Orgaan van de VEREENIGING VAN ARCHIVARISSEN in Nederland.
Goedgekeurd bij Kon. besl. van 29 Sept. 1891.
Wetenschappelijke reizen
In de statistiek der reizen neemt de wetenschappelijke, die uit het
oogpunt der systematiek het spreekt van zelf niet behoeft onder te
doen, een zeer bescheiden plaats in, tenzij men de grenslijn uit het oog
verliest, die tusschen haar en de ter aankweeking van algemeene beschaving
dienende reis bestaat.
Het doel van de meeste reizen toch is, naast het genieten van licha
melijke uitspanning, het opdoen van algemeene beschaving. Wie in 't bij
zonder steden en landen bezoekt, die vol zijn van getuigen van een groot
historisch, vooral kunsthistorisch verleden, autochthone getuigen of daarheen
overgebrachte, zal niet licht zonder de bedoeling, om zijn gezichtskring te
verruimen, in den vreemde gegaan zijn. Men zou het motief ook het dilettan
tische kunnen noemen, echter zonder de nuance van geringschatting, die soms
met dezen term wordt verbonden, waarvoor hier inderdaad alle reden
ontbreekt. Nu is er toch wel een onloochenbaar verschil in aard tusschen
deze motieven, dat misschien het best uitkomt, door het één als zuiver
receptief, het ander, het wetenschappelijke, als produktief te karakteriseeren,
wat niet met produktie in literairen zin identisch is, zooals omgekeerd
immers ook, letterkundig gesproken, dilettantische produktie voorkomt. En
deze toestand wordt niet hierdoor gewijzigd, dat het object, door den
liefhebber en den onderzoeker tot voorwerp van beschouwing gekozen,
hetzelfde kan zijn, zooals immers ook de kunstgeschiedenisvorscher en de
Voordracht, gehouden voor de studenten der Juridische Faculteit te Amsterdam,
in de Aula der Universiteit aldaar, 10 Mei j.l. en door den Spreker welwillend voor
het Archievenblad afgestaan. [Red.]
Bijdragen voor dit tijdschrift te zenden aan Dr. E. WIERSUM te Rotterdam.