174 voorbeeld veel navolging vindenHet nummer begint met een In memoriam- artikel van G. Busken Huet over den Parijschen bibliothecaris Leopold Delisle. In no. 6 is het 16 bladzijden groote artikel van Dr. C. P. Burger Jr. over zestiende-eeuwsche volksprenten, voor den archivaris, die met de geschiedenis van dien tijd te maken krijgt, zeer zeker de lezing waard het betreft een serie, uitgegeven door den bekenden Caspar Jansz. Coolhaes. Dr. E. Wiersum vertelt een aardig geval van drukkersgerief, te pand ge geven als onderpand voor de richtige uitgave van psalmen. Bulletin de 1'Association des Archivistes et Bibliothé- caires Beiges. 4e et 5e année, 191011. Roulers. 20 November 1910 zijn onze Belgische ambtgenooten te Bergen in Henegouwen bijeengekomen. Dom Ursmer Berlière heeft gesproken over de publiceering der archief-aanwinsten, wat vroeger in de Revue des bibliothèques et archives de Belgique plaats had. J. Cuvelier heeft daarop verslag gegeven van het Brusselsche congres. H. Nélis wilde nog spreken over de verhooging van de traktementen aan de Belgische staats-archieven, maar de tijd drong en daarom heeft hij zijn voordracht tot een artikel omgewerkt met medewerking van Alph. Gielen het is in het le bulletin van 1911 uitgegeven. Het blijkt dat na 1878 de traktementen niet zijn verhoogd; zij waren toen: voor den Archiviste général 7000 8000 frs., chef de section 50006000, sous-chef 37004500, employé Ie kl. 2600— 3400, 2e kl. 16002400 fr. Om drie redenen willen zij daarop de aandacht vestigenom den langen tijd, waarin geen wijziging is voorgevallen, om de énorme verhooging der kosten van levensonderhoud in de laatste 33 jaar en dan, omdat de eischen sedert 1878 zeer zijn verzwaard: een examen is inge steld in 1895, terwijl 2/3 der thans in functie zijnde archivarissen gestudeerd hebben. Wel is in 1901 het beginsalaris der „employés 2de classe" van 1600 verhoogd op 2200 fr., maar verder bleef alles gelijk aan het oude. De twee voorstellers willen daarom een geheel nieuwe verhoogde schaal, een nieuwe regeling der verhoogingen en toepassing van de „roulement indéfini", d. w. z. dat iemand, die een tijdlang het maximum van het salaris, aan zijn rang verbonden, heeft genoten, het salaris van den eerst- volgenden hoogeren post krijgt, al is er ook geen vacature voor dien post hij noemt de tegenwoordige regeling, waarop iemand, die op zijn maximum staat, op het heengaan van zijn superieur moet wachten om meer traktement te krijgen, een loterij. Annales de la Société d'émulation de Bruges. Revue trimestrielle pour l'étude de l'histoire et des antiquités de la Flandre. Tome LX. Bruges 1910. Dit tijdschrift ziet er Franscher uit dan het isvan de 11 artikelen 175 zijn er 5 in het Vlaamschvan de boekbeoordeelingen zijn de meeste in het Vlaamsch, terwijl zelfs een Fransche uitgave in het Nederlandsch is besproken. Dr. Oswald Rubbrecht heeft in enkele Brugsche kerktafereelen van Memlinck portretten van Bourgondische vorsten ontdekt en bespreekt deze in de le aflevering. Het begin-artikel van de 2e afdeeling is een bijdrage tot de geschiedkundige aardrijkskunde van Vlaanderen, door E. van Cappel, namelijk de grenzen van den pagus Mempiscus, een zeer lezenswaardig stuk; hij stelt zich voor, een volgenden keer den pagus Flandrensis te behandelen. In de 3e aflevering beschrijft Ph. van Isacker de zending van den graaf van Fuentes in de Nederlanden (15921596) en deelt S. Ingelram iets mede over Slijpe, een dorp tusschen Ostende en Dix- muidenhij vervolgt deze studie in de 4e aflevering, waarin Baron A. van Zuijlen van Nijevelt een schilderijen-inventaris van Octavius van Steen- berghe en zijn vrouw Marie Danneels, in 1688 te Brugge opgemaakt, uit elkaar pluist en L. Gilliodts van Severen de invoering van den 10en en 20en penning in Brugge (1571 1593) behandelt. J. Yernaux vertelt, hoe in de Fransche revolutie de Bourgondische mausoleeën en de schoorsteen van het Vrije gered werden. In de „notes et documents" van de 4e aflevering wordt van een aardig rechtsgeding verhaald, nml. van een te Brugge in 1625 aangegane wedden schap, of Spinola Breda zou innemen of niet vóór 30 Maart, waarbij een der wedders een kanunnik van de St. Salvatorkerk tot borg had. (G. Desmarez.) L'Organisation du service des Ar chives de la ville de Bruxe 11 es (ArchivesBibliothèque Musée Communal). Bruxelles 1910. De heer Desmarez is iemand, die het gaarne over zijn eigen daden heeft, maar die daden zijn dan ook zulke, dat hij het er over mag hebben. Na in zijn vorig jaarverslag de geschiedenis van het Brusselsche archief te hebben beschreven, gaat hij nu de archivarissen en hun werk naer blijkt uit, dat het „Gouvernement hollandais" zich indertijd vooral bekommerde om de historische archieven, dat zijn in België (Brussel) die van vóór 1800 2). Maar in zijn kracht toont onze ambtgenoot zich eerst, wanneer hij de deponeering der nieuwere archiefgedeelten behandelt, wanneer hij vertelt, hoe in 1835 alle bescheiden van vóór 1 Januari 1834 ten archieve in bewaring werden gegeven, hoe er na 1842, jaar van optreden van 1) Waarom is dit artikel in het Fransch, waar de lezer geacht wordt Hollandsch te kennen? 2) Resolutie van den Min. v. Binn. Zaken van 4 Augustus 1829, mij tot nu toe onbekend, maar die zeker wel nog eens geheel in ons Archievenblad mocht worden opgenomen om den liberalen inhoud, zij het dan ook in vaderlijken geest verwerkt.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1910 | | pagina 16