opgenomen; verkorting van deze namen tot de eerste letters zou beslist
ondoenlijk zijn. Ik vertrouw, dat door de aangevoerde argumenten voldoende
de ondoelmatigheid bewezen is van het gebruik van enkel voorletters en
de noodzakelijkheid van het opnemen van voornamen. Alleen dus waar
in de inventarissen bij familienamen enkel voorletters zijn vermeld, worden
deze op gelijke wijze ook in den index opgenomen.
Ten slotte zij nog opgemerkt, dat, waar twee leden eener familie den
zelfden voornaam dragen, in de meeste gevallen het bijgevoegde jaartal
(zie 15) voldoende inlichting zal geven, om de twee personen van
elkander te onderscheidenwaar dit niet het geval mocht zijn, moet eene
nadere aanduiding er zoo mogelijk bijgevoegd worden.
Bijnamen worden tusschen achter den familienaam of het patrony-
micum van den persoon geplaatst; maar bovendien ook in de alphabetische
volgorde opgenomen met eene verwijzing' naar den familienaam, aangezien
de mogelijkheid kan voorkomen, dat een persoon elders alleen onder een
bijnaam vermeld wordt.
Enkele malen komen in archief-inventarissen namen voor van personen,
die stukken aan het archiefdepot hebben ten geschenke gegeven of in
bruikleen afgestaan. Somtijds worden ook namen van personen genoemd,
die afschriften vervaardigd, indices samengesteld, verloren stukken terecht
gebracht hebben enz. De namen dezer personen zijn voor den inhoud
der respectieve stukken niet van het minste belangze zijn van louter toe-
valligen aard en moeten dus ook in een index niet worden opgenomen.
2. Met afwijking van het bepaalde in 1, worden de
middeleeuwsche persoonsnamen n op den voornaam (met
b ij voeging van den familienaa m) èn op den familienaam
(met den voornaam tusschen haakjes daarachter) in den
index opgenomen. Wanneer dezelfde persoon met twee
namen in den index voorkomt, geschiedt de vermelding
van de nummers of de pagina's van het geïndiceerde
werk alleen bij den familienaam, terwijl bij den voor
naam met eene verwijzing volstaan wordt.
Deze vestigt de aandacht op. de omstandigheid, dat er verschil
bestaat in de eischen, die gesteld kunnen en in sommige gevallen ook
moeten worden aan den index op een oorkondenboek, eene regestenlijst
of den inventaris van een archief, welks inhoud uitsluitend uit middel
eeuwsche stukken bestaat, en den index op den inventaris van een
archief, waarin alleen, of voor het grootste deel, stukken uit lateren tijd
beschreven zijn.
Bij geen van de hier te behandelen drie indices treedt dit verschil
51
sterker op den voorgrond dan bij die van persoonsnamen. De oorzaak
hiervan ligt voor de hand: bij den index van zaken zal, zeer enkele
gevallen uitgezonderd, de samensteller de zaken steeds kunnen aanduiden
met benamingen, die door de eeuwen heen dezelfde zijn gebleven, terwijl
bij de enkele in onbruik geraakte namen, zoo noodig, eene verwijzing
kan aangebracht worden. Bij een index van plaatsnamen kan een
kleiner of grooter verschil in de spelling, in enkele gevallen zelfs eene
geheele verandering van den naam, van eenigen invloed zijn op de wijze
van indiceeren, maar toch nooit in die mate, dat het wezen van den index
daarvoor verandering behoeft te ondergaanzoo noodig zal door het aan
brengen van verwijzingen ook hier het vereischte verband bereikt kunnen
worden.
Geheel anders is het echter gesteld bij een index van persoonsnamen
daarvoor moet inderdaad onderscheid gemaakt worden tusschen de namen
uit- en na de middeleeuwen. Dit onderscheid vindt-zijne oorzaak niet in
den min of meer afwijkenden vorm van de spelling of eenige andere
bijkomstige omstandigheid, maar in het alles beheerschende feit, dat
gedurende de middeleeuwen de opvatting, wat iemands eigenlijke naam
was, niet altijd dezelfde is geweest. „Oorspronkelijk", zegt de Hand
leiding 82), „had ieder mensch slechts één naam later ontstond de
behoefte de verschillende individuen met denzelfden naam onderling te
onderscheidendit geschiedde eerst door het toevoegen van den vaders-
naam, later door het aannemen van een familienaam." Het natuurlijk
gevolg hiervan is, dat de mogelijkheid bestaat, dat in stukken uit de
middeleeuwen dezelfde persoon somtijds met verschillende namen voor
komt of alleen met den naam J a n of W i l l e möf (op eene andere
plaats) met bijvoeging van familienamen, Jan Knijff of Willem van
der Voort. Wel is absolute zekerheid hieromtrent niet altijd te ver
krijgen maar reeds met de mogelijkheid daarvan dient rekening gehouden
te worden. De eenige weg voor den samensteller van een index op
middeleeuwsche stukken is dus die van dubbele indiceering: èn op de
voornamen, met bijvoeging van den familienaam, èn op den familienaam,
met den voornaam tusschen haakjes daarachter.
Nu doet'zich evenwel de vraag voor: tot wanneer moet de methode
van dubbele indiceering toegepast worden? De Handleiding zegt
omtrent deze zaak (p. 130), „dat ieder vrijheid heeft om personen meteen
familienaam ook in den index op den voornaam te plaatsen, (omdat) inderdaad
de mogelijkheid bestaat, dat zij elders zonder familienaam voor
komen. Vermeldt men ze dus op den voornaam, dan komen de plaatsen,
waar zij voorkomen, bij elkander te staan". De Handleiding erkent
dus de wenschelijkheid van de methode en geeft aan ieder vrijhei d
die toe te passen, zonder ze evenwel beslist voor te schrijven of den tijd
56