212
getroffen regeling en stelt een bedrag van 500 per jaar beschikbaar, indien
de rijksarchivaris zich ook met de zorg voor het oud gemeentearchief wil
belasten."
Een ander voorstel werd gedaan door den heer Themans. Hij gaf
in overweging om het voorstel van B. en W. over te nemen met eenige
aanvulling en wel deze, dat met eenigen spoed een voordracht aan den
Raad zou worden gezonden ter benoeming van een hoofd aan het oud
archief, met handhaving van den ambtenaar Wijnbeek voor het geval zulks
mogelijk was, als assistent, terwijl hem anders een plaats zou worden aan
gewezen bij het secretarie-personeel der gemeente.
De heer Mr. Vos de Wael ten slotte kwam met een paar andere
leden met de volgende motie:
„De Raad der Gemeente Zwolle;
betreurende de vele moeilijkheden, welke naar aanleiding van de
archiefkwestie ontstaan zijn en het wenschelijk oordeelende elk verder
debat daarover te voorkomen;
in beginsel instemmende met het voorstel van B. en W. tot ontbin
ding van het contract van 1898;
overwegende
dat aan die ontbinding behoort vooraf te gaan een besluit omtrent
de toekomstige regeling, zoowel wat plaats als beheer van het oud-archief
betreft
dat in verband hiermede overleg met de regeering omtrent de plaat
sing wenschelijk is
dat verder overweging verdient de vraag of de bestaande regeling in
hoofdzaak kan worden gehandhaafd
Besluit:
1°. B. en W. te machtigen tot het aangaan van een overeenkomst
met het Rijk, waarbij de overeenkomst van 1898, betreffende de bewaring
van het oud-archief, wordt ontbonden en aan de gemeente een schadeloos
stelling wordt gegeven als in hun rapport vermeld, zoodra door den Raad
nader zal zijn beslist over de plaats waar tijdelijk en blijvend het oud
archief zal dienen te worden bewaard, tenzij nog eenige weg mocht ge
vonden worden om de bestaande moeilijkheid in overleg met de Regeering
uit den weg te ruimen;
2°. B. en W. uit te noodigen omtrent het beheer van het oud-archief,
dat onder een wetenschappelijk ontwikkeld deskundige dient te staan,
voorstellen te doen
3°. een naar de omstandigheden gewijzigd voorstel omtrent de sala-
risatie van den ambtenaar J. Wijnbeek in te dienen."
Na een zeer geanimeerde discussie en na een warme verdediging-
van het bestuursvoorstel door den Voorzitter werd het voorstel De Fraiture
213
c.s. verworpen met 16 tegen 7 stemmen en dat van den heer Vos de Wael
c.s. aangenomen met 12 tegen 11 stemmen, waardoor het voorstel Themans
verviel en de Voorzitter verklaarde met B. en W. te zullen overwegen,
in hoever de aanneming van de motie Vos de Wael afkeuring van hun
beleid inhield.
Spoedig daarop werd door B. en W. een nader voorstel aan den
Raad gedaan, dat wij hier, met de toelichting, in zijn geheel laten volgen.
„Naar onze meening", zeggen B. en W., „behoort een gemeente-archief
zich te bevinden in het stadhuis en zal dus het oud-archief der gemeente
van de Sassenpoort daarheen zijn over te brengen. Wel is waar zal bij
een eventueele verbouwing naar een tijdelijke bergplaats moeten worden
omgezien, doch in dit opzicht zal de gemeente voor dezelfde quaestie
komen te staan met haar nieuw-archief. Een verbouwing van het stadhuis,
waarmede volgens ons voorstel eerst in 1913 kan worden aangevangen,
levert geen overwegend bezwaar op. Trouwens de onderscheiding oud
en nieuw-archief is geheel willekeurig. Beide vormen te zamen het archief
der gemeente.
Wat het beheer betreft, merken wij op, dat dit bij de wet is geregeld,
nl. in art. 103 Gemeentewet, luidende: „De instructie van den secretaris
wordt door den raad vastgesteld en aan Gedep. Staten medegedeeld. Hij
wordt daarbij inzonderheid ook met de zorg voor het archief, onder
toezigt van B. en W., belast." In het beheer is derhalve voorzien.
Naast deze regeling van het beheer kan de gemeente zorgen voor
een wetenschappelijke bewerking van het oud-archief, waarvoor een in die
richting wetenschappelijk-ontwikkelde speciale deskundige noodig is. Wij
zijn allerminst van meening, dat deze taak zoude kunnen worden opge
dragen aan den ambtenaar, die in 1898 door ons als ambtenaar bij het
gemeentearchief is aangesteldmaar o. i. kan met vertrouwen aan hem
blijven opgedragen B. en W. en den secretaris bij te staan bij de uit
voering van de taak, die krachtens art. 103 Gemeentewet op hen rust.
Wat de rechterlijke archieven betreft, merken wij op, dat tegen de
berging daarvan in het stadhuis op zichzelf bij de regeering nimmer
bezwaar heeft bestaan, daar zij er vele jaren bewaard zijn geweest en de
regeering in 1894 (schrijven van den Minister van Binnenlandsche Zaken
van 19 Maart 1894) heeft verzocht ze daar voorloopig nog in bewaring
te houden, nadat haar' was kennis gegeven dat de betrekking van gemeente
archivaris was opgeheven. Zij kunnen echter o. i. voorloopig op de
Sassenpoort blijven, zonder dat de belangen van de gemeente geschaad
worden. Zij zijn daar voor ieder ten gebruike beschikbaar en zijn het
meest van belang voor particulieren bij het doen van nasporingen omtrent
genealogie, transporten en dergelijke.
Omtrent de benoeming en instructie van den wetenschappelijken