150 de- hoede van den secretaris moeten worden gesteld, en de archieven van de andere hoofden van takken van dienst, d. w. z. den commissaris van politie den architect (directeur van gemeentewerken of hoe hij anders moge genoemd worden) en de hoofden der gemeentebedrijven. Ook de archieven der commissiën, bij bepaalde wetten ingesteld, kunnen tot het gemeente-archief worden gerekend, zooals bijv. die van den Schuttersraad, de Kamer van Koophandel, de School- en Gezondheidscommissies en de Kamers van arbeid, terwijl daarnaast de archieven van die vaste commissiën zijn te vermelden, welke, benoemd uit en door den Gemeenteraad, dien Raad of B. en W. in hun bestuur bijstaan. Al die bij-archieven geven, afgezien van die der laatstbedoelde com missiën, weinig moeite; al zijn zij gedeponeerd ter secretarie, toch zal hunne scheiding van de verdere secretarie-papieren vrij gemakkelijk gaan de grootste moeilijkheid van een goede regeling is echter gelegen in de archieven van den Raad, Burgemeester en Wethouders, den Burgemeester en de commissies van bijstand. Laten wij beginnen met het Raadsarchiefin de eerste plaats moeten daarin de notulen geplaatst worden, in de tweede plaats de bij den Raad ingekomen stukken, voor zoover men niet öf het dossierstelsel heeft gevolgd öf deze bescheiden in het archief van B. en W. heeft opgenomen. Verdere stukken kunnen in genoemd archief geen plaats vinden, vooral niet de uitgegane missiven. Zooals wij toch hiervoor hebben gezien, zijn B. en W. belast met de uitvoering van 's raads besluiten, en daartoe behoort in de eerste plaats het schrijven van de brieven, die van 's raads besluiten het gevolg zijn. Wanneer men ergens volgens het dossier-stelsel te werk is gegaan en wanneer dus alle stukken, die op ééne zaak betrekking hebben, in één bundel hun vaste plaats vinden, is het natuurlijk zeer onpraktisch om, waar verreweg de meeste dokumenten tot het archief van B. en W. be- hooren, alleen de aan den Raad gerichte missiven, die veelal de ruggegraat of het sluitstuk van de verzameling uitmaken, afzonderlijk te bewaren. Zonder noodzaak wordt daardoor het werk van hem, die later zulk een dossier-zaak bestudeeren wil, bemoeilijkt. Aan den anderen kant zijn de redenen, die bij chronologische bewaring der stukken tot samenvoeging der ingekomen stukken van den raad met die van B. en W. leiden, ook gemakkelijk te gissenwaar toch dikwijls het stuk ter afdoening in handen van B. en W. wordt gesteld, waar het in andere gevallen hetzij dit dadelijk na ontvangst geschiedt, hetzij het stuk eerst even in den Raad komt naar B. en W. wordt gestuurd ten fine van advies, waar bij afzonderlijke indeeling dikwijls hetzelfde stuk bij B. en W. als uitgegaan, Alhoewel door het rijk benoemd, is hij m.i. geheel als een gemeente-ambtenaar te beschouwen. 151 bij den Raad als ingekomen voorkomt en waar ten slotte de Raad geen uitgegane missives kent, is de handeling van den secretaris om „dan maar de ingekomen stukken van den Raad op te nemen in die van B. en W. te begrijpen zij het dan ook streng theoretisch niet te billijken. Het archief van den Burgemeester is een bespreking overwaard door de eigenaardige stelling, die deze autoriteit in de gemeentehuishouding inneemtnotulen vinden wij er natuurlijk niet in iemand vergadert niet alleen, maar toch is het belangrijk genoeg. Niet slechts hoofd van den Raad en het college van B. en W., in welke positie hij alle aan die lichamen gerichte brieven opent (art. 67 gem.wet), in spoedeischende gevallen voor- loopig onderzoek verricht (art. 68), alle uitgaande stukken teekent (art. 69), met de uitvoering hunner besluiten belast is (art. 70) en in rechtsgedingen, de gemeente betreffende, haar vertegenwoordigt (art. 71), is hij volgens de artikelen 188 en 190 zonder de wethouders met de politiezaken belast, en treedt hij dikwijls persoonlijk op als „rijkskruier", om een meer en meer gangbare uitdrukking te gebruiken. Moeten nu alle aan hem gerichte of van hem uitgaande brieven afzonderlijk bewaard blijven? Streng theo retisch zeker ja, maar de praktijk verzet er zich m. i. tegen. Bij het volgen van het dossierstelsel zou men enkele inlichtingen, die de Burgemeester kortheidshalve persoonlijk vraagt of die hem, betrekkelijk on-officieel, persoonlijk worden gegeven, weer bij de Burgemeesters-stukken moeten zoeken, terwijl de hoofdzaak in het dossier van B. en W. (den Raad) ligt; is het dan niet natuurlijk, dat men die inlichtingen beschouwt als gevraagd door of gegeven aan dat college? Maar ook verder schijnt het mij toe niet anders dan van zelf te spreken, dat de zaken, die B. en W. betreffen, niet gemengd worden tusschen die, welke den Burgemeester alleen aangaan en welke meestal politiezaken zijn of hem in zijn bovenbedoelde functie van rijkskruier bereiken, vooral daarom omdat met die zaken B. en W. zich dikwijls niet mogen bemoeien. Toch kan de scheiding nog zeer moeilijk zijnbij de Militiewet bijv. wordt er een scherp onderscheid gemaakt tusschen zaken, ter afdoening aan den Burgemeester en die ter afdoening aan B. en W. opgedragenmaar in de administratie zullen al deze stukken wel door één persoon of één bureau worden verricht, ja, de verschillende besluiten zullen dikwijls in één register worden opgeteekend in de Gezondheidswet is eenzelfde systeem te herkennen. In de praktijk is dan ook in die gevallen de scheiding tusschen Burge meesters-archief en dat van B. en W. niet door te voeren: de stukken moeten worden opgenomen in één serie en alhoewel dit met de kwestie in geen verband staat, wil ik hier toch even mijne meening weergeven liefst geheel afgescheiden van de overige bescheiden. Het Burgemeesters-archief bevat dan alleen die stukken, welke hem worden toegezonden of van hem uitgaan als hoofd der politie of als uitvoerder

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1910 | | pagina 4