178 heb meermalen zulke inventaris aangevuld, maken van een index „Entsagung" vereischt. gegevens in den index Toch moet ik erkennen, is, men vergete het toch opgenomen en zoo den dat het verkeerd is. Het nooit, een werk, dat veel R. FRU1N. Willekeur van B. en W. van Zaandam inzake weigering van inzage van publiekrechtelijke dossiers aan de tegenpartij. Den 10 April 1909 werden aan H. W. alhier drie vingertoppen der rechterhand, tengevolge van een defect in de electrische inrichting der afsluithekken van de brug van de, volgens de borden aan de brug be vestigd, zich noemende stichting „Fonds van wijlen J. de Hoop" afgekneld. Gemelde stichting wordt bestuurd door een commissie van beheer, waarvan de burgemeester voorzitter en drie Raadsleden leden zijn, terwijl die commissie rekening en verantwoording aflegt aan den Gemeente raad. De twee dossiers, de stichting betreffende, be rusten in het Gemeente archief. Ondergeteekende, raadsman van W., die schadevergoeding vraagt, vroeg schriftelijk aan B. en W. vergunning om inzage der genoemde dos siers, zijnde hem bekend, dat Publiekrechtelijke lichamen, als Staat en Gemeente, die inzage aan de tegenpartij behooren en plegen te verstrekken. Echter gaven B. en W. bij missive van 12 Juli 1909 een weigerend ant woord en tengevolge van die weigering werd gedagvaard het „Fonds van wijlen J. de Hoop' waarop de Gemeent eadvocaat, Mr. Kappeyne van DE Coppello, berichtte, geen procureur te kunnen stellen, aangezien de stichting heet: „Fonds van Weldadigheid te Zaandam", zoodat de han gende zaak geroieerd en opnieuw gedagvaard moest worden, hetgeen het gevolg was van de weigering van inzage der dossiers. Eenig voorschrift of eenige vaste regeling tot beteugeling van dergelijke willekeur zou zeker niet overbodig zijn in het algemeen belang. Zaandam, December 1909. Mr. J. F. E. BOELE, Advocaat en Procureur. 179 Kleinere bijdragen. Archievenverzorging in vroegere t ij den. „Originele sigilla, welke in 1200, 1300, etc. gebruikt mogten zijn geworden, geloof ik niet dat hier voorhanden zijn, of dezelfde moesten op den zogenaamde Plunderzolder hier of daar in een hoek verscholen liggen. Naar alle waar schijnlijkheid zijn daar, op een zoldertje van Gedeputeerde Staten-kamer, nog meer schatten, voor enen oudheidkundigen van waarde, verborgen maar voor iemand, die daarvoor geen swak en ook genen aanleg heeft, zijn deze plaatsen, welke in de vorige troebele en revolutionaire dagen zodanig geplunderd en met alle ontuig opgevuld wierden, gantsch niet aanlokkelijk om daarop maanden of dagen door te brengen". Het bovenstaande is een uittreksel uit een brief van burgemeester A. F. van den Steen aan G. van Hasselt, Nijmegen 10 Februari 1819. VAN SCHEV1CHAVEN. Stukken bij de tiendcommissiën. Als een bewijs, van hoe groot belang het is om een wakend oog te houden op de stukken, die in verband met de afschaffing der tienden thans voor den dag komen, wordt hier een onbekend grafelijk charter van 1338, October 12 afge drukt. Het komt noch bij Van Mieris noch in de Regesta Hannonensia voor. Het stuk is uitstekend bewaard geblevenalleen het zegel in gele was is voor een groot gedeelte verdwenen. Het behoort aan den heer Jhr. W. E. J. Berg van Dussen Muilkerk te Soerabaja en berust thans bij den heer Mr. W. C. Mees te Rotterdam. E. W. „Willem, grave van Heynegouwen, van Hollant, van Zelant ende heer van Vrieslant, maken cont allen luden, dat wi ghegheven hebben ende gheven heren Daniel van der Merwede, onsen truwen ridder, ende alsulke gratie ghedaen, dat alle dieghene, die in Muylkerke, in heren Daniels vorseid ambocht, wonende sijn, dat men se in gheenre bortucht winnen en mach van dootslaghe, noch van leemten, noch dat sy ghen maechghelt gheven en sullen, hogher danne tafterzusterkint vijf scelinghe Hollansche, ende also alst beloept van der maechscip van den afterzusterkinde. Ende ommedat wi willen, dat heren Daniele ende sinen ambochtsluden vorscreven dit wettelike ende wel ghehouden worde, so hebben wi desen brief be- zeghelt met onsen zeghele. Ghegheven tote Halen s Manendaghes na Sente Victors dach, int jaer ons Heren Mille achte ende dortich".

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1909 | | pagina 21