300
Hij wil de beteekenis van oude archieven, met name van notarieele proto
collen, niet bestrijden, al acht hij hun behoud nu niet van het hoogste
belang voor Amsterdam gelijk in de voordracht staat uitgedrukt. Maar
ze zullen immers niet verloren gaan, als Amsterdam er niet dit gebouw
voor inricht, tegen anderhalve ton De provincie zal ze in bewaring
nemen. De heer Ter Haar onderschat de waarde van historische stukken
voor Amsterdam zóó weinig, dat hij niet de opvatting van den heer
Harmsen ten deze deelt maar een uitgaaf van 150,000 acht spr.
toch niet gemotiveerd en hij wenscht op dit punt nader toelichting.
Notaris Ruysch bepleit het behoud van het notarieel archief van Amster
dam maar niet in de tegenwoordige bergplaats aan de Leidsche kade,
waar het zoo goed als niet toegankelijk is. Spr. hoopt echter, dat op
minder kostbare wijze in de behoefte aan een ander gebouw zal worden
voorzien.
De heer Sterck verdedigt de voordracht, de beteekenis bepleitende
van de archieven voor de gemeente, niet alleen uit historisch, maar ook
uit practisch maatschappelijk oogpunt, daar men uit de oude papieren
meermalen zijn eigendomsrechten kan bewijzen. Onze nationale roem
en de voordeelen, die wij daaruit oogsten, met name wat onze oude
schilderijen betreft, waarvan Amsterdam de voorname kunstmarkt is,
spruit voor een niet gering deel voort uit de resultaten van het historisch
onderzoek in de archieven, dat op de oude kunst en de oude kunstenaars
nieuw licht geworpen heeft. De heer Posthumus Meijes verklaart, dat
de commissie van bijstand verdeeld is geweest in haar oordeel over de
voordracht. Men was het niet algemeen eens, dat Amsterdam zich de
luxe kan veroorloven van zulk een grootscheepsche inrichting. Spr. her
innert er aan, dat in 1888 de St. Anthoniuswaag voor 55000 voor
archief is ingericht en acht de thans voorgestelde stichting niet urgent.
Blijkt het typische Waaggebouw te klein, dan zullen in den omtrek wel
huizen zijn te vinden om te voorzien in de behoefte aan meer ruimte.
Dr. de Man en de heer Scheltema bepleiten de aanneming der voor
dracht, zich grondende op den ieder Amsterdammer ingeboren eerbied
voor de historie zijner stede. En al acht laatstgenoemde het Nieuwer-
Amstelsche raadhuis niet bij uitstek gunstig gelegen voor archief, hij zal
toch met overtuiging voor de voordracht stemmen.
De voorzitter licht de voordracht nader toe. Het nieuwe archief neemt
in zulk een mate toe, dat indien niet binnen korten tijd in de behoefte
aan meer plaats wordt voorzien, de oudste archieven zullen moeten worden
opgeruimd of zóó opgeborgen, dat ze voor niemand bereikbaar zijn. Spr.
bestrijdt de meening, dat de inrichting van het nieuw aangewezen gebouw
ƒ150,000 zal kosten. Immers daarvan is zeker ƒ50,000 bestemd om
den tegenwoordig in het gebouw ondergebrachten politiepost, uitgebreid
301
tot afdeelingsbureau, elders in de nabijheid te vestigen, wat een halve ton
zal kosten.
Spr. zet de waarde uiteen vooral van het notarieel archief en dit op
grond ook van de verklaringen van de professoren Brugmans en Blok en
dr. Bredius. Maar het is thans nauwlijks bereikbaar en zal eerst als studie
materiaal aan zijn bestemming voldoen, indien men er de andere archieven
dadelijk bij heeft. De tegenwoordige bergplaats der notarieele protocollen
is eenvoudig een depót, en worden ze naar Haarlem vervoerd, dan zullen
ze ook daar eenvoudig worden opgeborgen. De benoodigde som ver
tegenwoordigt 3/4 cent per hoofd der bevolking. Als Amsterdam dit niet
over heeft voor zijn historie, zal het zich wreken in de toekomst. Ten
slotte verklaart nog de heer Schut zich voor de voordracht, omdat men
aan de behoefte aan meerdere archiefruimte toch niet ontkomt en de thans
aangeboden oplossing zeker niet de meeste kosten zal na zich sleepen.
Na repliek en dupliek wordt de voordracht aangenomen met 27 tegen
5 stemmen".
Bedrijfs-archieven. Men schrijft aan de N. Rott. Cour. (23 Mei
1909) het volgende:
„In den laatsten tijd wordt er in Duitschland veel geschreven over
de z.g. Wirtschafts-archive en de Betriebs-archive, die ten doel hebben
zooveel mogelijk historisch oeconomisch en statistisch materiaal te verza
melen en voor wetenschap en praktijk bruikbaar te maken. Vooral dr.
Tille en prof. Ehrenberg uit Rostock hebben zich veel met deze zaak
beziggehoudende laatste vooral in het door hem geredigeerde Thünen-
archiv, Organ für exacte Wirtschaftsforschung. In de onlangs
verschenen aflevering van genoemd tijdschrift komt onder meer een artikel
voor van dr. Burkenne, die tot het vormen van bedrijfs-archieven aanspoort
en als voorbeeld daarvan het archief van de reuzenfirma Krupp te Essen
beschrijft. Boven de z.g. Wirtschafts-archive heeft een bedrijfs-archief het
belangrijke voordeel, dat het in staat is een organisch geheel te vormen,
zooals juist de allereerste wetenschappelijke eisch van archiefinrichting is.
Beide dienen evenwel om te zorgen, dat voor de toekomst belangrijk
oeconomisch materiaal behouden blijvezoowel voor de wetenschap als
voor de praktijk (b.v. voor de in Duitschland reeds lang bestaande handels-
hoogescholen) is dit van veel gewicht. De wetenschap kan er reeds spoedig
voordeel van trekken bij het verschijnen van jubileum-uitgaven, die in
onzen tijd bijzonder in trek zijn, en het aanstaande honderdjarig bestaan
van de firma Krupp heeft dan ook de organisatie van het archief ter hand
doen nemen. Uit wetenschappelijk oogpunt hebben de in de laatste jaren
verschenen uitgaven van dien aard in Duitschland, naar B.'s meening,
vooral wegens gebrek aan materiaal maar al te veel te wenschen over-