64 pagina's van het geindiceeerde werk vermeld worden) moet beschouwd worden, is men het bij de eerste categorie vrij wel eens; trouwens de oplossing daarvan is niet moeielijk. De familienaam bezit het eerst geboorterecht, en de naam der heerlijkheid, van het kasteel of wat dies meer zij, is in ieder geval een later toevoegsel; de familienaam, de eerste naam dus, wordt in den index als hoofdnaam opgenomen. Toch kan zich hierbij somtijds eene moeielijkheid voordoen, die wel niet dikwijls in inventarissen van archieven zal voorkomen, maar die in histo rische werken geene zeldzaamheid is. In de 16de en 17de eeuwen was men veelal gewoon, ten einde den trots der rijke patriciërs te streelen, de heeren nu en dan te noemen met den naam hunner heerlijkheid: de heer van Assendelft, de heer van Polsbroek enz., en hun burgerlijken familienaam achterwege te laten. Zoo wordt de samensteller van een index voor eene moeilijkheid geplaatst: een deel van de plaatsen, waar de man genoemd wordt, te vermelden op zijn familienaam, een ander deel op den naam zijner heerlijkheid, kan tot geen goed resultaat leiden. Het spreekt dus vanzelf, dat in dergelijke gevallen de samensteller verplicht is, den familienaam van den genoemde op te sporen (wat in de meeste gevallen met geringe moeite zal kunnen geschieden) en dezen in den index op te nemen. Over de wijze van opneming van de dubbele of meervoudige namen van de tweede soort is men minder eenstemmig en ik vrees dat men het daarover ook nog zoo spoedig niet eens worden zal. Hoewel kan aangenomen worden, dat in vele gevallen de tweede naam de oude familienaam is, de eerste de later bijgevoegde, is het zeker, dat men, dezen regel volgende, toch ook in vele gevallen zal mis tasten; de familienamen Van Asch van Wijck, Van Soestdijk van Cloon, Kappeyne van de Coppello, De Roo van Alderwerelt leveren hiervoor even zoovele bewijzen. Petit heeft voor zijn bekend Repertorium zich den moeitevollen arbeid getroost, om voor alle namen van deze soort het onderzoek in te stellen, welke van de twee afkomstig is van de mannelijke linie, en dien naam als hoofdnaam aangenomen, een stellig verdienstelijke, maar bij een uitgebreiden index toch ook veel omvattende arbeid, die ten slotte toch tot geen volledig resultaat leiden kan. Toch is een vaste regel hierbij noodig, hoewel aan eiken regel steeds gebreken zullen kleven. Legt men echter alle wetenschappelijke theo rieën, waarover men het toch nimmer eens worden zal, ter zijde, en beschouwt men de zaak van een praktisch, administratief standpunt, dan is de aangewezen weg, om den eersten der twee (in enkele gevallen der drie) namen als hoofdnaam in den index op te nemen. Eén belangrijk voordeel wordt door deze methode stellig verkregenbij de twee soorten van dubbele of meervoudige familienamen wordt dan hetzelfde systeem gevolgd. 65 Maar bij het volgen dezer methode, om overal den eersten naam als den hoofdnaam in den index op te nemen, mogen toch in geen geval de tweede en volgende namen van een familienaam onvermeld blijven, aangezien ook de mogelijkheid niet uitgesloten is, dat deze personen elders met hun tweeden of volgenden namen vermeld worden, of dat zij juist onder dien tweeden of derden naam algemeen bekend zijn. Dus ook de tweede en volgende namen van een familienaam worden op hunne plaatsen in de alphabetische volgorde opgenomen, met bijvoeging van den ge- heelen familienaam, maar slechts met eene verwijzing naar den hoofdnaam. Waarom het opnemen alleen van deze verwijzing verkozen wordt boven het opnieuw vermelden van alle nummers of pagina's, is in 2 reeds uitvoerig toegelicht. Het is hier de aangewezen plaats, om ook de wijze van opneming- in een index te bespreken van eene soort familienamen, die, hoewel uit twee deelen bestaande, toch slechts één familienaam vormen; ik bedoel de in de middeleeuwen vooral in het sticht Utrecht dikwijls voorkomende namen: Wtten Enge (ook Uuten Enge), Wtten Weerde, Wtten Bogaert of Bongaert, Over die Vecht, In 't Veld enz. Het meerendeel van de families, die dragers dezer namen waren, is met de middeleeuwen ondergegaanslechts enkele dezer namen komen nog in de 17e en 18e eeuwen voor, maar dan in min of meer gewijzigde spelling of in tot één woord samengevoegden vorm, b.v. Uytenbogaert, Wtte- waell enz. De vraag is nu op welke letter moeten deze middeleeuwsche namen geplaatst worden Het is zonder twijfel, dat het eerste gedeelte dezer soort familienamen, Wtten, gelijk is aan ons tegenwoordig Uit den, dus ook aan het thans meer gebruikelijke Van den in namen als Van den Berg, Van den Brink enz. Sedert men in ons land begonnen is te alphabetiseeren op de familienamen, heeft men nimmer met de daarbij voorkomende voorvoegsels rekening gehoudenstrikt ge nomen ten onrechtewant feitelijk zou de eerste letter van het eerste voorvoegsel beschouwd moeten worden als de eerste letter van den familienaam. Bij de namen van verschillende Vlaamsche families worden de voorvoegsels niet als afzonderlijke deelen beschouwd, maar schrijft men Vanrycke, Vandenkerckhove, Derkinderen, in andere gevallen echter Van der Mynsbrugge enz., waarbij het dan gebruikelijk is, om op de eerste letter te alphabetiseeren. In Noord-Nederland is deze gewoonte evenwel nooit in zwang geweest en niemand zal dan ook bij alphabetische rangschikking aarzelen om namen als Van den Berg en Van den Brink te plaatsen op de letter Bconsequent moeten dus ook alle middeleeuwsche namen, die aanvangen met Utten, Over die, In 't enz., geplaatst worden op de beginletter van het daaropvolgende woord. De in de 17e eeuw en later voorkomende familienamen Uytenbogaert (enkele malen ook

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1909 | | pagina 11