158
het Kapitool te Albany, het oudste deel 1638 1641 verloren is gegaan.
De rapporteur maakt ook gewag van vroegere vertalingsproeven en deelt
daarbij vermakelijke staaltjes mede van verkeerde lezingen. Zoo had men
cruywagens voor cruytwagens aangezien en dientengevolge vertaald als
powderbags; evenzoo radijzer voor radijzen, tengevolge waarvan in de
vertaling radishes kwam te staan. Het is dus wel gelukkig, dat thans
de vertaling is opgedragen aan den heer Van Laer zelf, den geboren
Nederlander, die beide talen, Nederlandsch en Engelsch, volkomen machtig
is. Ook de directeur van de Staatsbibliotheek te Albany is blijkbaar van
die meening en beveelt daarom den heer Van Laer ten zeerste aan als
„a competent Dutch scholar, a master of correct and easy English, thoroughly
acquainted with the history of the period, and experienced in work with
its manuscript memorials".
National association of State libraries. Public Archives
report. Reprint from Proceedings of 14th Convention, 1911.
De onlangs ingestelde commissie voor openbare archieven is haar taak
begonnen met het samenstellen van een summier overzicht der wetten,
die in de verschillende staten bestaan op de centralisatie van archieven.
Zij heeft te dien einde een circulaire rondgezonden met de volgende
vragenBestaan er in den staat wetten op de centralisatie van staats-
en lokale archieven en wat is hare uitwerking geweest? Waar zijn de
archieven heengebracht, als dergelijke wetten niet bestonden? Zijn er in
den staat permanente of tijdelijke commissies belast met het toezicht op
de archieven? Welke maatregelen neemt men tegen brandgevaar, hoeveel
ambtenaren zijn belast met de zorg voor de archieven en hoever is de
ordenings- en beschrijvingsarbeid gevorderd?
Op de 53 verzonden circulaires kwamen 40 antwoorden in met,
zooals trouwens te verwachten was, een zeer uiteenloopenden inhoud.
Ook blijkt er uit, dat nog slechts in enkele staten een afzonderlijke
tak van dienst voor de archieven bestaat of zelfs ambtenaren aangesteld
zijn, die hun geheelen tijd daarvoor bestedenin de meeste vindt men
archivarissen-bibliothecarissen, „persons who combine training in history
and kindred braches with library experience".
E. W.
159
Berichten.
Verkwanselde archiefstukken. Naar wij uit zekere bron
vernemen, hebben de Kruisheeren van St. Agatha (bij Cuyk) het vorig jaar
een deel van hun archief voor een spotprijs verkocht, opgeruimd, wellicht
weggeschonken. Dit ongehoorde feit heeft zich aldus toegedragen.
Er was een kist met oude koopakten en andere papieren, waaronder
van 1450, die blijkbaar in den weg stond; althans men wilde er zich
zoo spoedig mogelijk van ontdoen. Want toen een liefhebber opdaagde,
kreeg hij het heele zaakje voor een appel en ei in zijn bezit; zelfs had
men het hem, volgens eigen verklaring van den kooper, voor niets willen
geven. Ook de nieuwe eigenaar, een koopman, stelde er natuurlijk weinig
prijs op, dat deze stukken bij elkaar blevenweldra verkocht hij een 40-tal
akten en van de rest werd zoo nu en dan het een en ander weggegeven,
zoodat thans de stukken wijd en zijd verspreid zijn. Toen deze zaak
ruchtbaar werd, hebben de bisschop van Roermond en de generaal der
orde wel is waar hun veto gegeven, zoodat dergelijke onbehoorlijkheden
in het vervolg hier wel niet meer zullen gebeuren, maar aan de zaak zelf
verandert dat niet veel. En nu zegt men wel, dat de verkwanselde
stukken niet tot het eigenlijke archief van St. Agatha behoorden en dat
dit nog veilig is; maar wie controleert, wat het eigenlijke archief is?
Naar onze bescheiden meening is er alle kans, dat de opgeruimde per
kamenten akten van 1450 enz. wel degelijk deel uitmaakten van het
kloosterarchief. De Kruisheeren zullen natuurlijk meenen, dat de verkochte
stukken weinig of geen belang hebben; maar dat is het oude liedje: uit
droevige ervaring weet men immers reeds lang, dat juist de stukken, die
een moderne hand in dorso waarmerkt als „zonder belang", gewoonlijk de
belangrijkste zijn: zij zijn zeer oud en dus meestal van weinig beteekenis
voor de praktijk, maar dikwijls van des te meer waarde voor de geschiedenis.
Naar men ons mededeelt, dienden vooral de Kruisheeren van St. Agatha
met hunne eigendomsbewijzen voorzichtig te zijn; omdat nog niet lang
geleden een belangrijke kwestie is hangende geweest over hun recht op
de goederen; bedroog onze zegsman zich niet, dan maakte de Staat er
toen aanspraak op. Maar afgezien hiervan is het een ten hemel schreiend
feit, dat zoo onverantwoordelijk met het archief van een geestelijke stichting
kan worden omgesprongen; want evenals hier kan ook weer in een
volgend geval het veto der superieuren te laat komen. Dat toch eindelijk
eens in deze kwestie, die zooveel belangen raakt, preventief werd ingegrepen