188 om met de staatslieden der Bataafsche republiek te onderhandelen over het behoud der Bredasche goederen, een „sine qua non" voor 't bestaan van de abdij, doch die de Fransche gezant bij de Bataafsche Republiek wilde verkocht zien ten bate dezer laatste. Deze stukken zijn belangrijk ook voor de kennis van 't karakter der staatslieden, die Van der Schoor leert kennen. Verder behelst ze veel over kleederdrachten, insignes, gebouwen, alles toegelicht met platen. III. De geheele registratuur van het Hof des Overkwartiers te Roer mond. Resolutiën der Hooge Regeering aan het Hof gezonden. Resolutiën van het Hof, apostillen, leenakten van het Hof als leenhof enz. 1581 1794. Eenige bundels en over de 100 registers. IV. De registratuur der Rekenkamer van het Overkwartier, in 1867 met de Brabantsche vereenigd. V. Het archief van het bestuur der gereserveerde domeinen van het ambt Montfoort (in 1638 aan den Prins van Oranje als leen onder suze- reiniteit van den Koning van Spanje als Hertog van Gelder.) VI. Van den rentmeester der domeinen van de Staatsche landen van Overmaas. 18e eeuw. 19 registers. VII. Eenige archivalia van het klooster St. Elizabethsdal der Regu liere kanunniken van de Congregatie van Windesheim te Namen bij Roermond. VIII. Eenige stukken afkomstig van het adelijk dameskapittel te Susteren. IX„ Idem van de Dominikanen te Sittard. X. Idem van de Dominikanessen te Sittard. (De nos. VIII, IX en X behelzen meest rekeningen van de 18e eeuw van weinig belang.) XI. Eenige stukken van het Dominikanessenklooster Mariawee te Roermond. XII. Een vrij aanzienlijke hoeveelheid stukken van het Jesuieten-college te Roermond, 17e en 18e eeuw, van belang voor de historie van dit college. Verder nog enkele stukken van kerken en pastorieën in Limburg. Doch de heer Flament heeft het hierbij niet gelaten. In de Publications de la Societé historique de Limbourg gaf hij onder den titel van „Diplomen en charters der proostdij van Meerssen te Brussel in het Algemeen Rijks archiefde regesten van 88 oorkonden uit de jaren 968 1 Maart i) Flament. A. J. A., Diplomen en Charters der proostdij van Meerssen te Brussel in het Algemeen Rijksarchiefin de Publications de la Societé historique et archéologique du Limbourg XLII, Maastricht 1906 p. 473 -486. Vergl. verder het verslag over deze publicatie van H. Nèlis, in de Revue des Bibliothèques et Archives (1907) p. 362. De heer Flament had de welwillendheid mij verder mede te deelen, dat hij in 1894 in deze verzameling archivalia niet terugvond een in den Inventaris vermeld bewijs, dat Thomas a Kempis de »Imitatio" geschreven heeft. Blijkens eene los in de doos liggende aanteekening zou Pinchart, directeur of beambte van het Museum van Oudheden in de Porte de Hal, dit stuk of deze stukken uit de doos gelicht 189 1746. Onder het klein getal van dit groote „fonds", dat de Nos. 7037 7424 van den Inventaris „des Etablissements religieux" behelst, zijn alleen 20 stukken uit de 12e eeuw en daaronder weer 4 pauselijke bullen en twee keizerdiploma's van Conrad III en Frederik I, benevens een aantal oorkonden uitgaande van de bisschoppen van Luik. De mededeelingen van den rijksarchivaris in Limburg betreffende archivalia, afkomstig uit kerkelijke instellingen, worden bevestigd en aange vuld door het belangrijke opstel van A. de Hoop, „Apergu général sur les archives ecclesiastiques du Brabant" Hierin deelt onze ambtgenoot ons mede, dat dit archief alleen „contient des documents relatifs a 66 in stitutions religieuses ayant existé dans des localités actuellement incorporées a Ia France oü a la Hollande." De stukken betreffende het laatste hebben betrekking, behalve op het bisdom Roermond, op de kapittelkerken van Sittard en Susteren, op 16 kloosters en 18 parochies en vormen op zich zelve een behoorlijk archief. Immers het telt niet minder dan 599 dossiers, 296 registers, 51 cartons, 4 liassen, 100 charters en 2215 kopieën 2). Met voldoening kan ik verder mededeelen, dat wij binnen kort van de hand van den in onze kringen zoo bekenden en gewaardeerden J. Cu- velier een opstel te wachten hebben, getiteld Le fonds des Cartulaires et Manuscrits, berustende in het Rijksarchief te Brussel. Dank zij zijne nooit uitgeputte hulpvaardigheid, ben ik in staat de meest merkwaardige cartularia enz., die uit Nederland afkomstig zijn, hier te vermelden No. 12. Cartulaire de Hollande, Zélande et Frise. No. 12A. Cartulaire des villes de Hollande. No. 13. Documents concernant les pays de Hollande, Zélande, Utrecht, Overijssel et Lingen. No. 43B. Cartulaire de Delft. No. 98A. Cartulaire d'Egmont. No. 141, 141 bis 14IA. Cartulaires de la prèvöté de Meersen. No. 148A. Documents relatifs a la Congrégation de Windesheim. No. 150A. Cartulaire de l'Ordre de la Péniténce de St. Francois a Utrecht. Nog rest mij te vermelden eene belangrijke aanwinst van het Brusselsche Rijksarchief, die voor onze kerkelijke geschiedenis van zeer groot belang is. De heer H. Nelis, ambtenaar aan het Rijksarchief te hebben. Of Pinchart, die in den Messager des sciences historiques (uitgeg. door het Historisch-Archeologisch Genootschap te Gent) eene reeks opstellen schreef, getiteld: Archives de l'art, deze „bewijzen" ook hiervoor bestemd had, is niet meer uit te maken. Zeker is, dat die misschien zeer kostbare documenten thans jammer genoeg zoek zijn. Een terugvinden zoude zeer waarschijnlijk eene goede bijdrage zijn ter beëindiging van den strijd om het auteurschap van Thomas. Revue des Bibliothèques et Archives, 1905 p. 18 v.v. a) Vergl. 1. c. p. 40 de afdeeling: Hollande. Inventaires des «Etablissements religieux" no. 100.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1908 | | pagina 8