246
De toren der Kathedraal van 's-Hertogenbosch. T. a, p. VIII, 187 vlg.
De St. Pancraskerk te Leiden. T. a. p. VIII, 190 vlg.
J. Nanninga Uitterdijk.
Aanteekeningen betreffende eenige geestelijke goederen der stad Campen
in Drenthe gelegen. Nieuwe Drentsche Volksalmanak, 1910, 75 vlg.
Rede, uitgesproken bij de onthulling van de gedenkplaat in de
St. Nicolaaskerk te Kampen ter gedachtenis van den klokgieter Geert
van Wou, 13 October 1909. Verslagen en Mededeelingen der Vereeniging
tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis, XXVI, 21 vlg.
Spotverzen op regeeringspersonen te Kampen, 1765. T. a. p. XXVI,
98 vlg.
J. S. van Veen.
Advies van het Hof van Gelderland aan den Raad van State over het
verblijf van Jezuieten te Emmerik. Bijdragen en Mededeelingen van het
Historisch Genootschap, XXXI, 247 vlg.
S. Herrlich. Beknopt overzicht der Grieksche mythologie. Naar het
Duitsch voor Nederlandsche gymnasia bewerkt. 6e druk. Groningen,
J. B. Wolters' Uitgeversmaatschappij. 8°.
Collecte voor Steenwijk. Verslagen en Mededeelingen der Vereeniging
tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis. XXVI, 19 vlg.
Mededeelingen aangaande den strijd om Goor in Juli 1581. T. a. p.
XXVI, 164 vlg.
Het ambt Voorst onder het bestuur der Jonkers. Gelre. Bijdagen
en Mededeelingen. XIII, 353 vlg.
Rechten van Terborg. Verslagen en Mededeelingen van de Vereeni
ging tot uitgaaf der bronnen van het oud-vaderlandsch recht, VI, 1, 13 vlg.
Eene Overbetuwsche dingtaal van 1568. T. a. p. VI, 1, 106 vlg.
Zie ook F. A. Hoefer.
E. Wiersum.
Jan Bisschop. Met een plaat. Rotterdamsch Jaarboekje, VIII, 50 vlg.
Het schilderijenkabinet van Jan Bisschop te Rotterdam. Oud-Holland,
XXVIII, 161 vlg.
Te pand gegeven drukkersgerief. Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheek
wezen, 1910, 266 vlg.
Kleinere b ij dragen.
De overdracht der rechterlijke archieven in 1811. Het
is van algemeene bekendheid, dat bij de instelling van de nieuwe rechter
lijke organisatie in 1811 de schifting tusschen rechterlijke en administratieve
stukken vaak zeer onzuiver heeft plaats gehad. Dat er echter somtijds
247
ook met opzet en met goedvinden van de regeering rechterlijke stukken
in de gemeenten zijn achtergehouden, daarvan kan de hierbij ongecorri
geerd afgedrukte brief het bewijs leveren. Het is een aan den prefect van
het departement van de Bouches de l'Escaut gericht schrijven van den
maire der op het eiland Walcheren gelegen gemeente St. Laurens. De
zaak is nog te merkwaardiger, omdat deze maire geen ander was dan de
bekende beoefenaar der Zeeuwsche geschiedenis Jacob Verheije van Citters.
„St. Laurens, le 24 Juin 1811.
Le Maire de la commune de St. Laurens
a
Monsieur le Préfet des Bouches de l'Escaut
etc. etc.
Monsieur le Baron
En conformité de votre arrêté du 8e Juin, 4 et 6, monsieur le juge
de paix du canton Veere a été ici dans la commune pour inventairiser
les papiers etc., ayant rapport a le tribunal et chambre des orphelins,
existant jusqu' a eet moment dans cette commune, et sur ma remonstrance,
fait a monsieur le juge de paix, que dans les registres, dans lesquelles
dits papiers sont conservées, il se trouve mellées divers actes de police
et autres affaires privées, regardant la bourgeoisie de cette commune, et
qu'ainsi ils serait a désirer, que ces registres restaient déposées a la mairie
avec les autres papiers de l'administration proprement dite, qui sont déja
déposées la, suivant l'arrêté de monsieur votre prédécesseur du 21 Décem-
bre 1810, monsieur le juge de paix a eu la bonté de laisser les cinq
registres inventarisées chez moi, en attendant que monsieur le préfet déli-
berera ultérieurement sur cela, m'ordonnant de donner advis de tout cela
a vous, monsieur, duquel ordre je m'acquite par la présente, vous priant
bien humblement de vouloir disponer ainsi sur cette matière, que les dites
registres resteront chez les autres papiers de la mairie sous telles conditions,
que vous, monsieur, voudries imposer, afin de telle manière les individus
de cette commune pourront a tous temps avoir un accès facile aux actes,
qui concernent leurs affaires particulières. Et comme cela servira a l'utilité
publique j'ause me flatter, que monsieur le préfet m'accordera cette demande,
surtout puisque ces papiers n'on point de valeur allieurs.
Monsieur le Préfet,
J'ai l'honneur de me nommer avec respect
Votre trés humble serviteur
(get.) Verheije van Citters."