212
21 Maart 1296. Giselbertus, prepositus van Oldenzaal. (Brom 2686
Giselbert overleed op 24 April volgens het necrologium van Oldenzaal.
(Archief aartsbisdom Utrecht, XV bl. 167.) Volgens het necrologium van
St. Marie sterft dominus Giselbertus prepositus Aldenselensis op 26 April.
PHILIPS VAN ALMELO.
Op 29 December 1296 was Philips van Almelo nog wel niet proost
van Oldenzaal. (Brom 2730.) Hij werd ook proost van St. Salvator.
(Arch, aartsb. Utr. XV p. 172.)
9 October 1299. Phylippus de Almelo, prepositus Aldensallensis. (Brom
2862.)
29 Juli 1301. Philippus Aldenselensis eccl. prepositus. (Archief aartsbisd.
Utr., XXVI p. 438.)
6 Aug. 1301 (die beati Sixti). Philippus, proost van Oldenzaal. (Archief
van Zutphen no. 1511.)
7 Juli 1302. Philips, proost van Oldenzaal. (De Geer, Arch. I bl. 764
no. 636.)
13 Aug. 1303. Philippus, Aldenselensis prepositus. (Versl. en Meded III
bl. 618.)
15 Juli 1308. Phylippus, prepositus ecclesie Aldensallensis. (Verslagen
en Meded. Overijss. Gen., XXI p. 35.)
Philips van Almelo werd ook proost van St. Salvator en overleed op
12 Mei. (Archief aartsb. Utrecht, XV bl. 172; vgl. bl. 171, 195, 368.)
Op bl. 195 noot wordt daar gezegd, dat hij gestorven is in 1285; hij is
dood vóór 2 Mei 1317, vlg. Racer II blz. 278-280. Volgens het necro
logium van den Dom overleed hij op 14 Mei.
17. Dekens van Oldenzaal.
1274. A., Dei gratia decanus in Oldensele. (Wilmans 956.)
8 Dec. 1281. Arnold, deken van Oldenzaal. (Brom 2021.)
19 Dec. 1288. Arnold, deken van Oldenzaal. (Brom 2275.)
29 Sept. 1290. Hubert, proost van St. Marie, is tevens archidecanus van
Oldenzaal. (Brom 2369. Vgl. Lindebom bl. 192.)
18. Proosten van Eist.
N.B. Zij komen in oorkonden slechts voor tot 1211
ENGELBERTUS.
1085. Engelbertus, prepositus. (Brom 243.)
mron!N^Den^b?n ?90' 1,Qiflbft^\/.rchidiaconus in ecclesia Trajectensi
(Brom 2377). Ook 10 Jan., 13 Maart, 8 Mei 1291: Gyselbertus, archidiaconus in
ecclesia Traj. (Brom 2383, 2388, 2389, 2396). Is dit Giselbert, proost van Oldenzaal?
213
1094. Engelbertus, prepositus. (Brom 254.)
1105. Engelbertus, prepositus de Eleste. (Brom 261.)
1108. Engelbertus, prepositus. (Brom 268.)
GODEFRID.
1139. Godefridus, Helstedensis prepositus. (Brom 372.)
CONRAD.
1176. Cunrardus, Elstensis prepositus. (Brom 481.)
9 April 1178. Conradus, prepositus Elstensis of de Eist. (Brom 488.)
1178 vóór 27 Mei. Conradus de Eist, de laatste der prepositi. (Brom 492.)
1196. Conrardus, de Eist prepositus. (Brom 543.)
BERNARD.
1211. Bernardus, prepositus de Eist. (Brom 616.)
In 1312 en 9 Maart 1313 is Jan van Bronkhorst proost van Eist
(Nijhoff, Gedenkw., I 128, 130. Van Mieris, II bl. 132.)
19. Proosten van Odiliënberg.
N.B. Slechts éénmaal komt er een voor.
1131. WERNERUS, prepositus de Bercke. (Brom 335.)
Hij behoort tot de canonici de sancto Martino.
20. Choriepiscopi en archidiaconi.
(Deze benamingen schijnen in den oudsten tijd dooreen te worden gebruikt.)
1116 (of 1124). THEODERICUS, archidyaconus. (Brom 281.)
Misschien proost van St. Pieter, 1118—1122.
1116. MEINGODUS, archidiaconus. (Brom 282.)
Van 11181131 Domproost.
ALWINUS.
1118. Alwinus, archidiaconus. (Brom 283.)
1118. Athelwinus, archidiaconus. (Brom 285.)
20 Mei 1122. Alwinus, archidiaconus. (Brom 299.)
1129. Alwinus, archidiaconus. (Brom 324.)
1131 vóór 23 Aug. Alwinus, chorepiscopus. (Brom 334.)
WERNER.
1139. Warnerus, archidiaconus. (Brom 375.)
Misschien de man, die in 1131 als proost van Odiliënberg voorkomt.
J-f\