204 nistische, waarvoor de vondsten van op papyrus geschreven nieuwe doku- menten zoo talrijk zijn, dat tegenwoordig de hieraan gewijde bemoeiingen een eigen naam, de papyrologie, dragenhieronder zijn dan ook dokumenten, die rechtsgeschiedkundig zeer merkwaardig zijn en die, hoewel zij de ont wikkeling van het Romeinsche recht meestal slechts zijdelings aangaan, door de modernen onder de Romanisten, het licht uit het Oosten verwachtende, in het veld van hunne studie worden opgenomen. Het geldt in veel mindere mate voor de latijnsche oudheid, daarentegen veel meer voor de middeleeuwen, zoodat er afzonderlijke tijdschriften, b.v. het „Neue Archiv" zijn, die zulke vondsten openbaar maken. Ontdekkingen van manuskripten trekken soms zoo sterk de aandacht, dat men al licht den indruk zal verkrijgen, dat zij een bijzonder geliefkoosd doel van den wetenschappelijken reiziger zijn, ja dat deze tot het slag der ontdekkingsreizigers behoort. Inderdaad kan dat het geval wezen, zoolang immers ondoorvorschte bibliotheken niet geheel ontbreken en dan soms tot vaststelling harer schatten worden bezocht. Nog meer komt het voor, dat een onderzoeker, als het ware, een spoor heeft, dat hij dan in loco wenscht te vervolgen. Het bestaat in 't bijzonder in onvolledige of zelfs foutieve opgaven, niet zelden gedrukte opgaven, waaruit de onderzoeker met meer of minder beslistheid meent te mogen konkludeeren, dat hier een onbekende bron vloeit. Het is dan niet zelden een dwaalspoor, zooals in de bekende vertelling „Het verloren handschrift" van den Duitschen schrijver Gustav Freitag, waarin de held te vergeefs verloren boeken van Tacitus zoekt, maar, toch gelukkig, bij zijne on derneming eene gade vindt. Van zulke gevallen afgezien, zou het onverstandig zijn naar Rome of Parijs, naar Berlijn of Londen te reizen om ontdekkingen te doen. Men moge in een bibliotheek de pauzen tusschen het werk door brengen met zich op goed geluk handschriften ter inzage te laten verstrekken men moge bij het bezoeken eener stad een verloren namiddag aan zulke bezigheid besteden, zooals ook wel een fatsoenlijk en verstandig bezoeker der Riviera een enkelen keer bij de bank een geldstuk op het spel zet: wie echter een reis met dat doel maakt, is niets anders dan een fortuinzoeker en hazardspeler en zal, zooals deze, meestal bedrogen uit komen want het is, onder deze omstandigheden, niets anders dan toeval, indien men onbekend wetenschappelijk materieel machtig wordt. Toeval, fortuin, geluk, ja inderdaad gelukimmers, zooals mij is verzekerd door iemand, wien hier en daar een vondst te beurt viel, gevoelt elke vinder zelfs een der meest sterke en meest zuivere geluksaandoeningen die er zijn, gepaard met een plechtige stemming, veel minder met het oog op de kansen eener publikatie dan wel in het bewustzijn, op het oogenblik de uitsluitende bezitter van nieuwe wijsheid te zijn. Het is, zoo zeide ik, een zaak van toeval, van fortuin, maar toch niet hiervan alleen 205 „Wie sich Verdienst und Glück verketten, Das sieht die Menge niemals ein Wenn sie den Stein der Weisen hatten, Der Weise mangelte dem Stein". De verdienste bestaat juist hierin, de nieuwheid van het materiaal en zijne waarde zijne geschiktheid voor wetenschappelijke exploitatie vast te stellen. Daarmede zal zich de ontdekker, die zijn vondst publiceert, kunnen tevreden stellen, en hij zal er zelfs wanneer het ontdekte buiten het gebied van zijne speciale studie valt wijs aan doen, zich hiermede te vergenoegen: menige vinder heeft schade geleden door aan zijne zucht, om de nieuwe stof uit te putten, te voldoen. Zelfs de vaststelling der nieuwheid van het materiaal kan nu echter, en wel vooral bij een zoo uitgebreide literatuur als de middeleeuwsche, alles behalve gemakkelijk zijn, waarmede zich dan de vreemde toedracht verklaren laat, dat niet zelden middel eeuwsche vondsten worden bekend gemaakt, die reeds lang gedrukt en aan de liefhebbers van deze Quisquiliën bekend zijn, een, naar het mij toeschijnt, voor den ontdekker niet zeer aangenaam avontuur. Met het feit, dat reeds de verkrijging der genoemde resultaten een soms zeer lastige taak kan wezen, staat dan weder in verband, dat de onderzoeker niet zelden op het oogenblik van zijn vondst zich hiervan niet bewust is, en dat zich dat bewustzijn eerst successievelijk en uit een staat van lang- durigen twijfel en onzekerheid ontwikkelt. Ja, mij is van een ongelukkige verteld, die gedurende weken des ochtends over zijn schat hemelhoog juichte en des avonds tot in den dood bedroefd was, omdat bij hem twijfel over de nieuwheid of de waarde van de vondst waren gerezen ziedaar een voor collega's in de geneeskunde zeker nieuw geval van hysterie. Reeds omdat deze bepalingen de inzage van drukwerk eischen, maar ook om andere redenen, wordt de arbeid van hen, die handschriften be- studeeren, vergemakkelijkt en bevorderd, door een met het oog op hun werk samengestelde en zonder eenigen omslag te gebruiken boekerij tot hunne beschikking te hebben. Op de relatief meest volmaakte wijze is aan deze behoefte in de Bibliothèque nationale te Parijs voldaan. Het Vatikaan bezit een voor de gebruikers der handschriften toegankelijke, onder Leo XIII ingerichte groote boekenverzameling in heerlijke zalen, waaronder ook een rubriek Diritto civile, en haar voortreffelijke Prefekt, de geleerde Jezuiet Ehrle, was zoo beleefd, mij uit te noodigen, hem voorstellen te doen ter aanvulling van deze tot dusver nog al stiefmoederlijk behandelde afdeeling der bibliotheek. Aan deze vleiende uitnoodiging heb ik ook gaarne voldaan, zonder mij echter veel illusies te maken over het succes van mijne desideria pia. In 't algemeen zal de jurist niet al te groote ver wachtingen over tegemoetkoming in de aangeduide richting mogen koesteren want de leiding der bibliotheken is in den regel niet aan personen met

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1909 | | pagina 4