132
enkel (voor zoover na te gaan) loopt door tot in de 20ste; slechts drie
beginnen in de 17de.
Een korte aanteekening over den inhoud zelf. Op blz. 9 vermeldt
de heer Joosting onder no. 15 16 van het archief van de Commissie
van landbouw in Drente boekwerken, toegezonden aan de commissie, op
blz. 35 en 36 onder de nos. 5 en 7 fotografiën en een boekwerk. Is
de heer Joosting hier niet te theoretisch te werk gegaan M. i. ten
deele wel. Waar, zooals op blz. 9 nummer 13, het boekwerk ongeveer
in de plaats treedt van een rapport, door den afgevaardigde der commissie
ingezondenwaar, zooals no. 5 op blz. 35, de fotografiën zijn gekocht of
gekregen ter opneming in en bewaring met het archief, en waar, zooals
no. 7 op blz. 36, het boek als een uiting der commissie kon gelden, moet
de vraag ontkennend beantwoord wordenanders is het echter waar, zooals
de nummers 1416 van blz. 9, de toezending geheel en al geschied is ter
verspreiding der werken, dus juist met de bedoeling ze in de bibliotheek
te plaatsen. En geenszins wettigt het opnemen een zoo groote noot als
onder no. 16 gedrukt is.
Maar laten wij niet te zwartgallig zijn, en eindigen met den wensch,
dat ook van andere archiefdepots zulke inventarissen zullen verschijnen
als de serie, ons hier voor Drente verschaft.
Mr. L. G. N. BOURICIUS.
Literatuur-kroniek.
Verslagen omtrent 's Rijks oude Archieven. XXXII, 1908.
's-Gravenhage 1909.
Het verslag van het algemeene depot vermeldt de aanwinst van de
papieren-Gogel en de afgiften in bruikleen der notarieele protocollen van
Rotterdam en Leiden aan de gemeentearchieven dier plaatsen, en geeft tevens
den inventaris der stukken overgenomen van het Departement van Land
bouw, nijverheid en handelals toevoegsel volgen de inventaris van
bescheiden van de Heeren van Brederode en latere bezitters van de heer
lijkheid Vianen, berustende in het Fürstliches Haus- und Landes-Archiv
te Detmold, en een rapport van den heer J. C. Beth over vernietigbare
stukken in gemeente-archieven in Zuid-Holland. In het Overijsselsche
verslag valt vooral het oordeel van den archivaris over het z.g. Decimale
stelsel op, medegedeeld naar aanleiding van een overleg met het Steen-
wijker gemeentebestuurz.i. brengt de opberging volgens dat stelsel groote
kosten met zich. De Groningsche archivaris vermeldt met rechtmatigen
trots de ïnventariseering van ruim 500 charters, te Keulen aangekochtde
0 Zie blz. 3 der „Handleiding voor het ordenen en beschrijven van archieven".
133
stukken wist hij toch met behulp der dorsale aanteekeningen terecht te
brengen bij de rekeningen der Hoofdmannenkamer, waarna later door
liasgaten telkens bleek, hoe hij juist had gehandeld. Een inventaris der
Limburgsche notarieele protocollen sluit het verslag van den archivaris
in die provincie.
Achterin volgen de verslagen van Mr. C. C. D. Ebell over de
bevordering van eene behoorlijke bewaring van gemeente- en waterschaps
archieven in Noordbrabant, van Mrs. P. van Meurs en P. G. Bos over de
regeling van oude gemeente- en waterschaps-archieven in Zuid-Holland, en
het jaarverslag van de commissie van advies voor 's Rijks geschiedkundige
Publicatiën en als bijlage weder daarvan het verslag van het Nederlandsche
Instituut te Rome van Dr. G. Brom en van de onderzoekingen aldaar door
G. J. Hoogewerff.
Dr. G. Hulsebos. Verslag inzake de kerkelijke Archieven,
1 Mei 1910.
Het verslag bevat beschrijvingen der kerkelijke archieven van Heusden,
Zwolle, Steenwijk, Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen, Zierikzee, Schoonhoven,
Stolwijk (Z.-H.) en Utrecht, terwijl er tevens de correspondentie met den
Drentschen Rijksarchivaris naar aanleiding van een zijner inventarissen in
vermeld wordt. Als aanhangsel volgt de inventaris van het Oud-archief
van het Provinciaal Kerkbestuur van Zeeland, 1581 1810, door Dr. L.
W. A. M. Lasonder.
Nasporingen en Studiën op het gebied der Neder
landsche Krijgsgeschiedenis. Vijftiende Jaarverslag (tot 1 October
1909), 's-Gravenhage 1910.
Generaal-Majoor De Bas heeft in dit verslag weer blijk gegeven van
zijn onvermoeiden ijver voor onze krijgsgeschiedenisdat het jaarverslag
dezen keer zich niet voor meer dan deze mededeeling leent, is zijn schuld
niet; een opnoeming van de elk jaar voorkomende wisseling in de mede
werkers enz. is toch van den literatuur-kroniekschrijver niet te verwachten.
Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen. Antwerpen,
's-Gravenhage. Jaargang VIII. No. 12 en 34.
In het eerste dubbel-nummer vertelt Mr. L. Willems Az. iets over
Pieter Doorlant (den schrijver van „Elckerlijck") en zijne twee levens
van St. Anne, terwijl daarachter Dr. A. Hulshof mededeelingen doet
over de bibliotheek der Utrechtsche regulieren, welke als zooveel andere
kloosterbibliotheken opgegaan is in de handschriftenverzameling der
Utrechtsche universiteit. Een beschrijving van een Leuvensch missale
van Johannes de Westfalia door pater Kruitwagen en de lijst der Neder
landsche boeken in de Waalsche gewesten en het buitenland gedrukt (V),