122
Een begin is gemaakt met de bewerking van een beredeneerd overzicht
omtrent de samenstelling van het Staatsche leger van 1572—1795. Het
onderzoek betreffende de vestingwerken te Arnhem werd voortgezet, even
eens dat te Leeuwarden naar de officieren en korpsen, die op de repartitie
van Friesland stonden. Een uitvoerig overzicht wordt gegeven van de
belangrijke vondsten, te Aurich en Emden gedaan, omtrent de briefwisseling
van Johan Maurits van Nassau en andere bronnen voor de Nederlandsche
krijgsgeschiedenis. Een ruiling met het Rijksprentenkabinet van zuiver
militaire platen tegen stukken uit den atlas-Halma kwam tot stand.
En dan volgt op blz. 16 de ietwat verontrustende mededeeling, dat
thans door den Minister van Oorlog is vastgesteld, „welke bescheiden, tot
heden berustende in het depot van archieven van het Departement van
Oorlog, voortaan zullen worden gerekend tot het krijgsgeschiedkundig
Archief te behooren"
Als bijlagen zijn toegevoegd een lijst van de aanwinsten en een
studie van den heer O. Hollander, te Parijs, over „Les aigles des régiments
hollandais, 1811 1814".
Verslag inzake de kerkelijke Archieven, Mei 1909, door
Dr. G. A. Hulsebos.
Naar aanleiding van het regelen van kerkelijke archieven in Limburg
deelt onze kerkelijke collega tevens iets mede over de geschiedenis der
hervormde gemeenten aldaar, vooral over die in Maastricht en Urmond.
Na Arnhem bezocht hij Middelburg, waar de toestand der archieven
niet gunstig genoemd wordt, verschillende plaatsen der zuidelijke eilanden
reeks en Zeeuwsch-Vlaanderen, om met Overschie te eindigen. Tot slot
geeft hij eenige inlichtingen over het diaken-archief in Den Haag, het
archief te Asperen, te Heusden en dat te Utrecht.
Verslag der werkzaamheden van het XXIste congres
van den Bond der Genootschap p en ter beoefening van
Belgische geschiedenis en oudheidkunde, van 31 Juli tot 5
Augustus te Luik gehouden 2) door Dr. G. Brom, afgevaardigde der
Regeering. Bijvoegsel tot de Nederlandsche Staatscourant van Zondag 29
en Maandag 30 Augustus 1909, no. 202 (Rapport 1909, no. 56).
Dr. Brom heeft volgens zijn rapport de geschiedenis-afdeeling gevolgd,
waarvan hij, jammer genoeg, de zuiver wetenschappelijke onderwerpen niet
opnoemtmaar hij geeft alleen den wensch van het congres weer, waar dit
zich uitsprak, dat kleinere archieven, vooral die van families, en ook die
van aanzienlijke handelshuizen en industriëelen in de openbare depots
zooveel mogelijk dienen te worden opgenomen.
Zie hierachter blz. 136. Red.
2) Zie Archievenblad 1908/09 (17e jrg.), blz. 247.
123
Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen. Jaargang
VII, no. 3 en 4.
Beide nummers bevatten gedeelten van het artikel van Dr. C. P.
Burger Jr. over de oude Hollandsche zeevaart-uitgaven, dat met de bespre
king der drukken van het Waterrecht ten einde wordt gebracht, en stukken
van een nieuw artikel van J. W. Enschedé over het papier en den papier
handel in Noord-Nederland gedurende de zeventiende eeuw, welk onder
werp in hem een goeden bespreker vindt, en vooral ook voor de archieven
van belang is. Dr. C. P. B. Jr. bespreekt verder in no. 4 de rede, door
Dr. S. G. de Vries bij het aanvaarden van het buitengewoon hoogleeraars-
ambt te Leiden uitgesproken. In een bundel „Varia" der Antwerpsche
stadsbibliotheek vond Emm. de Bom een berijmd epistel over strafuitvoe
ringen door de inquisitie, op de helft van een perkamenten blad, gescheurd
uit een Latijnsche, vermoedelijk devote verhandeling. Het heeft betrekking
op een inquisitoriale strafuitvoering, ergens (waar, is de heer De Bom niet
te weten gekomen) op 24 en 25 September 1559 gehouden, en waarbij
op den eersten dag 27 personen zijn verbrand, den tweeden 28, op ezels
gezeten, gegeeseld zijn.
Bibliothèque de l'Ecole des Chartes. Revue d'érudition,
consacrée spécialement a l'étude du Moyen-age. Tome LXX le 4e livrai-
sons. Janvier-Aoüt. Paris, librairie Alphonse Picard et fils.
Na een artikel van J. Delaville Le Roulx over de bul tot convocatie
van een bijeenkomst van Hospitaalridders, in 1365 te Carpentras gehouden,
bevatten de eerste twee samengevoegde afleveringen een artikel van
L. Demaison over een valschen datum op een origineel charter uit de
13de eeuw, waar de overschrijver heel gewoon het woord der tientallen
heeft overgeslagen, zoodat het op 1304 geboekt staat, terwijl men niet
anders kan aannemen dan dat het in 1364 is opgesteld. De tweede dubbel-
aflevering bevat bijna niets dan kunst-historische of handschriftkundige
artikelsalleen dat van L. Auvray over een register van Gregorius X in
de gemeente-bibliotheek te Pérouse moet hier vermeld worden.
De archieven van het Fransche ministerie van Buitenlandsche Zaken
zijn voor onderzoekingen geopend tot 23 Februari 1848 voor wat betreft
de politieke correspondentie en de afdeeling „Memoires et Documents",
tot 14 September 1791 met betrekking tot de consulaire correspondentie,
terwijl deze laatste datum gewijzigd zal worden telkens wanneer een nieuw
gedeelte in orde zal gemaakt zijn.
Mitteilungen der K. Preussischen Archivverwaltung.
Leipzig 1909.
Heft 12. Dr. O. Meinardus und Dr. R. Martiny. Das neue