146
zijn uitgever toegegeven, met dien verstande echter, dat deze zich bereid
zou verklaren, het gedeelte in de beide laatste afleveringen vervat (van
sterne tot het einde) later, na de voltooiing van het groote woorden
boek, in een vollediger bewerking te herdrukken en dien herdruk op bil
lijke voorwaarden aan de inteekenaren te doen toekomen. Door deze
concessie van den uitgever heeft het wetenschappelijk geweten van den
heer Verdam zijne rust herkregen en kan men zich thans zonder schroom
het handwoordenboek aanschaffen, daar de latere invoeging, ook wat band
en marmersnee betreft, wel geen moeilijkheden zal opleveren.
In navolging van den uitgever noemde ik straks dit woordenboek het
eerste complete Middelnederlandsche. Doch eigenlijk doen wij daarmede
onrecht aan den verdienstelijken Oudemans. Want wel betitelde deze
zijn werk, dat van 1869—1880 verscheen, heel bescheiden slechts als een
Bijdrage tot een Middel- en Oudnederlandsch woorden
boek en wilde hij, te wel bewust als hij was van de gebreken die er
aan kleven, het geenszins als een volledig woordenboek aangemerkt zien;
doch toen hij in 1874 stierf, was de tekst van het werk geheel voltooid
en kon de uitgave met de hulp van Dr. A. de Jager ongestoord voort
gaan. En hoewel het, zooals van zelf spreekt, niet in de schaduw kan
staan van het groote woordenboek, in zijn soort is het dan toch zeker
compleet te noemen.
Om nu op ons handwoordenboek terug te komen, moet in de eerste
plaats geconstateerd worden, dat het werk er uiterlijk zeer verzorgd uitziet.
Hoe de innerlijke waarde is, kan, afgezien daarvan, dat de naam van den
heer Verdam voor een alleszins degelijke bewerking voldoenden waarborg
geeft, op dit oogenblik nog moeilijk beoordeeld wordenevenals van elk
ander nieuw woordenboek moet ook van dit eerst blijken, hoe het in het
gebruik zich houdt. Daarom thans alleen een enkele opmerking. Als de
huidige beteekenis van een woord dezelfde is als de Middelnederlandsche,
dan schijnt geen translaat gegeven te worden, b.v.tegenspoet, per-
dedeken, perdedief enz. Daarentegen wordt perdevolc overgezet,
waarschijnlijk vanwege de toegevoegde n in het hedendaagsche woord.
Maar perdestal en perdevercoper dan, die weer niet getranspo
neerd worden?
In de toevoegselen en verbeteringen heeft de schrijver, behalve een-
enkele maal van de opmerkingen, door de heeren Stoet en Van Schothorst
in hunne vroegere aankondigingen van het boek neergeschreven, vooral
gebruik kunnen maken van de hulp, door den heer Beekman verstrekt
voor de verklaring van de woorden, betrekking hebbende op dijks- en
waterschapszaken.
In den tekst zelf komt somwijlen een toevoeging voor, die het groote
woordenboek mist; zoo wordt b.v. achter het werkwoord focken een
147
loopje nemen, nog het zelfstandig naamwoord fockert oplichter?
gevoegd, dat ik in de groote uitgave niet heb aangetroffen.
En zoo zou er hier en daar allicht nog een opmerking meer gemaakt
kunnen worden. Maar zooals gezegd, de tekortkomingen van het werk,
als zij er zijn, zullen eerst langzamerhand aan den dag komen; voor de
verdiensten echter kunnen wij thans reeds den bewerker zonder eenig
voorbehoud dank zeggen. Het Handwoordenboek zal niet alleen voor
studenten met hun „naar kennis dorstend gemoed", maar ook voor de
tallooze anderen, voor wie het aanschaffen van het groote woordenboek
niet doenlijk is, van uiterst veel belang blijken.
E. WIERSUM.
Literatuur-kroniek.
Verslagen omtrent 's Rijks oude archieven. XXXIII. 1910.
's-Gravenhage 1911.
Tegen de gewoonte in zijn de notulen van de vergadering van Rijks
archivarissen (4 October gehouden) niet in den bundel te vindentrouwens
het onderwerp was niet wetenschappelijkhet was de bekende vraag over
het vervaardigen van afschriften door ambtenaren bij de Rijksarchieven
buiten bureautijd ten eigen bate. Van de conclusie, waartoe de vergadering
kwam, is het gevolg geweest de aanschrijving van 19 October 1910,
no. 2678 K. W., welker inhoud als bekend mag worden verondersteld.
Maar behalve in het verslag van den Algemeenen Rijksarchivaris en meer
uitgebreid dan daar is de geheele geschiedenis te vinden in dat van den
Rijksarchivaris in Utrecht. Een nieuwtje van de vergadering was de deel
neming er aan door de drie Haagsche adjunct-archivarissen, wier betrek
king trouwens in karakter veranderde, doordat elk van hen aan het hoofd
van een der drie afdeelingen, waarin de werkzaamheden van het depot
zijn gesplitst, kwam te staan.
Tot groote spijt van den verslaggever, Jhr. Mr. Van Riemsdijk, werd
geen vergunning meer gegeven tot het aanstellen van tijdelijk personeel.
De regeling, vastgesteld met de provincie Z.-Holland voor de bewer
king der gemeente- en waterschaps-archieven, werd gewijzigd: of de nieuwe
oplossing der quaestie in verband met den vroegeren toestand vrij van
gebreken is, durf ik niet te beslissen.
Er is een nieuwe lijst van vernietigbare stukken voor de provinciale
griffies ontworpen, daar de oude niet volledig bleek, terwijl de heer Beth
zich tevens bezig hield met het zoeken naar vernietigbare stukken in
gemeente-archieven in Z.-Hollandeen rapport van zijne bevindingen in