62
op het volk, de groote massa, waardoor gewoonten en gebruiken zich toch
eigenlijk inburgeren) niet veel zullen gevoeld hebben voor de nieuwigheid
van een familienaam, daar het patronymicum, de vadersnaam, voor hen
groote aantrekkelijkheid bezat, dien zij dan ook bij doop en bij andere
gelegenheden van niet-rechterlijken aard opgaven. Maar op de kanselarijen,
waar natuurlijk meer ontwikkelden huisden, zal men daarentegen bij het
beschrijven van overeenkomsten zich wel degelijk hebben doen inlichten
omtrent de familienamen van de comparanten, en deze in de akten hebben
opgenomen.
Deze beschouwing is neergeschreven om het standpunt aan te geven,
waarop ik mij geplaatst heb bij het ontwerpen van bovenstaanden para
graph. Daar gedurende verscheidene eeuwen het patronymicum onder de
toenamen zulk eene voorname plaats heeft ingenomen, is het noodzakelijk,
dat voor het opnemen van deze namen in indices een regel wordt vast
gesteld. Reeds meermalen is over dit onderwerp geschrevenook de
Handleiding (p. 129) wijdt er eene uitvoerige bespreking aan, zonder
dat echter ook daar eene besliste wijze van handelen wordt voorgeschreven.
Alle schrijvers zijn het hierover echter vrij wel eens, dat gedurende de
middeleeuwen de voornaam steeds als hoofdnaam beschouwd werd en het
patronymicum diende als nadere aanduiding van dien naam, - dat in
het laatst der 16e en in de 17e eeuw het gebruik van beide namen als
hoofdnaam een wisselvallig karakter vertoont, terwijl men gedurende de
18e eeuw langzamerhand is overgegaan tot de gewoonte, om den vaders
naam als familienaam te beschouwen (natuurlijk alleen voorzoover er geen
eigenlijke familienaam bestond of deze gebruikt werd) en dat men na 1795
in de meeste deelen van ons land de gewoonte om het patronymicum te
behandelen als eenvoudige naamsaanduiding als vervallen kan beschouwen
Uitgaande van deze opvatting, is de in de omschreven regel aangenomen,
die, zoo ik verwacht, aan de meest uiteenloopende gevoelens zal voldoen.
Hierbij dient echter de .opmerking herhaald, dat de in deze als begin
en einde van elke catagorie genoemde jaren niet vrijwillig gekozen zijn,
maar verband houden met de inrichting van het Utrechtsche gemeente
archief en dus ook met de door mij te behandelen inventarissen. De
mogelijkheid is dus geenszins uitgesloten, dat bij andere archief-inventarissen
deze jaartallen eenige verandering zullen moeten ondergaan.
In een archief-inventaris kan het voorkomen, dat dezelfde persoon op
de eene plaats met een patronymicum genoemd wordt, op eene andere
met zijn familienaam voorkomt. Uit den aard der zaak is het doen van
onderzoekingen voor den samensteller van een index uitgeslotenmaar in
i) Echter niet overal: nog in 1811, bij de invoering van den Burgerlijken Stand,
moesten in de noordelijke provinciën tal van families gedwongen worden een
familienaam aan te nemen.
63
gevallen, wanneer uit voor de hand liggende gegevens duidelijk de identiteit
der personen blijkt, mag de samensteller er toe overgaan het nummer,
waar de persoon met een patronymicum voorkomt, te vermelden achter
zijn familienaam, en bij het eveneens op te nemen patronymicum alleen
eene verwijzing te plaatsen.
Persoonsnamen, bestaande uit denzelfden voornaam en hetzelfde patro
nymicum, worden, wanneer de identiteit niet vaststaat, in chronologische
volgorde in den index geplaatst.
4. Van dubbele of meervoudige familienamen wordt
de eerste naam als hoofdnaam in den index opgenomen.
Met de bepaling echter, dat ook de tweede en volgende
namen in de alphabetische volgorde geplaatst worden
(met bijvoeging van den naam in zijn geheel), maar alleen
met eene verwijzing naar den hoofdnaam.
De oudste dubbele familienamen zijn ontstaan wanneer leden van
adellijke geslachten door beleening, huwelijk of erfenis in het bezit kwamen
van eene heerlijkheid, van welke zij den naam voegden bij hunnen familie
naam, die in de meeste gevallen op zich zelf reeds afgeleid was van den
naam van het kasteel of het adellijk huis, dat hunne voorouders in eigen
dom bezeten en bewoond hadden. (B.v. de familie Van Zuylen, later Van
Zuylen van Nyevelt, Van Zuylen van Natewisch, Van Zuylen van Har-
melen, Van Zuylen van Blasenborch, Van Zuylen van de Haer enz.)
In den loop van de 17de eeuw werd deze categorie van dubbele familie
namen belangrijk uitgebreid: de voormannen van de zoogenaamde patri
cische geslachten, veelal rijk geworden kooplieden uit het tijdvak van
Neêrlands Gouden eeuw, begeerig om, naar de mode van den tijd,
hunne eenvoudige burgerlijke namen met eenigen glans van voornaamheid
te omgeven, wisten daartoe niets beters te doen dan, door den aankoop
van een of ander landgoed met heerlijke rechten, tot nog toe in het bezit
van een verarmd lid eener oude adellijke familie, de titels van de aldus
verkregen heerlijkheid bij hun burgerlijken familienaam te voegen (De
Vlaming van Oudtshoorn, d. i. De Vlaming heer van Oudtshoorn, Burgh
van Kortenhoef, Deutz van Assendelft, Dutry van Haeften enz.). Maar
nog eene tweede soort van dubbele namen komt voor, die niets gemeen
heeft met eenig verkregen heerlijk recht, maar eenvoudig de samenkoppe
ling is van twee burgerlijke familienamen, meestal ontstaan door de gril
van een of ander persoon, die zijn naam deed toevoegen aan den naam
van een verwant familielid, meestal met het eenige doel, om dien naam
voor uitsterven te bewaren.
Over de vraag, welke van deze dubbele namen voor een index als
hoofdnaam (d. w. z. de naam, waarachter in een index de nummers of