258 boeken wachten op een nauwkeurig onderzoekdeze zijn voor het meeren- deel doornat geweest, zoodat de boeken met een groene schimmel zijn bedekt. Van de ongeveer 10,000 boeken, die nog na den brand uit de ruïne te voorschijn zijn gebracht, bleken d$ meeste zoo beschadigd te zijn, dat nauwelijks een vierde gedeelte meer bruikbaar is. Dat deze brand in korten tijd zulk een omvang heeft kunnen aan nemen, is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de verwarming van het ge bouw door heete-luchtkokers. Deze zogen als het ware de vlammen aan. Eigenaardig en leerrijk wordt dit bij de handschriften-afdeeling geïllustreerd. De Hollandsche handschriften, op het koloniale tijdperk (1638—1664) betrek king hebbende, in het geheel 23 deelen vormende, stonden op de planken bij de deur, ver van den heete-luchtkoker verwijderd. Zij zijn alle, uitge nomen het eerste deel (1638—1641), dat elders bewaard werd, gespaard gebleven. De „New-York Colonial Mss." tusschen de jaren 1762—1772 zijn echter voor het grootste deel vernield, omdat juist onder de rekken, waarop zij stonden, een dergelijke heete-luchtkoker was aangebracht. Deze heeft, als een blaasbalg werkende, het vuur in cirkelvormigen boog rondom aangewakkerd en de documenten, die er dicht bij waren, totaal vernietigd. Dit geeft met betrekking tot het verwarmen van bibliotheken door warme lucht iets te denken. Het nieuwe archiefgebouw, dat men reeds, vóór de brand uitbrak, bezig was te bouwen, is, zegt de heer Van Laer, „vol van zulke buizen en als er brand uitbreekt, zal er niet veel te redden zijn." Bij nadere beschouwing blijkt thans, dat er nog meer is gespaard gebleven dan men aanvankelijk meende. Zoo zijn van de „New-York Colonial Mss." (16381800), in het geheel 103 deelen, ongeveer 70 deelen gered. Deze verkeeren in vrij goeden toestand. Van de Hollandsche documen ten dezer collectie (16381664), die voor de geschiedenis van ons volk van het meeste belang zijn, is alleen deel I (1638—1641), verloren gegaan. Dit deel bevatte testamenten, huurcontracten, volmachten enz. Eenige vergoeding voor dit verlies biedt E. B. O'Callaghan's manuscript-vertaling, welke is gered. De Engelsche handschriften hebben meer te lijden gehad de lacunes loopen over de jaren 1685 1687, 1700,1702—1704, 1721 1741, 17621769, 1771 1772, 17851800. Het grootste verlies is wel te boeken bij de „Sir William Johnson Mss." (1737—1774), de „Gov. George Clinton Mss." (17651800) en de „Gov. D. D. Tompkins papers" (18071817). Respectievelijk zijn hier van de 26 deelen 4, van de 52 deelen 10 en van de 36 deelen 10 fragmentarisch nog over. Ook van de protocollen der beide wetgevende lichamen in den staat New-York, „the Assembly or House of Representatives" en „the Senate" is ongeveer de helft vernietigd. Van de „Legislative Files", niet ingebonden papieren van „Assembly" en „Senate" (1777—1910), in het geheel 100.000 stuks, 259 zijn ongeveer 2000, zeer verbrand en gehavend, nog bewaard. Alle mogelijke middelen worden nu te baat genomen om een nieuwe bibliotheek te vormen. N. R. C., 20 Juni 1911. De jaarvergadering der Vereeniging van archivarissen in Nederland zal gehouden worden te Deventer op Donderdag 6 Juli 1911, in het hotel „De Keizer" te Deventer. De heer Dr. M. Schoenoen zal een voordracht met proeven houden over ontsmetting en herstelling van archivalia.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1910 | | pagina 32