246
1912 no. 1 is weer niets dan Franscheen (Fransch) charter over de
Weversklok te Komen, met bijschrift van H. de Sagher, een artikel over
den sterrekundigen missionaris Verbiest (1669), door H. Bosmans S. J. naar
aanleiding zijner brieven geschreven, een korte aanteekening van W. H.
J. Weale over den apokriefen schilder Joseph de Bromere, alias Pierre
Maroulus, en eindelijk enkele regels (ook in het Fransch) van baron Van
Zuylen van Nyevelt betreffende een Hollandsch kontrakt over den graf
steen van den Brugschen bisschop van Susteren 1745).
G. Desmarez. Ville de Bruxelles. Rapport concer-
nant le service des archives communale s. (Archives-
Bibliothèque-Musée communal). Bruxelles 1911.
De Brusselsche stadsarchivaris wil zooveel mogelijk elk jaar een ge-
detailleerden inventaris geven van een der verschillende deelen, waarin
zijn historische archieven te splitsen zijnhet eerst zullen de gilden aan
de beurt zijn en van de gilden weder de „teinturiers", de lakenververs.
Behalve het cinematografisch archief, dat met een zestal films vooruit
ging, heeft onze ambtgenoot een fotografisch archief aangelegd wij
zouden zeggen een fotografische prentverzameling terwijl een legaat-
Evenepoel een begin vormt voor eene aan te leggen verzameling econo
mische arehieven. Tot slot worden vermeld de geschenken voor de biblio
theek, de lotgevallen van het Museum en de geschiedkundig-typografische
verrichtingen van den verslaggever.
Le Bibliographe moderne. Courrier international des Ar
chives et des Bibliothèques, publié sous la direction de M. Henri Stein.
15e Année (1911). JanvierAvril. Paris. Auguste Picard.
De aflevering begint met een toespraak van wijlen Leopold Delisle over
een gemeenschappelijken catalogus der Parijsche bibliothekenhet belang
rijkste stuk op archivalisch gebied is dat van Clovis Brunel over de wijze
van inventariseeren der departementale archieven, die vastgelegd is in een
circulaire van 1841; alhoewel deze uitgaat van het herkomstbeginsel, is de
uitwerking daarmede dikwijls in strijdvooral het vaststellen van strenge
scheidingsjaren 1790 an VI111814, historisch misschien verklaarbaar,
heeft een gewrongen regeling gegeven, daar niet de oude verdeelingen
van het „ancien régime" ter zelfder tijd hebben opgehouden te bestaan
bovendien heeft men onder de letters AZ alle onderwerpen gerang
schikt, wat bij twijfelachtige stukken stukken, die onder meer dan één
hoofd zijn onder te brengen bezwaren oplevert, doordat zij nu eens
onder het eene, dan weer onder het andere hoofd moeten gevonden
worden en wat soms vermenging van stukken, aan onderscheiden admi-
Daar mogen de strenge doorvoerders van het tiendeelig (archief-)stelsel
wel eens om denken!
247
nistraties gericht, met zich brengt; dat ook de onderbrenging der stukken
onder één der letters van het alphabet wel eens willekeurig is, begrijpt
men. De bezwaren, die de heer Brunel tegen die onderbrenging heeft, zijn
echter alleen duidelijk voor hem, die de geheele circulaire kent.
Bibliothèque de l'Ecole des chartes. Revue d' Eru
dition, consacrée spécialement a l'Etude du Moyen-age. Tome LXXI1 3e
6e Livraisons. Mai Décembre 1911. Paris, Librairie Alphonse Picard
et fils. 1911.
Slechts de tweede der dubbele afleveringen levert stof voor bespreking
en opsomming J. Calmette behandelt er in een bourgondisch-napolitaansch
huwelijksvoorstel van 1474, aan de hand van enkele stukken, die in het
bezit der Bibliothèque Nationale zijn gekomenhet was dat tusschen Maria
van Bourgondië en prins Frederik, zoon van den koning van Napels. Verder
is er het begin in te vinden van een verhandeling van A. Dieudonné over
de Fransche koninklijke munt van 1365 (Karei V) tot 1425 (Karei VII),
terwijl eindelijk E. Frémv iets vertelt over de eerste pogingen tot centra
liseering der indirecte belastingen (15841614).
Mitteilungen der K. Preussischen Archivverwaltung.
Heft 19. Dr. Max BaR. Der Adel und der adlige Grundbesitz in Pol-
nisch-Preussen zur Zeit der Preussischen Besitzergreifung. Nach Auszügen
aus den Vasallenlisten und Grundbiichern. Leipzig 1911.
Na de verovering van Polen in 1775 is de Pruisische regeering
begonnen lijsten aan te leggen der grondbezitters enz. dat deze lijsten
een uitstekend materiaal voor genealogische onderzoekingen geven, spreekt
van zelf; dit is dan ook de reden, dat zij hier gedrukt voor ons liggen.
Deutsche Geschic htsblatter. Monatsschrift zur
Förderung der 1 a n d e s g e s c h i c h 11 i c h e n Forschung. XII.
Band, Heft 11 12, XIII Band, Heft 1—5. Gotha F. A. Perthes. 1911 1912.
Joseph Girgensohn bespreekt de literatuur van Lijflandtusschen
1890 en 1910 uitgekomen; Ernst Müsebeck geeft het slotstuk van zijne
beschouwingen over den Lotharingschen bufferstaat en daartusschenin
bepleit Kurt Seidel het belang der kloosterrekeningen als geschiedbron-
In de le aflevering komt een betoog voor van F. Günther over de
geschiedenis der geschiedkundige wetenschap in de 18e eeuw; de tweede
bevat een stuk van E. Mummenhoff over de oudste ommuring van Neu
renberg met een naschrift van Prof. S. Rietschel als vervolg op een
vroeger in dit tijdschrift geplaatst stuk; ook de derde brengt een vervolg
Zie de literatuurkroniek, in de 2e aflevering, blz. 154.