88 Het in deze bepaalde is een zóó duidelijk en van zelf sprekend feit, dat eene nadere omschrijving onnoodig is. Aangenomen moet worden, dat de vervaardiger van een archief-inventaris of de schrijver van een historisch werk ook de best bevoegde is, om de voorkomende of behan delde zaken met den meest passenden naam aan te duiden de samensteller van een index heeft dan ook niet het recht om een door den schrijver voor eene zaak gekozen naam willekeurig door een anderen te ver vangen. §28. Er kunnen gevallen voorkomen, die het beslist noodig maken, dat de samensteller van een index voor de aanduiding eener zaak een hoofd woord vormt, vreemd aan den tekst van het te indi- ceeren werk. Zulk een hoofdwoord mag echter alléén gebruikt worden voor het doel, waarvoor het ge vormd is. De samensteller van een index op een archief-inventaris kan voor de moeielijkheid geplaatst worden, dat in een nummer van een inventaris met den besten wil geen woord te ontdekken is, dat de hoofdgedachte van de zaak, die in het nummer behandeld wordt, weergeeft, en dus als hoofd woord voor den index dienen kan. Wil hij de daar besproken zaak in den index nu niet onvermeld laten, iets wat natuurlijk in geen geval geschieden mag, dan is hij wel verplicht een woord te creëeren, dat de hoofdgedachte van het nummer weergeeft, en dit als hoofdwoord in den index op te nemen. Dat dit te vormen woord in het nauwste verband moet staan met de besproken zaak, behoeft stellig geen betoog. Als voorbeeld van de hier uitgesproken gedachte kan het volgende dienen. In het 2e deel van den Inventaris van het archief der gemeente Utrecht komt onder no. 2247 voor„Aangifte van gestolene goederen. 1651/5 2. 1 omsla g." De hoofdgedachte in dit nummer, dat geacht kan worden te eeniger tijd voor een onderzoeker van belang te zijn, is: diefstal van voorwerpen. Dat er van ontvreemdingen kennis gegeven werd aan het gerecht, is zeker eene zaak van zeer onder geschikt belangvoor den index blijft dus het woord aangiften (zie 25) van zelf buiten beschouwing, Het woord goederen kan als uitdrukking der hoofdgedachte evenmin in aanmerking komen, aangezien dit woord in het onderhavige geval van te weinig bepaalde beteekenis is, en stellig niemand, die eene studie over wederrechtelijke toeeigening onderneemt, daarbij het woord goederen zal opslaan. Er blijft dus, om aan den eisch van op neming in den index door een aangegeven woord in den inventaris te voldoen, niets anders over dan te beginnen met het adjectief gestolene, 89 en de zaak in den index te plaatsen achter de woorden gestolene goederen. Maar nog afgezien van de omstandigheid, dat het gebruiken van een adjectief als hoofdwoord in een index, zooal niet bepaald verwerpelijk, toch altijd ongewenscht is, voor den toekomstigen onderzoeker brengt ook de opneming op deze wijze weder groote bezwaren. Zij zou hem toch verplichten, om, wil hij volledige zekerheid hebben, dat er niets meer voor zijn onderzoek te vinden is, alle adjectieven op te slaan, wier beteekenis aan die van het gebezigde woord verwant is (geroofde, ontvreemde, verduisterde enz. enz.). Er blijft dus voor de opneming in den index van de hoofdgedachte, vervat in het nummer 2247, niets anders over dan het v o r m e n van een hoofdwoord, een woord, dat met de hoofdgedachte het nauwst verband houdt, m.i. het woord Diefstal. Een tweede voorbeeld geeft een blik op een eenigszins ander geval. Ingevolge het bepaalde in 25 worden de woorden: Resolutiën, Brieven enz., om hunne te algemeene strekking, slechts met bijvoeging eener verwijzing in den index opgenomen, terwijl de voorkomende reso lutiën, brieven enz. worden geplaatst achter den naam van het college, dat zij aangaan. Maar een consequent doorvoeren van dit systeem zou mee brengen, dat de resolutiën van het bestuur der stad Utrecht in den index verspreid zouden worden op negen plaatsen, aangezien het college van het bestuur der stad achtereenvolgens de namen gedragen heeft van Raad, Vroedschap, Municipaliteit, Gemeentebestuur enz. Het minder wenschelijke van eene dusdanige behandeling, waardoor eene geheel aaneensluitende serie zou verbroken worden, valt direct in het oog, en om dit bezwaar te voorkomen, is het dus ook hier noodig, een hoofdwoord voor den index te vormen, dat de verschillende namen, die het college in den loop der eeuwen gedragen heeft, in zich omvatmaar dat dan ook een woord moet zijn, dat niet voorkomt in een van de nummers van den inventaris, die de verschillende resolutiën bevattenhet woord Stadsbestuur is hiervoor als aangewezen, en bij de woorden Raad, Vroedschap, Gemeentebestuur enz. wordt voor de vermelding der resolutiën eene verwijzing naar het gevormde woord geplaatst. Wordt dus voor het vormen van hoofdwoorden aan den samensteller van een index eenige vrijheid van beweging gelaten, hij is daarbij echter gebonden aan de tweede bepaling, die de bevat, n.m., dat zulk een hoofdwoord, alléén in dat verband mag gebruikt worden voor het doel, waarvoor het gevormd is. Deze beperking is inderdaad noodig; want hoe noodzakelijk in enkele gevallen het vormen van een hoofdwoord ook zijn moge, toch schuilt hierin, bij verkeerde toepassing, een groot gevaar, het gevaar namelijk, om af te wijken van de eigenlijke opdracht, de samenstelling van een alphabetischen index. In den regel toch

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1909 | | pagina 23