102
22 Mei 1230. Goswinus, sancti Johannis prepositus. (Brom 807.)
14 Febr. 1231. G., Dei gratia prepositus s. Johannis in Trajecto. (Brom 819.)
1239. Goeswinus, prepositus sancti Johannis. (Brom 931.)
2 Febr. 1240. Goswinus, sancti Johannis prepositus. (Brom 932.)
23 Mei 1242. G., prepositus. (Brom 968.)
13 Febr. 1247. Goswinus, proost van St. Jan. (Brom 1084.)
1247 (vóór 13 Juli). Goswinus, prepositus sancti Johannis. (Brom 1102.)
19 Juli 1247. Goswinus, s. Johannis prepositus. (Brom 1103.)
1249. Goswinus, electus Trajectensis, prepositus ecclesie beati Johannis.
(Brom 1168.)
29 Nov. 1249. Goswinus, Trajectensis electus et prepositus sancti Johannis.
(Brom 1169.)
29 Oct. 1252. Goswinus, proost van St. Jan. (Brom 1228, 1230.)
WILLEM VAN AMSTEL.
24 Febr. 1265 (of 1264 21 Sept.) Willem, proost van St. Jan. (Brom 1573.)
21 Juli 1265. Willem, proost van St. Jan. (Brom 1590.)
9 Juni 1267. Willem van Amstel, proost van St. Jan. (Brom 1635.)
21 Juli 1268. Willem, proost van St. Jan. (Brom 1658.)
I Juni 1269. Wilhelmus, proost van St. Jan. (Brom 1674.)
5 Sept. 1273. Wilhelmus, Dei gratia prepositus et archidiaconus s. Johannis.
(Brom 1770.)
II Dec. 1273. Wilhelmus, prepositus et archidiaconus s. Johannis. (Brom
1774, 1775.)
Febr. 1275. Willem, proost van St. Jan. (Brom 1806.)
25 April 1276. Willem, proost van St. Jan. (Brom 1827.)
13 Dec. 1276. Wilhelmus, Dei gratia prepositus et archidiaconus ecclesie
s. Johannis. (Brom 1845.)
23 Juni 1277. Willem, proost van St. Jan. (Brom 1873.)
3 Juli 1277. Willem, proost van St. Jan. (Brom 1876.)
28 Febr. 1278. Willem, proost (archidiaconus) van St. Jan. (Brom 1895.)
6 April 1278. Willem, proost van St. Jan. (Brom 1899.)
11 Mei 1280. Willem, proost van St. Jan.' (Brom 1964, wel 2254.)
Van 1280—1285 was Willem met zijne broeders Gijsbrecht en Arnold
wel gevangen in Zeeland.
27 October 1285. Willem, proost van St. Jan. (Brom 2162, 2163.)
11 Nov. 1285. Een der gebroeders van Amstel. (Brom 2168, 2170.)
1 Maart 1288. Wilhelmus, prepositus et archidiaconus eccl. s. Johannis,
borg. (Brom 2245.)
17 April 1288. Willem, proost van St. Jan. (Brom 2254 wel 1964.)
25 Augustus 1288. Willem, proost van St. Jan. (Brom 2260.)
1 October 1288. Willem van Amstel, proost van St. Jan. (Brom 2266.)
103
1288? Willem, proost van St. Jan, (Brom 2277.)
2 October 1289. Willem van Amstel, proost van St. Jan. (Brom 2311.)
4 Maart 1290. Wilhelmus de Aemstele, prep. eccl. s. Johannis. Twee
maal. (Brom 2333, 2334.)
1290. Wilhelmus de Aemstele, prepositus ecclesie s. Johannis. (Brom
2380.) (Wel hetzelfde stuk als het voorgaande.)
28 Januari 1291. Willem, proost van St. Jan te Utrecht. (Brom 2384.)
22 Maart 1291. Willem van Amstel, proost van St. Jan. (Brom 2390.)
12 Mei 1291. Willem, proost van St. Jan. (Brom 2398.)
Hij stierf, naar het schijnt, 25 Mei 1291 of 1292; volgens het necro-
logium van den Dom stierf hij op 25 Mei.
JOHANNES.
2 October 1292. Johannes, proost van St. Jan. (Brom 2475.)
31 Jan. 1294 (of 30 Jan. 1295). Johannes, sancti Johannis prepositus.
(Brom 2601.)
14 Febr. 1295 (of 1294). Johannes, s. Johannis prepositus. (Brom 2602.)
9 Juni 1298. Johannes, prepositus ecclesie s. Johannis Trajectensis. (Brom
2804.)
29 Aug. 1299. Johannes, proost van sente Johan. (Brom 2857.)
Op Johannes volgt COLIJN (d. i. Nicolaas van den Steen), proost
van St. Jan in 1312 (Nijhoff, Gedenkw. 1 131) en 9 Maart 1313 (Van
Mieris, II bl. 131).
De dreigende desorganisatie van het Algemeen Rijksarchief.
Op de begrooting, door den Minister van Binnenlandsche Zaken over
het dienstjaar 1912 ingediend, komen in Hoofdstuk V, Afdeeling VI, de
beide volgende artikelen voor:
Art. 168. Jaarwedde van den inspecteur van het archiefwezen 1500.
Art. 169. Reis-, verblijf- en bureelkosten van den inspecteur
van het archiefwezen- 1050.-
Deze posten worden in de Memorie van toelichting als volgt gemo
tiveerd
„Na het eervol ontslag van den algemeenen Rijksarchivaris jhr. fnr.
Th. H. F. van Riemsdijk is het den ondergeteekende niet mogen gelukken
een alleszins geschikt opvolger te vinden, zonder dat eischen werden
gesteld, welke voor inwilliging niet vatbaar waren. Onder deze omstan
digheden schijnt het geraden de tweeledige taak, welke het ambt tot dusver
omvatte, te splitsen. Het opperbestuur van het archiefwezen in het alge
meen zou behooren over te gaan op een inspecteur van het archiefwezen,
