136
et des Bibliothèques, publié sous la direction de M. Henri Stein. 13e Année.
(1909) no. 7577. Paris, Auguste Picard.
Deze keer is het tijdschrift vooral archivalisch, in het bijzonder het
eerste artikel van C. M. Briquet over zoogenaamde geheime merkteekenen
in papier uit den Renaissance-tijd, welker bestaan hij bestrijdt. Verder geeft
H. Stein een lijst aanteekeningen, op een Zwitsersche reis uit archieven
gesprokkeld en van belang voor Frankrijk, terwijl eindelijk een brief van
Ch. Schmidt wordt opgenomen over slechte toestanden in de voor het
publiek bestemde zalen van de „Archives Nationales" te Parijs.
Bibliothèque de l'Ecole des Chartes. Revue d'érudition.
consacrée spécialement a l'étude du Moyen-age. Tome LXXI, le et 2e
livraisons. Janvier-Avril 1910. Paris, librairie Alphonse Picard et fils.
Een zeer lezenswaard artikel van F. Lot over de Fransch-Keizerlijke
grenzen bij de Schelde is vooral voor Holland van belang, omdat er uit
blijkt, dat onze Dirk I burggraaf van Gent en het land van Waes is
geweest; de conclusie, waartoe de schrijver komt, is dat dat land van
Waes ten minste van 843 tot 1255 een Fransch leen geweest is. J. Viard
vond bij onderzoek, dat een reis, door Philippe VI in 1349 door Zuid-
Frankrijk volgens enkele geschiedkundigen gemaakt, niet had plaats ge
grepen; hij verklaart de gemaakte fout uit het niet kijken naar op de
charters geplaatste kanselarij-aanteekeningen. Aardig is verder een brief
van J. Quicherat over het veranderen van Parijsche straatnamen in 1870;
vooral op bezwaren voor latere archief-onderzoekers legt hij den nadruk.
Mitteilungen der K. Preussischen Archivverwaltung.
Leipzig 1910. Heft 16. Dr. R. Lüdicke. Die Königs- und Kaiserurkunden
der Königlich preussischen Staatsarchive und des Königlichen Hausarchivs
bis 1439. Chronologisches Gesamtverzeichniss der Original-Ausfertigungen.
Hoe langer hoe meer worden alle rijksarchiefdepots in een land
gerekend één geheel te vormen, uit praktische overwegingen in verschillende
deelen des lands gevestigd, zoodat zij dus elkaar aanvullen. Het gevolg
daarvan zijn dan ook summiere inventarissen, zooals er in Italië reeds een
verschenen is, en zooals er hier, betrekkelijkerwijze gesproken, een voor
mij ligt voor Pruisen. Dat dit register want van een andere benaming
kan geen sprake zijn, waar de 3253 oorkonden slechts chronologisch
worden aangeduid ontstaan is, is het gevolg van doorvoering van het
herkomstbeginsel. Nadat toch na 1866 alle oude oorkonden uit de ver
schillende archiefdepots naar een centrale verzamelplaats waren overge
bracht, kwam men later op dezen regel terug bij het doorvoeren van het
herkomstbeginselin dien tusschentijd was er echter in gedrukte werken
dikwijls naar de Berlijnsche verzameling verwezen, wat behoefte deed
137
ontstaan aan een overzicht van de tegenwoordige verdeeling der charters
over de onderscheiden archiefbewaarplaatsen, en vandaar deze uitgave.
Behalve een volgnummer, chronologisch, heeft de schrijver den naam
van den uitgever, het meest aangehaalde registernummer en het archiefdepot
vermeldzoo noodig noemde hij den geadresseerde of een register, in
een minder bekende verzameling voorkomend.
Deutsche Geschichtsblatter. Monatsschrift zur Förde-
rung der landesgeschichtlichen Forschung. XI Band. Heft
812. Gotha. F. A. Perthes 1910.
Heft 8 en 9 bevatten een artikel van Dr. A. Meiche over den plaats
naam Zuckmantel, voorkomende in een grenzen vaststellende oorkonde
van 1241; hij indentificeert daarbij Mantel als den zuck als vertakking,
zoodat volgens hem de plaats een dennenbosch bij een wegensplitsing
aanduidt. In no. 10 deelt K. Hübner iets mede over de Salzburger
archidiaconale synoden, terwijl in de vereenigde nummers 11 en 12 R.
Klötsche een overzicht geeft van de nieuwste onderzoekingen over de
geschiedenis der O.-Duitsche kolonisatie.
Korrespondenzblatt des G esa m m t v e r e i n s der deutschen
Geschichts- und Altertumsvereine. 1910, no. 48. Berlin,
Mittler und Sohn.
Op de vergadering te Worms heeft de heer Paul Joseph uit Frank
furt a. M. gesproken over de Wormser muntgeschiedenis; zijn rede staat
afgedrukt in no. 4, terwijl no. 5 het slot der bijeenkomsten weergeeft
met de voordracht van Prof. Dr. R. Schneider over de middeleeuwsche
artillerie en van Prof. Hoffmann over den bouw van den Wormser Dom.
In No. 7 geeft Prof. Dr. E. Anthes een overzicht van de nieuwste literatuur
van den slag van Varus, terwijl in no. 8 een verhandeling van Prof. Dr.
Lehner over Castra vetera is opgenomen, eigenlijk dienende als voorbe
reiding tot de bezichtiging van dat kasteel.
Archivum Franciscanum Historicum. Periodica publicatio
trimestris. Annus III. Faso III. Typographia ad Claras Aquas prope
Florentiam.
Naar aanleiding van een nieuw boek schrijft pater M. Bihl in het
latijn iets over de wonden van Franciscus van Assisi, terwijl Paschal
Robinson in het Engelsch de geschriften van de Heilige Clara van Assisi
behandelt en het Italiaansch dienst doet voor het stuk van P. Paolo
Sevesi over „il beato Michele da Carcano O. F. M.".
Zou hierdoor misschien de uitdrukking »de Manteling" (bij Domburg) te
verklaren zijn?