244
Jeruzalems-vrouwenklooster was een negental nog niet bekendvan de
overigen had Kluit, en na hem Van den Beroh, afschrift gegeveneen
tiende van Graaf Willem III uit 1305 voegt de heer Obreen aan die negen toe.
De Egmondsche registers van later dagteekening (1509—1526) zijn in het
Brusselsche rijksarchief te land gekomen. De opdrachten van vicarieën, er
in vermeld, worden hier met aanteekeningen uitgegeven, terwijl aan het
slot eenige „litterae tonsurales" voorkomenzij zijn alfabetisch gerang
schikt naar de namen der betrokkenen.
Fred. Oudschans Dentz. Geschiedkundige aanteeke
ningen over Suriname en Paramaribo (overgedrukt uit
„de West").
Na de voorloopige ordening van het Surinaamsche koloniaal archief
door Mr. A. Teltino, nu een twaalftal jaren geleden, vervolgde de schrijver
dezer aanteekeningen diens taak in 1907 zoo goed en zoo kwaad als het
ging; toch ziet hij zelf in, dat de hulp van een volslagen archivaris, die
de belangrijke papieren verder ordent en ze zooveel mogelijk redt, noodig
is. „Reeds hebben", zoo schrijft hij, „de tand des tijds, de ruwe behan
deling, de verwaarloozing, het vocht, de warmte en de insecten hun
„onuitwischbare sporen op deze eenige uit het verleden sprekende getuigen
gedrukt". Moge deze wanhoopskreet ook door de Regeering gehoord worden!
Het is hier niet de plaats, over de waarde der aanteekeningen te oor-
deelen; in elk geval verdient des schrijvers zorg voor het koloniale archief
waardeering.
Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen. Gent—
Den Haag. Jaargang IX, no. 3.
Naar aanleiding van de stukken, door onzen collega H. D. J. van
Schevichaven uitgegeven in de „Bijdragen en Mededeelingen der Veree-
niging Gelre" (1909), bespreekt Mr. J. W. Enschedé de uitgave van
Pontanus' Historiae Gelricae in 1639vooral de snelheid
van drukken verbaast hem. Paul Bergmans geeft de afbeelding van een
medicus, zooals die op diens ex-libris voorkomt, terwijl Dr. C. P. Burger Jr.
het boek van W. P. van Stockum Jr. over de Hollandsche boekverkoopers
enz. waard acht om er een hoofdartikel over te schrijven. Ten slotte
schrijft J. Fvan den Branden aan de hand van een paar leerling-kon-
trakten een verhandeling over het zich bekwamen van Noord-Nederlandsche
boekdrukkers en boekverkoopers te Antwerpen in den loop der zestiende eeuw.
Regels voor den Alphabetischen catalogus; uit
gave van de centrale vereeniging voor openbare leeszalen en bibliotheken.
Het is een goed werk der bovengenoemde vereeniging geweest, deze
245
regels uit te geven; zou het echter niet wenschelijk zijn ze voor iedereen,
dus in den boekhandel, beschikbaar te stellen Niet iedereen, die catalogi
maakt, is lid van bovengenoemde vereeniging.
Een enkele opmerking; in 23 is sprake van een substantief
in den nominativus; nu meen ik, dat dat in gewoon Hollandsch
heet: „zelfstandig naamwoord in den eersten naamval", en vooral hier,
in een uitgave voor openbare leeszalen, waar de bibliothecaris misschien
iemand is, die geen vreemde talen kent, schijnt mij de Hollandsche be
naming verkieslijk.
Bulletin de 1'Association des Archivistes et Bi-
bliothécaires beiges; (6e année) 1912, no. 1.
Op de vergadering van bovengenoemde vereeniging sprak de heer
Hansay over de toezending van boekwerken aan de archiefdepóts; het
blijkt, dat in België de exemplaren, die de Staat bij ondersteuning van
uitgaven ontvangt, worden gezonden aan alle archieven, behalve aan die,
welke bij den inhoud het meeste belang hebben.
's Heeren Cuveliers behandeling van onze archiefkwestie, hier reeds
vermeld, eindigde met een motie van gelukwensch aan onze Vereeniging
van archivarissen, die met algemeene stemmen werd aangenomen. Slechts
de heer Brouwers onthield zich, van meening dat de zaak niet tot de
competentie der Belgische archivarissen behoorde, en ook, naar hij zeide,
omdat hij geen diplomatieke conflicten wou verwekken.
Annales de la Société d'Emulation de Bruges.
Revue trimestrielle pour l'étude de l'histoire et des antiquités de la Flandre.
Tome LXI, 3—4, Tome LXII, 1. Bruges 1911, 1912.
Het doet altijd genoegen deze Annalen te moeten besprekenhet
typische Vlaamsch tusschen de Fransche stukken geeft ons, Noord-Neder
landers, eens een anderen, vluggeren stijl te zien dan wij gewoon zijn en
het verheugt altijd te bemerken, dat de Vlaamsche artikelen niet tot de
minste der hier gegeven stukken behooren.
Een necrologium der abdij van Zonnebeke, uitgegeven door V. Pil,
een zeer lezenswaardig artikel van A. Legrand over de lotgevallen van
de grafzerken van den Yperschen bisschop Jansenius, en eindelijk een
„geschil in de abdij van Duinen in 1666" door R. de Schepper: deze
drie onderwerpen zijn voor den geschiedvorscher waarschijnlijk van meer
belang, dan wat er tijdens de komst van Napoleon in 1803 in West-
Vlaanderen is voorgevallen of hoe in het Kortrijksche gedurende de 18e
eeuw de bijenkuituur werd uitgeoefend, welke laatste stukken, respectievelijk
door J. Vernaux en C. van der Haute geschreven, het Fransche deel uit
maken der vereenigde laatste nummers van 1911.