230 blad perkament van dezelfde sterkte en teekent daarop met een potlood het profiel van de randen van het te restaureeren blad af en snijdt dit profiel met zorg uit. Bij het afteekenen van het profiel moet men echter letten op die plaatsen, die aan den rand van het fragment niet met schrift bedekt zijn, onbeschreven plaatsen dus, waar het er aan toe te voegen strookje op het perkament van het handschrift oversteken kan, om het behoorlijk daaraan te bevestigen. Op deze plaatsen late men dus bij het uitsnijden een strookje perkament over voor het overplakken. Verder moeten op die plaatsen, waar het strookje perkament opge plakt zal worden, èn het op te plakken stukje van het strookje èn het hierdoor te bedekken stukje van het te restaureeren fragment voorzichtig afgeschaafd en op de dikte van het perkament van het origineele hand schrift worden gebracht. Dan worden het fragment en het uitgesneden strookje in elkaar gelegd de overhangende stukjes worden met gewone stijfsel op elkaar gekleefd en de daarnaast geplaatste deelen op hun juiste plaats door op de haar zijde licht opgekleefde vloeipapiertjes (Seidenpapier) vastgemaakt. Daarop wordt het aangevulde blad omgekeerd en met een penseel de ruimte tusschen de beide deelen met gelatine ter dikte van het perkament op de boven beschreven wijze opgevuld, met een aluinoplossing bestreken enz. b. Het gebruik van Cellit. Perkamenten, vooral perkamenten rollen, waaraan door vocht met het vet gehalte iedere consistentie zoo onttrokken is, dat ze niet ontrold, zelfs niet eens aangeraakt kunnen worden, zonder uit elkaar te vallen, moeten, voordat de bovenbeschreven gelatine-behandeling kan worden toegepast, door cellit versterkt worden. Hiervoor wordt de te restaureeren perkamentrol op een blad gewoon zijdepapier gelegd, waarvan, indien er iets aan zou blijven kleven, alles door middel van den verdunningsvloeistof gemakkelijk weer afgeweekt kan worden. Hierna schudt men een weinig onverdund cellit in een porce- leinen pannetje met een tuitjeuit dit pannetje giet men het cellit op den rol, te beginnen bij den rand, totdat het perkament verzadigd is. Nadat de geheele bovenkant van de rol overgoten en verzadigd is, wacht men ongeveer 2 uren, totdat het cellit een weinig hard geworden en daardoor het perkament versterkt is. Het zoo versterkte gedeelte kan nu ontrold worden, zoodat een tweede gedeelte van het beschadigde perkament kan blootgelegd worden, dat op dezelfde wijze begoten en versterkt wordt. Is de geheele rol ontrold en versterkt, dan neemt men ze van het zijdepapier af en legt ze op een met een vetlaagje bedekte zinkplaat, maakt de deeltjes, die soms nog dreigen af te brokkelen, voorloopig op hunne plaats, bevoch tigt een weinig de vouwen, die nog aanwezig zijn, legt om den rand van 231 de opengelegde rol metalen plaatjes, onder den druk waarvan ze nu drogen en glad moeten worden. Tot verdere restauratie van de op deze wijze door middel van cellit ontrolde en versterkte rollen kan men nu alle bovenbeschreven bewerkingen met de gelatine verrichten. Nog merk ik op, dat cellit ook als fixatief van inkten, die te licht loslaten of afschilferen, voortreffelijke diensten verricht. Doch het moet voor dit doel sterker verdund worden. c. Restaureeren van papieren handschriften. Is het papier slechts door vocht verzwakt, doordat het wegens het verlies van de lijm iedere consistentie heeft verloren, dan is het voldoende, voor het geval het papier tamelijk dik is, ieder blad van het uit den band gehaalde handschrift een of tweemaal een behoorlijk quantum van gelatine of stijfsel toe te deelen. Hiervoor wordt het te versterken blad op een zinkplaat gelegddan geeft men het slechts op een zijde, met een breed penseel (pennellessa), zoo mogelijk met een enkele streek, een rijkelijk quantum tamelijk vloeibare stijfsel. Het zoo bestreken blad legt men dan met den drogen kant op een door de werkplaats gespannen lijn en laat dit drogen. Is het gedroogd, maar nog niet genoeg versterkt, dan herhaalt men dezelfde behandeling aan de andere zijde. Is het papier te dun, te zeer verzwakt of zooals het bij het meerendeel der in Italië tusschen .1550 en 1650 geschreven banden van de archieven en bibliotheken het geval is door slechte zoogenaamde vitrioolinkt ingevreten, dan kan slechts geholpen worden door opkleven van zijden sluier (gaas), al is het dan ook slechts voor eenigen tijd Hiervoor lost men 8 deelen (gram) Fransche gelatine (Marca d'oro) in 100 deelen gewoon water op in een metalen bakje boven een spiritus- lampje en neemt, nadat alles opgelost is, door middel van een penseel het aan de oppervlakte zich vormende vel met het vuil weg 2). Nu maakt men de te behandelen bladen door middel van natte vellen vloeipapier vochtig, opdat ze zich uitzetten, voordat de sluier er opgelegd wordt 3). Vervolgens Wij betrekken dit van E. Pauty, 27 Rue Pints-Gaillot, Lyon, de M. voor 65 centimes, bij bestelling van minstens 60 M. 2) Bij het toemeten der gelatine moet in alle geval ook op de hoedanigheid van het papier gelet worden en bij zwak papier, dat de lijm verloren heeft, is het aanwenden van een sterkere dosis aan te raden. 8) Het uitzetten van het handpapier(P) alsook van elk sterk gelijmd papier en van perkament bij bevochtiging en het samentrekken bij het drogen moet steeds in rekening gebracht worden. Eveneens is het van gewicht nooit papier- of perka- mentdeelen van verschillende sterkte te verbinden. Het niet rekenen met deze elementaire regels van het boekbindersvak is de bron van beteekenisvolle nadeelen en vooral het vormen van vouwen, hetgeen niet alleen de leesbaarheid van het schrift benadeelt, maar ook tot breuken aanleiding geeft.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1910 | | pagina 18