48 de Handleiding 84, 85, 87), voor alle soorten van inhouds opgaven het woord index aangenomen. Het is onnoodig de motieven, die voor deze naamsverandering pleiten, hier te herhalende belang stellende kan deze ter aangehaalder plaatse nagaan. Men spreke dus voortaan van een index van persoonsnamen, van een index van plaatsnamen en van een index van zaken. Indices zijn ontstaan uit de behoefte, om een naam of onderwerp, voorkomende in een geschreven register of een gedrukt boek, in den kortst mogelijken tijd te vinden, door aanwijzing van de plaats daarvan in een zoo beknopt mogelijk samengestelde lijst. Reeds in de oudste handschriften en in incunabelen komen veelal inhoudsopgaven voor, doch deze hebben een anderen vorm dan eigenlijke indices. Het zijn gewoonlijk lijsten, die in de volgorde van den tekst van het boek in korte zinnen aangeven, wat in het werk achtereenvolgens behandeld wordt. Zoo ook komen in lateren tijd chronologische inhouds opgaven voor in schepenregistersin registers van vonnissenvan trans porten en plechten enz., in den regel tafels genoemd. Indices van persoonsnamen komen eveneens reeds vroeg vooreen leenregister der St. Paulus-abdij van 1486 in het Utrechtsche rijksarchief bevat reeds een goed ingerichten index van persoonsnamen. Deze indices zijn echter, naar de gewoonte van dien tijd, niet volgens de familie namen, maar volgens de voornamen samengesteld. Natuurlijk! want wel bezat destijds iedereen een voornaam (doopnaam), maar niet iedereen had een familienaam het bij den voornaam meestal voorkomende patro- nymicum (de vadersnaam) werd alleen gebruikt om de personen met dezelfde namen van elkander te onderscheiden. Eeuwenlang is deze wijze van indiceeren op de voornamen in gebruik gebleveneerst in registers uit het begin der 18e eeuw komen indices voor, gerangschikt naar de familienamen. Mr. S. Muller Fz. heeft medegedeeld dat in het protocol van den Amersfoortschen notaris Brinckesteyn over de jaren 17051754 twee indices voorkomen, de eerste op de „naamen' (voor namen) der personen, de tweede op de „vannen off toenamen (familie namen) hij concludeert hieruit, dat ongeveer op dit tijdstip de naam registers op de voornamen vervangen zijn door die op de familienamen. Toch schijnt de oude vorm, althans bij het notariaat, nog lang in gebruik te zijn gebleven; want nog in 1769 zagen de Staten van Utrecht zich verplicht, in de Ordonnantie op het Notarisambt 2) eene bepaling op te nemen, waarbij den notarissen wordt gelast „een register op hunlieder protocol, ofte die zij van anderen onder zich hebben, te maken alphabets- gewijze, gesteld op de toenamen, met den voornaam d aar- ij Archievenblad XVI, p. 185. 2) Vervolg op V. d. Water, Placaatboek van Utrecht, I p. 891. 49 achter tusschen haakjes, zullende de registers, die bevonden worden anders gemaakt te zijn, ten kosten van den boedel van den notaris, wiens protocol zal worden overgebracht, worden gemaakt en gedresseerd." Ook in wetenschappelijke kringen was men reeds sedert het begin der 18e eeuw nu en dan van den ouden vorm afgeweken; maar ook daar schijnt men niet zonder moeite tot de nieuwe wijze van indiceeren te zijn overgegaan. Een eigenaardig staaltje hiervan levert het bekende werk van Pars, Naamrol van Batavise en Hollandse he schrijvers, in 1701 verschenen, waar in de „Naamwyser" de persoonsnamen deels op de voornamen, deels op de familienamen zijn geplaatstvan sommige personen worden de namen zelfs op de beide wijzen medegedeeld, terwijl bij elk een gedeelte der pagina's wordt aangegeven, waarop zij voor komen. Maar wetenschappelijke werken, in het begin der 18e eeuw verschenen, bevatten toch over het algemeen reeds indices van persoonsnamen, die gerangschikt zijn naar de familienamen. Stellig hebben de voor dien tijd uitmuntend ingerichte historische en aardrijkskundige woordenboeken van Lu iscius en van Van Hoogstraten en Brouerius van Nidek (waarvan de eerste deelen respectievelijk in 1724 en 1725 verschenen), beiden volgens de familienamen gerangschikt, er toe bijgedragen, om het nieuwe gebruik algemeen ingang te doen vinden. Ook alphabetische indices van plaatsnamen en van zaken komen reeds betrekkelijk vroeg voor. Het cartularium B van het Regulierenklooster van 1479, in het Utrechtsche gemeente-archief aanwezig, bevat reeds een alphabetisch ingerichten index van plaatsnamen iets later komen zulke indices ook voor in de leenregisters der Utrechtsche kapittelen. Het Utrechtsche gemeente-archief bezit een alphabetischen index van zaken op het Raads-dagelijksch boek en op de Stads-keurboeken, dat reeds van het einde der 15e eeuw dagteekent; terwijl in een anderen index op het Raads-dagelijksch boek van 15001535, ongeveer gelijktijdig vervaardigd, de zaken niet alphabetisch, maar systematisch gerangschikt voorkomen. Het spreekt van zelf, dat de 15e en 16e eeuwsche indices over het algemeen op hoogst primitieve wijze zijn ingericht. Maar allengs kwam hierin verbetering: de eene kleine eeuw later verschenen werken van Van Meteren, De Oroot, Hooft en anderen, zoo ook de uitvoerige stedenbeschrijvingen, sedert het midden der 17e eeuw verschenen, bevatten Dr. M. Schoengen geeft in zijn artikel: De oorkonden uit het archief van het Fraterhuis te Zwolle (Archievenblad XV p. 15 noot) eene uitvoerige beschouwing van dezen index, waarin hij de praktische inrichting van het stuk aantoont, daar het behalve als bladwijzer, door bijgevoegde letters en cijfers tevens als aanwijzing dient, waar de origineele charters in de archiefkast van het klooster geborgen waren, zoodat het in zekeren zin dus tegelijk dienst deed als inventaris.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1909 | | pagina 3