162
historische ook de literarisch-historische opleiding waarborgen geeft voor
het waardig bekleeden van een archiefambt. Wij zijn overtuigd, dat voor
sommige betrekkingen de eerste opleiding de voorkeur verdient, maar wij
zijn even stellig van meening, dat de laatste in andere gevallen beter kan
zijn. Alles zal hier afhangen van den aard van het archief, waaraan de
ambtenaar wordt geplaatststaan de rechtsquaesties daar op den voorgrond,
dan is de werkzaamheid van een jurist noodig; draagt daarentegen het
archief in hoofdzaak een politiek karakter, geeft het bovendien veel mate
riaal voor economische-sociale geschiedenis, dan is daar ook de literator
historicus op zijn plaats. Wij willen ons nu niet in de vraag verdiepen,
of de tegenwoordige opleiding der juristen in staat is hen voor te bereiden
voor juridisch-historische werkzaamheid, maar wenschen wel te constateeren,
dat de literaire opleiding belangrijke voordeelen geeft: om van de studie
van algemeene en vaderlandsche geschiedenis niet te spreken, de Neder-
landsche letterkunde, het Middel-Nederlandsch, het Nederlandsch der zeven
tiende eeuw-, ze kunnen den archivaris van groot nut zijn. Wat de
Faculteit dus zou wenschen: gelijke bevoegdheid van literatoren en juristen,
het is sedert jaren de praktijk der Regeering geweest, en het is Uwe
Vereeniging, die van deze praktijk nu wil afwijken. Wanneer wij het
tegenwoordige corps van rijksarchivarissen nagaan, dan blijkt dat de (thans
afgetreden) Rijksarchivaris jurist was, terwijl van de drie adjunct-archiva
rissen ten Rijksarchieve zijn twee juristen en één literator; zoowel de
directeur als de onderdirecteur van het in het Rijksarchief gevestigde
Bureau van 's Rijks geschiedkundige Publicatiën zijn beide literatoren.
Verder zijn van de tien rijksarchivarissen de kleinst mogelijke meerderheid
(6) jurist, terwijl van de overige vier twee literatoren zijn en twee zonder
wetenschappelijken titel. Bij de gemeente-archieven is de verhouding voor
de niet-juristen nog gunstiger. In het buitenland het is u bekend
is het getal juristen aan de archieven zeer gering en geeft men aan
literatoren de voorkeur. En, wat wij ten onzent niet mogen vergeten,
de beste rijksarchivaris, dien Nederland heeft gehad, was geen jurist, maar
een literator: Bakhuizen van den Brink.
Wat betreft de vele vakken en kundigheden, die volgens uw oordeel
de aanstaande archivaris zich zal moeten eigen maken, behalve nog de
examenvakken en de archiefvakken in engeren zin, het komt der Faculteit
voor, dat daarmede te zware lasten worden opgelegd en dat er ook te
weinig is gerekend met de praktijk van ons Hooger Onderwijs: onder de
door u genoemde vakken komen zelfs voor, die aan geen enkele Neder-
landsche Universiteit worden onderwezen.
Eindelijk is het der Faculteit aangenaam u te kunnen mededeelen,
dat de eigenlijke archiefwetenschappen aan deze Universiteit worden of
zullen worden gedoceerd. Terwijl de hoogleeraar Fruin onderwijs hoopt
163
te geven in de archiveconomie en de chronologie, wordt de palaeografie
en de diplomatiek sedert eenige jaren gegeven door den privaat-docent
Dr. Gosses; mocht deze laatste daarvan wenschen te worden ontslagen,
dan zou de hoogleeraar Brugmans, gelijk vroeger geschiedde, dit onderwijs
weder op zich nemen. Van het volgen van deze lessen, waar theorie en
praktijk worden vereenigd, zijn genoemde heeren bereid testimonium te
geven.
Met de meeste hoogachting hebben wij de eer te zijn uw dienst
willige dienaren,
Namens de Faculteit voornoemd,
R. C. Roer, Voorzitter.
T. J. de Boer, Secretaris.
Aan
den Heer Secretaris der Vereeniging
van Archivarissen in Nederland.
Opleiding van archivarissen. Uit bovenstaanden brief blijkt,
dat de Amsterdamsche universiteit de eerste is, waar volledig academisch
onderwijs wordt gegeven in de vier vakken, die de Vereeniging van
Archivarissen als examenvakken heeft verlangd. Wij kunnen hier nog aan
toevoegen, dat de hoogleeraar Dr. H. Brugmans zich bereid heeft verklaard
om aan candidaten, die dat mochten wenschen, met Mr. Fruin examen in
die vier archiefvakken af te nemen.
Ook hebben B. en W. van Amsterdam toegezegd zorg te zullen
dragen, dat in het nieuwe archiefgebouw een kamer beschikbaar zal zijn,
waarin het onderwijs in de archiveconomie gegeven kan worden.
Staatsbegrooting. Aan de Staatsbegrooting voor het dienstjaar
1912 ontleenen wij het volgende;
Begrooting met uitgewerkten en toelichtenden staat.
Vde Hoofdstuk. Vide Afdeeling. Kunsten en Wetenschappen.
Artikel 168. Jaarwedde van een inspecteur van het archief
wezen1500
Artikel 169. Reis-, verblijf- en bureelkosten van den inspec
teur van het archiefwezen1050
Artikel 170. Jaarwedden, toelagen en verdere belooningen
der ambtenaren en bedienden bij 's Rijks archieven te 's-Gravenhage