110
Arnhem. De afschrijving en de nadere bestudeering voor de
uitgaaf jier oude stadsrekeningen is voortgezet. Die van 1353—1382
waren aan het eind van het verslag-jaar afgeschreven, f 300 is uit
getrokken om met het drukken een aanvang te kunnen maken.
Dordrecht. De laatste hand werd gelegd aan den inventaris
tot 1572; aan dien van 1572 tot 1795 werd voortgewerkteveneens
aan de klappers op de doodenlijsten der weeskamer, de appointementen
van Burgemeesteren, het derde deel van het actenboek (1468-1532).
Gereed kwam de klapper op de Raadsnotulen 1822.
Beschreven werd het archief der schutterij, de inventaris ervan
is achter het verslag afgedrukt.
Gouda. Een begin werd gemaakt met de ordening der inge
komen stukken.
'sGravenhage. Begonnen werd met een voorloopige mven-
tariseering van het archief van het regeeringscollege, bekend onder
den naam „de Sociëteit". Voortgezet werd de beschrijving der vroeger
gesignaleerde pakken variabij de geordende 7 portefeuilles, die waren
gevormd, konden er zoodoende nog 29 gevoegd worden. Evenzoo
werd voortgegaan met de klappers, eerst met dien op de resoluties
der Kleine Wet, welke vorderde tot 1633, daarna met dien op de
appointementen van Burgemeesteren, welke gereed kwam tot en met
1682. Een dergelijke klapper op de aan de Rekenkamer uitgebrachte
adviezen werd over de jaren 1625 1736 voltooid.
Ook aan de klappers op de doopboeken werd iets gevorderd. Die
van de N. Kerk werden nu tot 1680 gebracht, voor de Groote Kerk
werd slechts het jaar 1633 voltooid. Belangrijker was de aanwinst ten
opzichte van de registers van begraven. Op de registers der „pro deo
begravenen werd de klapper voltooid van 1746—1761, en sedert
geheel geordend. Een klapper op de memorialen van de Rekenkamer
(Rijks-A.) werd, voor zoover het erfpachten en consenten aan huis
eigenaren betrof, overgeschreven, over de jaren 1580 1796. Voort
gezet werd de ordening van de boedelpapieren, behoorende bij het
archief van de Weeskamer; 358 boedels kwamen gereed.
Kampen. Het negende deel van het Register van Charters en
Bescheiden, loopende over het tijdvak 1621 1635 werd afgedrukt.
Leeuwarden. Registers werden vervaardigd op de Bouw-
meestersboeken, loopende van 1688-1811 en op de doop- en trouw
boeken der Waalsche Kerk over de jaren 1659—1804.
Leiden. De ordening van het Weeskamer-archief werd voort
gezet. Van de boedels werden die op de letters m— z bewerkt,
waarna de verschillende niet tot een bepaalden boedel terug te brengen
bescheiden werden geregeld. Het archief telt 4913 nummers, waar-
111
onder 4312 boedels, die te zamen 18559 afzonderlijk beschreven
onderdeden bevatten. Het werd naar de nieuwe beschrijving ingedeeld.
De beschrijving der losse stads-charters werd voortgezet; deze
geheele afdeeling is thans beschreven. De inventaris hiervan telt
1213 nummers; van de charters tot het jaar 1574 zijn tevens regesten
gemaakt.
Van de kloosterarchieven werden die van Sint Michiel en die
van Nazareth behandeld. Het archief van het Sinte Agnieten zusterhuis
werd volgens de beschrijving geordend; het bevat 57 nummers en
88 regesten, waarvan de oudste van 1412. Het archief van het
klooster van Sint Michiel bevat 103 nummers en 170 regesten,
waarvan de oudste van 1383. Het kleine archiefje van het klooster
Nazareth bevat slechts 25 nummers en 35 regesten, waarvan de
oudste van 1455.
Bewerkt werd voorts het archief van het Sint Hieronymusklooster,
hetwelk 110 nummers en 197 regesten bevat, waarvan de oudste van
1416. Nog werden klappers bewerkt op de doopboeken der
Pieterskerk over de jaren 17401760 en de doopboeken der Hoog-
landsche kerk over de jaren 1675 tot 1684.
Maastricht. Voltooid in het klad werd de klapper op de
voormalige doop- en geboorteregisters der parochie van St. Catharina.
Inmiddels werden onder handen genomen de doopboeken der
Waalsche gezindte, waarvan de klapper, althans in klad, reeds tamelijk
ver gevorderd is.
Rotterdam. Geïnventariseerd werden:
le Het archief der Doopsgezinde gemeente, waarvan de door den
archivaris opgemaakte inventaris als bijlage aan het verslag is
toegevoegd
2e Het archief der Schutterij;
3e Het archief van den Schuttersraad
4e Het archief van de ambachtsheerlijkheid Katendrecht.
Een begin werd gemaakt met de ordening van het financieel
gedeelte van het archief.
Gearbeid werd aan de voorgenomen en sedert tot stand gekomen
uitgave van den inventaris van het archief der gemeente Delfshaven.
Op het register van acten van indemniteit, loopende over de
jaren 1776—1812, werd een alphabetische index gemaakt.
In de verzameling doodfiches ontbrak het gedeelte, loopende over
de jaren 1722 1725, waarom thans over dat tijdvak het begrafenis
register geficheerd is. De begrafenisregisters zijn nu doorloopend van
1668—1811 op fiches, alphabetisch gerangschikt naar de achter
namen, overgeschreven.