252
van deskundige ambtenaren, van professoren enz.? Welke motieven heb
ben B. en W. bij de benoeming geleid?"
Het antwoord hierop van B. en W., gegeven in de raadsvergadertng
van 16 Mei, was zeer kort; het bevatte behalve een eenvoudig ja of neen de
verklaring, dat zij aan een geschikt ingezetene de voorkeur gaven boven
een misschien meer geschikte, die Schiedam slechts als een sport beschouwde.
Tot gemeente-archivaris te Viissingen is, met ingang van 1 Juli 1911,
benoemd de heer H. G. van Grol, leeraar aan de H. B. School en dé
Handelsschool aldaar.
Bij Kon. besluit van 29 April 1911 is de Oost-Indische ambtenaar
met verlof A. L. Th. Welter, laatstelijk archivaris ter algemeene secretarie
in Nederlandsch-lndië, op zijn verzoek, met ingang van 1 Mei, wegens
physieke ongeschiktheid, eervol uit 's lands dienst ontslagen, onder toeken
ning van pensioen.
Den 4den April 1911 is te Amsterdam op stellingen gepromoveerd
tot doctor in de rechtswetenschap de heer J. L. H. de Jong Schouwenburg,
oud-adjunct-archivaris der gemeente Amersfoort. Een zijner stellingen
luidde: „Een door den gemeente-secretaris geteekend afschrift van een tot
het archief der gemeente behoorend stuk heeft authentiek karakter, behalve
indien het betreft registers van den burgerlijken stand".
Archiefgebouw te Zwolle. Aan den minister van justitie
is eenigen tijd geleden het volgend adres verzonden
„Het bestuur van den bond „Heemschut" tot bescherming der schoon
heid van Nederland heeft vernomen, dat vanwege uwer Excellenties depar
tement op de Blijmarkt te Zwolle een gebouw voor het rechterlijk archief
zal worden gesticht, welk bouwwerk, blijkens de ontwerpen daarvoor
gemaakt, geheel het karakter van een pakhuis met een plat dak zal ver
krijgen, waarom het, ook door zijn groote hoogte, de bestaande omgeving-
zal ontsieren. Het bestuur is er van overtuigd, dat het voldoende zal zijn^
de aandacht van Uwe Excellentie op deze zaak te vestigen, om te voor
komen, dat deze ontsiering zal plaats vinden, en verklaart zich, indien Uwe
Excellentie dit mocht wenschen, gaarne bereid, om aan te geven, hoe een
archiefgebouw zou kunnen worden gemaakt, dat, beter dan het thans
ontworpene, in de omgeving past".
Het adres is namens het bestuur van den bond Heemschut onder
teekend door de heeren Mr. W. B. Buma te Huizum in Friesland, voor
zitter, en A. W. Weissman te Amsterdam, 1ste secretaris.
253
Archiefgebouw te Amsterdam. B. en W. van Amsterdam
stellen den raad voor, het crediet van ƒ81.500, toegestaan voor de inrich
ting van het voormalig raadhuis van Nieuwer-Amstel tot gemeente-archief
depot, te verhoogen met 12.000.
N. R. Crt., 18 Juni 1911.
Congres te Mechelen. De Bond van Genootschappen ter
beoefening van Belgische geschiedenis en oudheidkunde zal dezen zomer,
van 510 Augustus, te Mechelen zijn XXIIste congres houden. Het
programma bevat behalve de gewone sectie-vergaderingen, o.a. een bezoek
aan het archief te Mechelen, aan het nieuwe archeologisch museum te St.
Nicolaas en het gemeentearchief aldaar, aan de beroemde abdij van
Averbode en aan de tentoonstellingen te Charleroi en Doornik. De heer
dr. H. T. Colenbrander, directeur van het bureau der commissie voor
's Rijks geschiedkundige publicatiën te 's-Gravenhage, is bij Kon. besluit van
2 Mei 1911, buiten bezwaar van 's Rijks schatkist, benoemd tot afgevaar
digde van de Nederlandsche regeering bij dit congres.
Ontslag van den prefect Ehrle. De geleerde jezuïeten
pater Ehrle, de verdienstelijke prefect van de Vatikaansche bibliotheek,
heeft om gezondheidsredenen ontslag gevraagd. Hij heeft msgr. Ralti,
den prefect van de Ambrosiaansche bibliotheek te Milaan, als zijn opvolger
aanbevolen.
Ehrle is een Wurtemburger en is 67 jaar. In de zestien jaar, dat
hij de bibliotheek bestuurd heeft, heeft zij veel aan hem te danken gehad,
en is de boekerij gemakkelijker toegankelijker geworden voor geleerden uit
heel de wereld. Ook heeft hij de verzameling zeer verrijkt. Als hand
schriftkundige heeft Ehrle een Europeesche vermaardheid verworven, maar
ook op het gebied van kerkgeschiedenis en kunstgeschiedenis heeft hij
verdienstelijk werk geleverd.
N. R. C., 7 April 1911.
Een Leibbrandt-Vereeniging. In The State van Maart
bepleit Jan D. Colvin de oprichting van een Leibbrandt-Vereeniging in
Z.-Afr., in den geest der Holl. Linschoten-Vereeniging, waarvan het doel
dus zou zijn het uitgeven van oude werken, betrekking hebbende op de
geschiedenis van Zuid-Afrika. De Afrikaners zouden hiermede tevens eeren
de nagedachtenis van den Kaapschen archivaris J. H. Leibbrandt.
Neerlandici, April 1911.
Brand te Schaerbeek. Bij den brand van het stadhuis te
Schaerbeek op 17 April 1911 zijn alle archiefstukken, die op den zolder