108 en kunstnijverheid, behalve op verschillende gebouwen, op allerlei voor werpen van godsdienstigen en huishoudelijken aard worden gewezen. Ten slotte vermelden wij nog, dat een veertiental bijlagen zijn opge nomen, terwijl een alphabetisch register van eigennamen het werk besluit. Onder de bijlagen welke behalve eene, alle tot nu toe onuitgegeven oude stukken zijn, zijn zeker zeer belangrijke. Deze eene, zijnde een bijzon dere verhandeling over Gerard Alewijnsz, den bekenden „clerc" van graaf Willem III, en zijne familie, maakt daar wel een eenigszins zonderlinge figuur, maar bevat desniettemin over deze overigens niet onbekende persoonlijk heid belangrijke bijzonderheden. Wij zullen ons thans en hier niet begeven in de aan het slot opgenomen beschouwingen omtrent de toenmalige ver houding tusschen de van ouds adellijke geslachten en de burgerfamiliën, al kan ik mij niet ontveinzen, dat op dit onderzoek, terecht door den hooggeleerden schrijver thans „klein" genoemd, wel wat zwaarwichtige en verstrekkende gevolgtrekkingen worden gebouwd 2). Uit de voorafgaande opsomming, iets uitvoeriger dan de inhoudsop gave, die in het onderhavige werk zelf voorkomt, kan blijken en daarom ook meende ik goed te doen haar niet achterwege te laten wat al bij een stedenbeschrijving, zooals Blok die zich voorstelt, komt kijken, en welke verschillende onderwerpen daarbij dienen ter sprake te komen. Het is dan ook geen wonder, dat daarvoor ook ruimschoots wordt gebruik ge maakt van de resultaten, waartoe anderer arbeid heeft geleid. En een schrijver is te meer voor een werk als dit aangewezen, waar ook hij zelf op menig punt door belangrijke detail-studiën licht heeft doen opgaan, gelijk in dezen het geval is. Waar echter onderwerpen zijn, die op vele punten nog verduidelijking behoeven, daar schijnt het mij niet juist, dat de Schr. zich beklagende, dat anderen 3) hem hier in den steek laten, bij de ontginning van het terrein zelf niet de hand aan den ploeg heeft geslagen, en meer licht heeft trachten te ontsteken. En zonder twijfel had hij in navolging van zijn leermeester en voorganger Fruin, in verband met diens bekende studiën op het gebied der oud-vaderlandsche rechtsgeschiedenis, misschien met eenig uitstel der publicatie, zulks tot verhooging der waarde Nu ik toch met de bijlagen mij bezig houd, wil ik bij noot 8 op no. VIII, bi. 318, deze aanteekening niet achterhouden, dat het woord „blijkbaar" hier minder eigenaardig is, daar de Regestenlijst voor Rotterdam en Schieland uitwijst, dat men in dezen aan kleinere ambachten onder Waddinxveen heeft te denken. Zie aldaar het register i. v. Groensvoerd, Pollien en Snodelwijk en de daarbij aangegeven reges ten, welke tevens de meer juiste lezing der namen behelzen. 2) Een vraag in het voorbijgaan: omtrent Willem Cuser teekent de Schr. aan „een homo novus". De Graaf zelf noemt hem, in het t. a. p. aangehaalde stuk: „onse neve". Is hier de Graaf wat onnauwkeurig in het vaststellen van familiebetrekkingen, of wel de Schr. in zijn qualificatie? 3) Verg. bl. 232, n. 4, waar de „juristen" betrekkelijk het onderzoek van het oude recht van Rijnland in dezen zin in gebreke worden gesteld. 109 van den arbeid kunnen doen. Met name geldt dit ten aanzien van het hoofdstuk over „Recht en rechtspraak"; het is dan ook meer bijzonder, met het oog hierop, dat ik in den aanvang de vraag waagde te stellen, of zoodanig uitstel niet gewenscht ware geweest. Voor en aleer hierop nog nader in te gaan, zij het vergund een opmerking van algemeenen aard te maken en ten einde te doen uitkomen, dat ik met belangstellende nauwgezetheid het werk heb doorgelezen en bestudeerd, omtrent enkele ondergeschikte punten een vraag te stellen of iets in het midden te brengen, dat mij persoonlijk, ook misschien voor den Schr. zeiven, niet geheel onbelangrijk toescheen. De algemeene opmerking is dan deze. Het heeft mij willen voor komen, dat de indeeling der stof dikwijls aanleiding heeft gegeven tot herhalingen. Ik zal niet beweren, dat zulks geheel te vermijden ware ge weest, ik wil zelfs erkennen, dat dit, gegeven het onderwerp, hoogst moeilijk, zoo niet geheel onmogelijk is, maar ik zou toch meenen, dat in dezen toch nu en dan wel een weinig te veel op de vergeetachtigheid der lezers is gerekend. Sterk komt dit bijv. uit bij vergelijking van het hoofdstuk, waarin de stadsprivileges zijn behandeld en dat waarin over recht en recht spraak wordt gesprokenen eveneens in die, waarin telkens op de ver houding tusschen de stedelijke regeering, den burggraaf en den landsheer wordt teruggekomen, nl. I, aan het slot, IV en V en eenigermate ook VI ook valt hetzelfde, zij het dan in geringere mate, op te merken bij hoofd stukken III en XIII, wat betreft de kerken en de verdeeling der parochieën. Maar ook te dezen aanzien ben ik de eerste om de waarheid te erkennen van het bekendela critique est aisée et l'art est difficile. En ditzelfde vergeet ik niet, als ik er op wijs, dat men zich een enkele maal wel eens afvraagt, of de Schr. niet eenigermate al schrijvende het verband uit het oog heeft verloren met het onderwerp, waaraan hij bezig was. Zoo bijv. op p. 164 vlg., waar bij de bespreking van de persoon lijke verplichting der burgers om ter heervaart te komen, ons de uitrusting eener expeditie tegen de Friezen en wat daarvoor verder noodig was, wordt geschilderd. Niet minder merkwaardig in dit opzicht schijnt het mij toe, onder de rubriek armoede en armenzorg, naar aanleiding van wat de Sch. noemt weezenverpleging, eenige beschouwingen over den rechts toestand van onder voogdij staande minderjarigen aan te treffen. Nu enkele zaken van ondergeschikt belang. Mij ontgaat de waarde van het argument bl. 8 noot 3 tegen de meening van Fruin, dat de Vliet de Fossa Corbulonis zoude zijn. In verband met de opgravingen te Arentsburgh onder Voorburg nabij de Vliet, schijnt mij deze zaak van voldoend gewicht om haar hier ter sprake te brengen. De Vliet zou van lateren tijd dan het Rapenburg, als stads gracht omstreeks 1200 gegraven, moeten dagteekenen, omdat deze daarin

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1910 | | pagina 15