90
pays prennent les mesures nécessaires pour que les services, qui font des
versements dans les dépots d'archives, emploient exclusivement du papier,
de l'encre et des moyens de reproduction de l'écriture donnant toute
garantie au point de vue de la conservation des documents.
11 Ie Section: Collections annexées aux dépots d'Archives
et aux Bibliothèques.
I. Question I. Expositions de Manuscrits. Le R. P. Van den
Gheyn, S. J. (Bruxelles).
Le Congrès international des Archivistes et des Bibliothécaires, tenu
a Bruxelles en 1910, émet le voeu que les bibliothèques qui ont instauré
des expositions de manuscrits les gardent et les développent; que celles
qui n'en ont pas en dressent, et que celles qui en eurent jadis les réta-
blissent au plus tót.
II. Question I. Expositions d'Archives. M. Schutter (Vienne).
Le Congrès international des Archivistes et des Bibliothécaires, tenu
a Bruxelles en 1910, émet le voeu que des expositions soient organisées
dans les dépots d'archives pour montrer, d'abord l'évolution de l'histoire
nationale, et ensuite les richesses propres au dépot.
III. Question IV. Collection de Sceaux. Abbé Auo. Corbierre (Paris).
Le Congrès international des Archivistes et des Bibliothécaires, tenu
a Bruxelles en 1910, émet le voeu:
1°. de voir créer dans tous les dépots d'archives des collections de
moulages de sceaux
2°. de les rendre accessibles au public;
3°. d'en voir dresser des catalogues;
4°. de voir autoriser des échanges.
Ten slotte werd, om ook voor het vervolg de bijeenkomst van deze
congressen te vergemakkelijken en, met medewerking van alle Vereeni-
gingen van archivarissen en bibliothecarissen ter wereld, de voorbereiding
en de eenheid van werken te bevorderen, op voorstel van den heer Gardy
te Genève het volgende besluit genomen
Le Congrès international des Archivistes et des Bibliothécaires, tenu a
Bruxelles en 1910, décide
1. II est constitué une Commission permanente des Congrès d'Archi
vistes et de Bibliothécaires, ayant pour mission d'assurer la réunion pério-
dique de congrès d'Archivistes et de Bibliothécaires;
2. Cette Commission se compose
L
91
a) du Bureau de la Commission centrale d'organisation du Congrès
de 1910;
bde deux délégués désignés par chaque Association coopérante
c) de représentants des pays dans lesquels il n'existe pas d'Associ-
ation. Ces représentants sont choisis par le Bureau de la Com
mission a raison de deux (un archiviste et un bibliothécaire) par pays.
3. La Commission permanente a son siège a Bruxelles.
4. Le Bureau de la Commission d'organisation du Congrès de 1910
fonctionne comme bureau de la Commission permanente.
Gemeente-archieven.
Schutter ij.
De archivaris in Noord-Brabant (Mr. Ebell) zegt in zijn verslag over
de gemeente- en waterschapsarchieven aan Gedeputeerde Staten dier pro
vincie over 1909 uitgebracht:
„In den loop van het jaar kon ik eenige opmerkingen verzamelen
over de bruikbaarheid van de „Lijst houdende opgaaf van vernietigbare
stukken in de gemeente-archieven". Aangezien evenwel de lijst nog slechts
kort gebruikt wordt, en een algemeen onderzoek wenschelijk is, acht ik
het beter het mededeelen van mijne opmerkingen nog uit te stellen tot
een volgend maal. Wel meen ik er op te moeten wijzen, dat bij eene
strikte toepassing van de aanvulling der lijst (betrekking hebbende op de
bescheiden over de opgeheven schutterijen) er gevaar bestaat, dat voor de
geschiedenis belangrijke bescheiden verloren gaan. Vooral betreft dit de
bescheiden uit de jaren 1830 tot 1840, toen een groot deel der Noord-
brabantsche schutterij gemobiliseerd was. Deze zijn toch goeddeels ver
mengd met de andere, en zouden dus met deze vernietigd kunnen worden,
wat niet gewenscht is."
Het zij mij vergund over het laatste punt mijn gevoelen mede
te deelen.
Bij beschikking van den Minister van Binnenlandsche Zaken van
5 Februari-1909 no. 282' Afd. K. W. is de lijst van vernietigbare stukken
in de gemeente-archieven, vastgesteld bij beschikking van 14 October 1908,
no. 2516, Afd. K. W., aangevuld met onderscheidene stukken betrekkelijk
de schutterij. De in de eerstgenoemde beschikking genoemde stukken
hebben betrekking op inschrijving, loting, aanwijzing van hen, die bij de
schutterij kunnen worden ingelijfd, en jaarlijksche periodieke opgaven.
Geene stukken, welke betrekking hebben op den actieven
dienst van schutters, zijn daarin vermeld.
De registers en andere stukken, op de schutterij betrekking hebbende,
kunnen worden verdeeld in