteles, De propositionibus universalibus. Bologna, 1488.
Fiore de Italia. Bologna, 1490.
G. Manfredi, Pronosticon anni 1476. Bologna, 147$.
D. M. Novarra, Pronosticon anni 1489. Bologna, 1488.
A. Poliziano, Cose volgari. Bologna 1494.
Vergilius, Opera. Parijs, 1500 en eenige handschriften, waaronder
een verzameling verhandelingen over procesrecht uit de 13e eeuw, in
twee deelen op perkament en afkomstig van de meest beroemde rechtsge
leerden van de Bologneesche school, zooals Odofredus, Uberto da Bobbio, -
Azo, Pillius, e.a.
Dott. Maurizio Mastrorilli, Considerazioni critiche
sul restauro degli antichi manoscritti. Napoli 1912.
Na een kort overzicht van eenige buitenlandsche herstellingswijzen van
handschriften, die op het congres van bibliothecarissen en archivarissen te
Brussel in 1910 ter sprake kwamen, (mej. SamuelsonKitt, d. i. een soort
gelatine; Schoengen: Neu-Zapon, Cellit; Gaillard Hunt: Crêpeline met een
meeldeeg, gesteriliseerd door aluin en arsenicum) volgt de bespreking van de
methoden, die in Italië in praktijk gebracht worden. De eerste is die van
den prefect van de Vaticaansche bibliotheek. P. Fr. Ehrle, die ook door
Marë te Turijn wordt toegepast. P. Ehrle gaf er een beschrijving van in
zijn studie: Delia conservazione e del restauro dei manoscritti antichi
In: Rivista delle Biblioteche e degli Archivii, Jan. 1898. Vgl. zijn beschrij
ving van de herstellingsmethoden in de Vaticana (vertaling van dr. M. Schoengen)
in Ned. Archievenblad 1910—1911, blz. 226 vlg.
252
253