176
Wauters, op verschillende tijdstippen nieuwe stortingen plaats grepen,
zoodat het archiefpersoneel vergroot moest worden, en hoe eindelijk in
1848 alle bijzondere archiefverzamelingen werden opgeheven en alles naar
den archivaris werd overgebracht, aan wien de hoofden van takken van
dienst dagelijks de benoodigde dossiers zouden vragen. Hij geeft daarna
een opgave der in de 10 jaren van zijn beheer ingekomen stukken (dos
siers) en registers, en hij maakt daaruit de gevolgtrekking, dat er jaarlijks
een 13 a 14 duizend dossiers en een 400 registers inkomen
Zijn methode van het maken van dossiers met inschrijving van
elk ingekomen stuk in een indicateur is vrijwel gelijk aan het
door mij hiervóór voorgestelde, waarnaar ik dus kortheidshalve verwijs; alleen
wordt bij hem het dossier door de afdeeling zelve gevormd. Zijn kaarten,
waarop de inhoud van het dossier wordt geklapperd, vermelden de afdeeling
en het nummer, een korte aanwijzing van het meest in het oog loopende
van den inhoud met de jaren, waarover het dossier loopt, een korte ge
schiedenis der zaak en eindelijk enkele opmerkingen. Is er in het dossier
meer dan één belangrijk punt, dan wordt er meer dan één kaart ge
maakt, maar slechts één volledige, de andere verwijzen. Hij is een voor
stander van het „principe de provenance" en zegt met zooveel
woorden, dat het verboden is van twee dossiers één
te maken. Hij heeft de doozen verbannen en gebruikt alleen porte
feuilles. Met plattegronden en kaarten, gevoegd bij een dossier, gaat hij
naar omstandigheden te werköf hij laat ze in een dossier liggen, öf hij
bewaart ze afzonderlijk, maar met verwijzing in het dossier.
Zijn cinematografisch archief kan men in waarde gerust naast de te
Parijs bewaarde fonografische rollen der voornaamste operazangers en
-zangeressen stellen.
In het oud-archief is door legaat het archief van het Verversgilde
gekomen.
Bibliothèque de l'Ecole des Chartes. Revue d'érudition
consacrée spécialement a l'étude du moyen-age, LXXI, 3e et 4e livraisons.
MaiAoüt 1910. Paris, librairie Alphonse Picard et fils.
L. Levillain bespreekt in deze dubbele aflevering den oorsprong van
het klooster te Nouvillé; verder geeft E. Soulnier eenige opmerkingen ten
beste over een vrijstelling voor het huwelijk van Hendrik van Navarre met
Margaretha van Valois (1572: Bartholomeus-nacht)volgens den een is er
geen geweest, volgens den andere is er een valsche pauselijke breve ver
toond aan den sluiter van het huwelijk, den kardinaal van Bourbonde
schrijver zelf geeft geen uitsluitsel. Het voornaamste stuk is zeker dat
De overgifte van registers is zeer onregelmatig, zoodat mij dat middencijfer
wel wat hoog voorkomt; er zijn jaren bij van 209, maar ook van 1405 registers,
terwijl er vóór 1902 geen stortingen geschiedden.
177
van den gestorvene L. Deslisle, over een oud manuscript over St. Hilaire,
dat lóOO te voorschijn komt en waarvan de vroegere geschiedenis on
bekend is; in een postcriptum bespeekt hij een deeltje „Monumenta
palaeographica Vindobonensia", door Joseph von Karabacek,
waarin o.a. het Psalterium voorkomt, dat, naar beweerd wordt, Karei de
Groote (Karei V?) aan Paus Adriaan heeft gegeven. Een „In memoriam"
van L. Delisle, die van 1858 af in het bestuur van de „Ecole des
Chartes" zitting had, mocht, zooals van zelf spreekt, in deze aflevering
niet ontbreken.
Deutsche Geschichtsblatter. Monatsschrift zur Förderung
der landesgeschichtlichen Forschung. XII Band. Heft 1—4. Gotha.
F. A. Perthes.
G. Kropatschek identificeert in de le aflevering Oberaden bij Dort
mund als het „Aliso" van den Varus-slag, terwijl in de 2e R. Hofmann allerlei
merkwaardigs mededeelt uit het door hem bezochte kerkarchief te Eichicht
in het zuiden van Saksen. In Posen heeft H. Witte een lezing gehouden
over de te gebruiken methode bij het nagaan der vroegere verbreiding
van nationaliteit en grensgebiedenhij legt vooral den nadruk op de z.g.n.
„Flurnamen", de namen der hofsteden. De lezing is in de 3e aflevering
van dit tijdschrift afgedrukt, terwijl de 4e gevuld wordt door een verhan
deling over de in het district Salzburg gehouden synoden der 16e eeuw,
door K. Hübner. In de kortere mededeelingen der 2e aflevering komt
een aardige opgave van O. Clemen voor van enkele hongerkunstenaars
der 16e eeuw.
Korrespondenzblatt des Gesammtvereins der deut-
schen Geschichts- und Altertumsvereine. 1910, no. 912.
Berlin, Mittler und Sohn.
De dubbele aflevering 9—10 wordt geheel en al gevuld door een
opsomming door Dr. G. Schrötter van de werkzaamheden van de Beijersche
geschiedkundige vereenigingende eveneens dubbele aflevering 11 12
bevat de notulen van den 10en Duitschen „Archivtag", die 6 September
te Posen plaats vond. Dr. Karge heeft daar een voordracht gehouden
over de Russische archieven, waarna O. Mente van een door hem ontdekte
nieuwe methode van fotografeeren van oorkonden vertelde, nml. door het
rechtstreeks maken van een positief, zonder eerst een negatief noodig te
hebben. Dr. Bailleu heeft daarop een verslag gegeven van het Brusselsche
congres, terwijl Dr. Frederking in zijn voordracht over conserveerings-
middelen van archiefstukken cellit boven zapon stelde en Dr. Prümers een
voordracht hield over de zegels in het staatsarchief te Posen voorhanden.
Archivalische Zeitschrift, herausgegeben durch das baye-