182
Berichten.
Bij Kon. besluit van 18 Februari 1910 is, met ingang van 1 April,
benoemd tot commies bij het Rijksarchief in Zeeland, dr. L. W. A. M.
Lasonder, thans adjunct-commies bij dat archief.
Bij Kon. besluit van 17 Februari is, met ingang van 1 April, benoemd
tot commies bij het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage, J. C. Beth,
thans adjunct-commies bij dat archief.
Bij Kon. besluit van 17 Februari is, met ingang van 1 April, benoemd
tot bode-boekbinder bij het Rijksarchief in Groningen, P. Mekkes, te
Groningen.
Bij Kon. besluit van 16 Februari is benoemd tot plaatsvervangend lid
der tiendcommissie in het eerste tienddistrict, ter standplaats Zutphen,
mr. J. Acquoy, archivaris der gemeente Deventer.
Bij Kon. besluit van 19 Februari is, met ingang van 1 April, benoemd
bij het Rijksarchief in Gelderland, tot amanuensis J. Wolthers, thans
concierge, boekbinder en bediende bij dat archief, met den persoonlijken
titel van amanuensis.
Bij Kon. besluit van 24 Februari is, met ingang van 1 April, benoemd
tot directeur van het Nederlandsch Instituut voor Geschiedkundig en
Kunsthistorisch onderzoek te Rome, dr. G. Brom, aldaar.
Bij Kon. besluit van 22 Februari 1910 is
1°. bepaald, dat de titel van de bij Kon. besluit van 26 Maart 1902
no. 5 ingestelde commissie zal luiden„Commissie voor 's Rijks geschied
kundige publicatiën", en zijn
2°. benoemd bij het bureau van die commissie:
a. met ingang van 1 April 1910, tot directeur dr. H. T. Colen
brander, te 's-Gravenhage, secretaris van genoemde commissie
b. met ingang van 1 Mei 1910 tot klerk, mejuffrouw C. J. Welcker,
te 's-Gravenhage.
Dr. H. T. Colenbrander, secretaris der commissie van advies voor
's Rijks geschiedkundige publicatiën te 's-Gravenhage, is tot wederopzeg
ging toegelaten als privaat-docent in de faculteit der rechtsgeleerdheid aan
de Rijksuniversiteit te Leiden, om onderwijs te geven in de Staatkundige
geschiedenis. N. R. C., 16 Januari 1910.
Dr. H. T. Colenbrander, privaat-docent in de Staatkundige geschie
denis aan de universiteit te Leiden, opende zijn colleges Woensdag 2
Maart te 2 uur, in het klein auditorium der universiteit, met het houden
van een openbare les over Historie en Leven.
183
Aan het Voorloopig Verslag van de Staatsbegrooting voor het
dienstjaar 1910 ontkenen wij het volgende:
Vide Afdeeling, Kunsten en Wetenschappen.
Rijksarchief Sommige leden merkten op, dat de bejegening
van het publiek op het rijksarchief hulpvaardiger kon zijn; zij uitten de
klacht, dat men somtijds lang moest wachten, voordat men werd te woord
gestaan. Andere leden merkten op, dat het feit, dat men somtijds lang
moest wachten, op zich zelf nog geenerlei bewijs van gemis van hulpvaar
digheid oplevert.
Ruil van archieven met België. Men wenschte te vernemen,
in welken stand zich de te dezer zake gevoerde onderhandelingen bevinden,
en hoopte, dat de Minister aan deze aangelegenheid zijne volle aandacht
zou wijden.
Commissie van advies voor 'sRijks geschiedkundige
publicatiën. Art. 93. Meerdere leden hadden tegen de afscheiding-
van deze commissie van het rijksarchief het bezwaar, dat aldus een geheel
nieuwe tak van dienst ontstaat, die reeds aanvangt met een directeur, een
onderdirecteur en een klerk wier salarissen 5000, 3000 a 3900
en ƒ425 bedragen en de volgende jaren wellicht aanvulling behoeft
met commiezen, adjunct-commiezen, portier, bode enz. Men meende, dat
voor het adviseeren omtrent 's Rijks geschiedkundige publicatiën de inrich
ting te breed werd opgezet. Verscheidene leden verklaarden dan ook aan
het voorstel bezwaarlijk hunne stem te kunnen geven.
Rijksarchief te Maastricht. Art. 196. Men herinnerde er
aan, dat meerdere malen, o. m. in de Voorloopige Verslagen betreffende
hoofdstuk V der Staatsbegrooting voor 1905 en 1906, was gewezen op
gebrek aan ruimte in het archiefgebouw te Maastrichtdaarbij was de
wensch geuit, dat de aangrenzende kazerne aan het gebouw zou worden
toegevoegd. Toen werd door den Minister medegedeeld, dat met het
Departement van Oorlog deswege onderhandelingen werden gevoerd.
Gaarne zou men vernemen, hoe het thans met deze aangelegenheid is
gesteld en of eene spoedige oplossing kan worden te gemoet gezien.
In de Memorie van Beantwoording werden hierop de vol
gende inlichtingen gegeven
Rijksarchief. Tegenover de opmerking, dat de bejegening van
het publiek op het Rijksarchief hulpvaardiger kon zijn, en de klacht, dat
Uit de volgorde der onderwerpen schijnt men te moeten opmaken, dat hier
bedoeld is het (Algemeen) Rijksarchief te 's-Gravenhage.