92 aan kinderen, die voor de waarneming van het ambt weinig meer deden dan de dikwijls belangrijke revenuen daarvan opstrijkenzelfs officieren der burgermacht, chirurgijns, brievenbestellers, rouwmantelverhuurders, zakkendragers, vischgrommers enz. enz. werden allen door het stads bestuur benoemd, doch kunnen, in den gewonen zin van het woord, toch moeielijk in de rubriek „Ambtenaren" ondergebracht worden. Het zou dus hoogst moeielijk zijn, eene scheidingslijn te trekken in den inven taris van een gemeente-archief, tusschen de voorkomende functionarissen, die niet en die wel als ambtenaren waren aan te merkenelke scheiding zou voor een onderzoeker bij het naslaan van den index aanleiding geven tot moeielijkheden. Om deze redenen is het wenschelijk, niet tot de vor ming van eene rubriek „Ambtenaren" over te gaan, maar eiken func tionaris afzonderlijk in de alphabetische volgorde van den index op te nemen. Alleen dan, wanneer het ambtenaarspersoneel in zijn geheel ge noemd wordt (b.v. Ligger van ambtenaren), kan en moet het woord amb tenaren in den index opgenomen worden. De bezwaren, in het midden gebracht tegen het woord ambte naren in zijn gecombineerden vorm, zullen zich ook voordoen bij andere woorden, die geene speciale zaken aanduiden (Belastingen, Onderwijs enz.). Wil men nu echter die algemeene woorden duidelijkheidshalve toch in den index opnemen, of, waar zij in een ander verband reeds opgenomen zijn, toch ook de onderdeden daarvan daarbij vermelden, dan bestaat daartegen geen bezwaarmen plaatse dan echter achter het algemeene woord eene verwijzing naar de woorden der onderdeelen, die de alge meene zaak aanduid. Toch zullen in een archief-inventaris en ook in andere werken van historischen aard somtijds zaken voorkomen, waarvan eene gecombineerde opneming in den index niet alleen wenschelijk, maar somtijds, uit het oogpunt van doelmatigheid, zelfs noodzakelijk genoemd kan worden. Be doeld worden hier gevallen, wanneer zaken, hoewel op zich zelf een geheel vormend, toch ook het karakter van zekere eenheid vertoonen met andere gelijksoortige, maar bovendien ook gelijknamige onder werpen. Als voorbeeld kunnen hier de gilden genomen worden. Evenals in soort, zijn dezen ook in naam gelijkmen spreekt van het Apothekers- g i 1 d, het Bakkers-g i 1 d, het Corduaniers-g i 1 d, het Marslieden-g i 1 d enz. Combineering is hier dus niet alleen gewenscht, maar in zekeren zin zelf noodig. Want hoewel elk gild eene afzonderlijke corporatie was en afzonderlijk bestuurd werd, vormden zij toch gezamenlijk eene, zij het ook slechts gedachte eenheid, waarmede (althans in de middeleeuwen) menig stadsbestuur rekening had te houden, ja die, althans te Utrecht, zelfs een deel van het stadsbestuur uitmaakten. Maar ook in latere eeuwen komt het nog menigmaal voor, dat de gezamenlijke gilden bij of 93 tegenover het stadsbestuur optreden of dat door de vroedschap besluiten worden genomen betreffende de gezamenlijke gilden naamlijsten van de gilden en van hunne ondermannen komen voor, enz. enz. De opneming in den index van al de gilden onder één hoofdwoord is dus stellig ook niet in strijd met hunne geschiedenis. In den index plaatse men dus achter het hoofdwoord Gilden, eerstens alle in den inventaris voor komende gegevens, die de gezamenlijke gilden betreffen, en daarna onder hetzelfde hoofdwoord als onderverdeeling in alphabetische orde de afzon derlijke gildenApothekers, Bakkers, Brouwers enz. Toch blijft ook de opneming van de namen der afzonderlijke gilden in de alpha betische volgorde van den index een vereischte, maar slechts met eene verwijzing naar het hoofdwoord Gilden. Eene vaste bepaling te maken, welke zaken voor combineering onder één hoofdwoord in aanmerking kunnen of moeten komen, is niet mogelijk bij verschillende archief-inventarissen zullen zich stellig ook verschillende gevallen voordoen. De beslissing hierover moet aan de opvatting en het oordeel van den samensteller van den index worden overgelaten. Bij den inventaris van het gemeente-archief van Utrecht komen daarvoor nog in aanmerking: Gasthuizen, Kapittelen, Kerken, Kloosters, enz. 30. In den index op een archief-inventaris wordt elke zaak vermeld in den staat, waarin z ij in den in ventaris voorkomt; onderzoekingen naar b ij zonder heden, tot toelichting of aanvulling van het mede gedeelde zijn daarbij uitgesloten. De index op een archief-inventaris moet een wegwijzer zijn in dien inventaris; hij mag nimmer ontaarden in een commentaar of een supplement daarop. Bij boeken van historischen aard moge men in den index, bij bij wijze van toelichting of aanvulling, over deze of gene zaak eene ver klaring aanbrengen, in een index op een archief-inventaris is dit stellig onnoodig. Men mag en moet aannemen, dat de beschrijver van het archief het voornaamste, dat het stuk bevat, in den tekst zal medegedeeld hebbenindien een onderzoeker over de door hem inden index gevonden zaak meerdere gegevens wenscht te vernemen, dan is het stuk ter nadere bestudeering in het archief aanwezig. §31. Wanneer dezelfde zaak herhaalde malen in den inventaris voorkomt, is het noodig in den index nader aan te geven, in welk verband of in welken staat de zaak op elke plaats genoemd wordt. Een belangrijk beginsel wordt in deze aan de orde gesteld, van overwegenden invloed op de bruikbaarheid van een index van zaken. Kan

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1909 | | pagina 25