250 scheiden, en, na eerst van 1811 tot 1879 op de rechtbank te Assen berust te hebben, krachtens het Koninklijk besluit van 8 Maart 1879 naar het rijksarchief in Drente zijn overgebracht. Behalve deze z.g. rechterlijke archieven en de nog in de gemeenten berustende stukken van administratieven aard is er nu nog een derde rubriek van stukken, die oudtijds evenzeer deel hebben uitgemaakt van de archieven der kerspelen in Drente. Het zijn die gedeelten, die door toe vallige omstandigheden waren vermengd gebleven met particuliere stukken van kerspelbestuurders of schuiten en allengs met andere stukken van par ticulieren aard voor het Drentsche depot zijn aangewonnen. In den inventaris, welks titel hierboven is afgedrukt, worden in de eerste afdeeling laatstgenoemde fragmenten van archieven van kerspelen beschreven. Daarop volgt in de tweede afdeeling een beschrijving van de marke-archieven, voorzoover die thans in het rijksarchiefdepöt in Drente berusten. Ook deze archieven zijn grootendeels door particulieren geschonken. Ze strekken zich evenwel ook uit over de periode na 1811 (men vindt zelfs stukken van 1871, zie Inv. nr. 228), maar in zooverre komen ze met de kerspel-archieven overeen, dat ook dit slechts eert gedeelte vormt van hetgeen er nog aan marke-archieven in de provincie bij parti culieren moet berusten. Toch was het goed gezien van Mr.JoosTiNo, deze fragmentarische verzameling thans reeds door den druk tot gemeengoed te makenimmers zoodoende zal te eerder de zaak onder de aandacht komen van hen, die onder hunne familiepapieren nog fragmenten van marke archieven bezitten, en zullen deze er, naar men mag vertrouwen, toe gebracht worden ook die stukken in het rijksarchief in Drente te deponeeren. Moge daarom spoedig een supplement op dezen inventaris noodig zijn, en daarmede tevens een supplement op de door Mr. Joosting uitgegeven in hoofdzaak aan dezen inventaris ontleende verzameling van markerechten 2). Het van de marke-archieven gezegde is natuurlijk evenzeer van toe passing op de kerspel-archieven. Toch zullen de laatste altijd.veel minder volledig blijven, zoolang de gemeenten de belangrijkste gedeelten daarvan nog onder zich houden. De vraag is daarom bij mij opgekomen, of het wel wenschelijk was de kleine fragmenten van kerspel-archieven nu reeds in dezen inventaris op te nemen. Al verzet toch art. 103 van de Gemeentewet zich er tegen de gemeente-archieven voor het rijksarchief-depót op te vragen, de moge lijkheid blijft altijd bestaan, dat een gemeente vrijwillig haar archief aan het depót in bruikleen afstaat, en in dit laatste geval zouden de in dezen Alleen de marke-archieven van Grollo en Roswinkel zijn van de besturen dier marken overgenomen. 2) Versl. en Meded. van de Vereen, tot uitgaaf der bronnen van het Oud- Vaderlandsche Recht VI, 1 (1910), blz. 271 vlg. 251 inventaris reeds beschreven stukken opnieuw bij den inventaris van het in het rijksarchief geplaatste gemeente-archief moeten worden ingelijfd. Mr. Joosting had dus kunnen volstaan met voorloopig uitsluitend de Drentsche marke-archieven te beschrijven en in de inleiding mede te deelen, dat er, behalve deze, in het depót ook verschillende fragmenten van kerspel-archieven berusten, voor welke eveneens aanvulling uit particuliere verzamelingen ten zeerste gewenscht is. De inventaris en daarbij aansluitende regestenlijst is overigens met de zorg en uitvoerigheid beschreven, zooals we die van den ijverigen beheerder en beschrijver van het Drentsche depót gewend zijn. We brengen Mr. Joosting dan ook gaarne hulde voor het nuttige en noodige werk, dat met dezen inventaris weder door hem verricht is. Alleen nog enkele losse opmerkingen tot besluit. Was het niet beter geweest nr. 4 van dezen inventaris eenvoudig bij nr. 42 van den inventaris van de schultengerechtsarchieven te laten? Met evenveel recht toch had men ook verscheiden andere stukken van admi nistratieven aard, in laatstgenoemden inventaris beschreven, bij de kerspel archieven kunnen inlijven en in dezen inventaris pro memorie vermelden. Ook kunnen in den inventaris der kerspelarchieven moeielijk op hun plaats zijn enkele stukken van na 1811, zoo b.v. Inv. nr. 46 en nr. 137. Ze behooren tot de archieven van de maires, resp. van Nijeveen en Ruinerwold. Nr. 1 van de regestenlijst is van onzekeren datum. Het zou daarom de voorkeur verdiend hebben, dit nummer geheel aan het einde van die lijst te plaatsen, ook in overeenstemming met Inv. nr. 200, waar het stuk z.j. het laatst vermeld is. L. LASONDER. Berichten. Jubileum van den rijksarchivaris in Friesland. 1 Mei j.l. was het 25 jaar geleden, dat de heer Mr. J. L. Berns zijne betrekking aanvaardde van archivaris in Friesland en bibliothecaris der provinciale bibliotheek van Friesland te Leeuwarden. Benoeming van den archivaris te Schiedam. B. en W. van Schiedam hebben benoemd tot archivaris der gemeente, den heer N. J. M. Dresch te Schiedam, redacteur van de Nieuwe Schiedamsche Courant. Naar aanleiding van deze benoeming stelde de heer De Jong in de raadsvergadering van 25 April 1911 de volgende vragen: „Hebben ge gradueerden gesolliciteerd? Is voorlichting op de sollicitatiën gevraagd

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1910 | | pagina 28