78
82 van de Handleiding bevat speciaal regelen voor „het samen
stellen van alphabetische indices van persoonsnamen, die de regesten-
lijsten behooren te vergezellen." Regestenlijsten komen in den regel
slechts voor bij stukken, niet jonger dan het midden der 16e eeuw, en
nu ligt de mogelijkheid voor de hand, dat voor de volgende eeuwen in
sommige gevallen eene eenigszins afwijkende methode van alphabetiseeren
noodig zal kunnen zijn. Dit nu is met het daar sub e bepaalde inderdaad het
geval; een voorbeeld kan dit bewijzen. Naar aanleiding dezer bepaling-
wordt in de toelichting op p. 131 betoogd, dat de namen Van der
Molen, Van der Meulen en Vermeulen, allen van Molen afgeleid,
in de alphabetische volgorde behooren geplaatst te worden op de letter
M., „aangezien deze namen alleen tengevolge van locale uitspraak'' van
elkander verschillenhetzelfde geval zou zich voordoen bij namen als
Van der Hoeven en Verhoeven, maar moet zich dan ook onge
twijfeld uitstrekken tot Verhoeff, Voorhoeven en andere varianten.
Voor regestenlijsten is deze bepaling stellig van belang; maar wanneer een
index van persoonsnamen wordt vervaardigd op den inventaris van een archief,
welks inhoud tot in de 19e eeuw doorloopt, dan geeft dit voor het onder
havige geval toch stellig verandering. Men kan dan niet meer de voor
voegsels van familienamen, die reeds in de 18e eeuw in tallooze gevallen
daarbij voorkomen, eenvoudig negeeren die indertijd gecombineerde namen
zijn door de gewoonte ingeburgerd, en hebben door tijd en geschiedenis
ook bestaansrecht verkregen. (Men vergelijke hierbij het reeds in de
toelichting van 4 behandelde, betreffende de namen Uytenbogaert,
Wttewael en dergelijke.) Maar in het hier aangenomen verband is het
sub e bepaalde ook in strijd met het reeds in 12 van deze Regelen
vastgestelde, waar in de toelichting de wenschelijkheid wordt uiteengezet
om de familienamen volgens hunne jongste spelling in den index
op te nemen.
Als gevolg van het in deze bepaalde, dat overigens niet veel toe
lichting behoeft, is bij het alphabetiseeren het volgende in acht te nemen
ae wordt opgenomen als aa\ daarentegen wordt ae in Latijnsche namen
alsAeneas, Aemilius, Qraevius enz. geplaatst als ee
c uitgesproken als k komt op kck op kk
ch aan het einde van een naam beschouwt men als g;
dt aan het einde van een naam leest men als d\
gh komt op g; th op t;
ph, uitgesproken als komt op
ue, als in de namen Verschuer, De Stuers enz. komt op uu
y, waar ook voorkomende, wordt gelezen als i
ij wordt in navolging van De Vries en Te Winkel als de dubbele
letter i j opgenomen
79
middeleeuwsche namen, nu eens beginnende met S, dan weder met
Z, worden op de 5 vereenigd, en bij de Z eene verwijzing geplaatst
met het woord Sint (St.) voor namen van heiligen of stichtingen, wordt
geene rekening gehouden.
INDEX VAN PLAATSNAMEN.
17. In den index worden opgenomen alle in een
inventaris voorkomende namen van landen, provinciën,
steden, dorpen, gerechten, waterschappen, rivieren, grach
ten, straten, gebouwen enz. enz.
Waar dit noodig blijkt, wordt achter een plaatsnaam
eene aardrijkskundige aanduiding gevoegd.
Een index van plaatsnamen op archief-inventarissen wordt voorge
schreven in 64 van de Handleiding, en is dan ook een noodzakelijk
vereischte, om in kort bestek een overzicht te hebben, met welke landen,
plaatsen enz. het gewest of de stad, welks archief geïnventariseerd is, in
den loop der eeuwen in aanraking is geweest, of om aan te geven, over
welke straten, grachten gebouwen enz. binnen eene stad, in eene inven
taris gegevens te vinden zijn.
Bijvoeging van jaartallen, bij persoonsnamen een vereischte, is achter
plaatsnamen onnoodig. De geschiedenis van een gewest, eene stad of
een gebouw concentreert zich maar zelden op één of een aantal jaren,
en voor een onderzoeker, die de geschiedenis eener plaats bestudeert, zijn
gegevens uit elke periode welkom.
Toch komen gevallen voor, dat ook bij plaatsnamen eene bijvoeging
noodig is, maar eene bijvoeging van aardrijkskundigen aard. Dit kan het
geval zijn, wanneer de voorkomende naam eigen is aan meer dan eene
plaats, aan een gewest en eene stad, aan steden en dorpen onderling enz.
In die gevallen is het noodig achter den naam tusschen haakjes te voegen:
(provincie), (stad), (dorp in Utrecht), (dorp in Gelderland), of wat blijken
zal voor eene duidelijke aanwijzing noodig te wezen.
18. Wanneer eene landstreek, eene stad, een gebouw
enz. in den loop van tijd twee of meer verschillendenamen
heeft gedragen, worden deze namen in den index ver
eenigd onder den jongs ten of den meest bekenden naam,
en bij de andere eene verwijzing aangebracht.
Meermalen komt het voor, dat eene landstreek, eene stad of een ge
bouw onder twee of meer verschillende namen bekend is, en beurtelings
met den eenen of met den anderen naam wordt aangeduid. Het bisdom
Utrecht komt ook voor onder den naam van het Sticht, de stad Utrecht