96 medegedeelde opgenomen in den index van plaats namen. In deze wordt scheiding gemaakt tusschen eene corporatie of in richting en tusschen het gebouw, waarin het gevestigd isin het eerste geval wordt het woord in den index van zaken, in het tweede in den index van plaatsnamen opgenomen. De huishoudelijke aangelegenheden van een kerkgenootschap, de rekeningen van een klooster en van een gasthuis, de werkzaamheden van de Momboirkamer enz., dit alles komt in den index van zakendaarentegen wordt alles, wat het gebouw of het vertrek aangaat, waarin een der vermelde inrichtingen gehuisvest is of vergadert, en dat somtijds den naam dier stichting draagt, geplaatst in den index van plaatsnamen. Een paar voorbeelden kunnen het hier bepaalde toelichten. In een inventaris komt voor de schenking van een legaat aan het weeshuis, terwijl op eene andere plaats voorkomt de aanbesteding van een nieuwen vleugel van het weeshuis. In beide gevallen is hier sprake van het weeshuis, echter onder geheel verschillende omstandigheden: de eerste maal wordt bedoeld eene stichting, die het verzorgen van weezen tot taak heeft, de tweede maal een gebouw, bestemd voor het opnemen van weezen, en dat, zoo noodig, kan vervangen worden door een ander gebouw. Met de woorden het weeshuis als gebouw en het wees huis als stichting worden dus verschillende zaken aangeduid. Dit wordt nog duidelijker door de geschiedenis van het weeshuis te Utrecht. De stich ting, in het leven geroepen door den kanunnik Everard Zoudenbalch, werd gevestigd bij het (latere) Vreebrug in het St. Elizabeths-gasthuis. Toen dit gasthuis in 1577 bij het beleg van het kasteel Vredenburg zoo beschadigd was, dat het voor verdere bewoning gevaar opleverde, verzocht en verkreeg in 1583 het bestuur van de stichting van de Vroedschap de beschikking over het Regulierenklooster, welks gebouwen sedert den naam dragen van het weeshuis. Ook de gebouwen van de beide genoemde stichtingen zullen dus in den index van plaatsnamen op twee plaatsen voorkomeneerst als gebouwen, waarin respectievelijk een gasthuis en een klooster gevestigd waren, later als gebouw en in gebruik voor een weeshuis. Als tweede voorbeeld kan het woord erfhuis dienen. Wanneer men den boedel van een overledene van de hand wenschte te doen, werd door de overblijvenden erfhuis gehouden, d. w. z. de boedel werd publiek verkocht. Maar het gebouw, speciaal voor dergelijke ver- koopingen bestemd, droeg eveneens den naam van erfhuis (in lateren tijd vervangen door het half Fransch-, half Hollandsche woord venduhuis). Ook hier dus het gebruik van hetzelfde woord voor twee verschillende 97 doeleindenin het eerste geval eene zaak, erfhuis, verkooping, die in den index van zaken geplaatst moet wordenin het tweede geval een plaatsnaam, het erfhuis, het gebouw, die in den index van plaats namen moet opgenomen worden. Deze voorbeelden zouden met tal van andere vermeerderd kunnen wordenterloops wil ik nog slechts wijzen op de te Utrecht bestaande Ambachtsk a m e r, Momboirk a m e r, Finantiek a m e r enz., welke inrich tingen niet onwaarschijnlijk hun naam ontleenen aan de kamer op het stadhuis of elders, waar de beheerders van het Ambachtskinderhuis, van de boedels der weezen of van de stedelijke finantiën hunne vergader plaatsen of hunne kantoren hadden. 34. Namen van zaken, die verbonden zijn aan een plaatsnaam, worden in den index van zaken opgeno men, te'rwijl in den index van plaatsnamen eene ver wij zing daarheen wordt aangebracht. Talrijke malen komen in archief-inventarissen zaken voor, verbonden aan den naam eener plaats, b.v. Sluisgeld aan de Weerdsluis; Schuitenveer op Amsterdam; Kerkmeesters der Buur kerk; Q ij zeikamer in Hasenberch enz. enz. In al die gevallen worden de namen der zaken (Sluisgeld, Schuitenveer, Kerk meesters, O ij zei kamer enz.), in den index van zaken opgenomen maar in den index van plaatsnamen wordt bij de woorden Weerdsluis, Amsterdam, Buurkerk en Hasenberch eene verwijzing naar eerstgenoemde woorden aangebracht. 35. In den index worden bij serieën (resolutiën, rekeningen, manualen enz.) de jaren aangegeven, waarover de serie loopt. Ook in enkele andere gevallen kan het nuttig zijn, bij zaken een of meer jaartallen te vermelden. Het opnemen van jaartallen in een index van zaken als algemeenen regel vast te stellen, is ongewenscht; wat -reeds bij den index van plaats namen over het opnemen van jaartallen is gezegd, is ook hier van toe passing de geschiedenis eener zaak concentreert zich maar zelden om een bepaald jaar, en den onderzoeker, die een bepaalde zaak tot onderwerp zijner studie heeft gekozen, zal het in de meeste gevallen meer te doen zijn, om alles te verzamelen, wat gedurende den loop der eeuwen over zijn onderwerp te vinden is, dan om te weten, wat daarover in een bepaald jaar is voorgevallen. Toch doen zich gevallen voor, dat ook bij zaken de vermelding van een of meer jaartallen niet alleen nuttig, maar zelfs beslist noodig is.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1909 | | pagina 27