268 Nieuw archiefgebouw te Kopenhagen. Over het nieuwe gebouw voor het Rijksarchief te Kopenhagen valt het volgende te vermelden De Regeering diende bij den Rijksdag bestek en teekening van het nieuwe gebouw in met het voorstel om de noodige gelden beschikbaar te stellen. Dit plan, dat door den rijksarchivaris Dr. Secher met behulp van twee architecten was opgemaakt, vond evenwel heftige bestrijding bij de overige Kopenhaagsche architecten, die er op aandrongen, dat het werk zou worden opgedragen aan een door de vakvereeniging aangewezen architect. Doch Dr. Secher zette zich hier schrap tegen in. Hij bepleitte zijne zaak bij vele leden van den Rijksdag en bestreed die van de architecten in talrijke krantenartikels, met het resultaat, dat de Rijksdag ten slotte met zeer geringe wijzigingen zijn plan aannam. Voor de nieuwe inrichting is het thans door de Koninklijke Bibliotheek ontruimde gebouw beschikbaar gesteld, dat vlak bij het hoofdgebouw van het rijksarchief ligt en door opening van een toegemetselde deur hiermede verbonden kan worden. Op zijn beurt moet het rijksarchief eenige lokalen afstaan aan ministerieele bureau's. De rest wordt brandvrij ingericht, doch blijft overigens in denzelfden toestand. Maar het oude bibliotheekgebouw wordt geheel afgebroken en hiervoor in de plaats een nieuw archiefdepöt gesteld, dat op de volgende wijze ingedeeld zal worden. Het zal bestaan uit vier dubbelverdiepingen, door massieve vloeren gescheiden. Iedere dubbelverdieping wordt door roosters in twee étages van 2'2/3 M. verdeeld. Centrale verwarming wordt ingevoerd. De werkkamer voor het publiek zal 48 zitplaatsen kunnen bevatten. (Het tegenwoordig aantal beschikbare plaatsen, 30, is dikwijls geheel bezet.) Sommige ambtenaren krijgen afzon derlijke kamers. Bovendien worden de volgende vertrekken ingericht: een auditorium voor voorlezingen over paleografie en diplomatiek, een labora torium voor zaponeeren, zegelafgieten enz., een zaal voor tentoonstellingen en een boekbinderskamer. Voor de geheele inrichting, buiten de meubelen, boekenrekken enz., is een bedrag van 634.000 kronen toegestaan. Op zijn laatst zal in het voorjaar van 1911 het gebouw geheel en al in gebruik genomen moeten zijn. Met de aardbeving te Messina is natuurlijk ook de Koninklijke bibliotheek aldaar verloren gegaan. Er bestaat echter hoop, dat nog een groot deel van de zeer kostbare verzameling handschriften, waaronder een aanzienlijk aantal codices van klassieken, in niet te zeer beschadigden toe stand zal worden voor den dag gebracht. De jonge bibliothecaris der boekerij en zijn vrouw zijn bij de ramp omgekomen. N. R. C., 15 Januari 1909. 269 De giftige slangen, die in 1904 in het archief van de Cortes te Madrid werden gezien (Archievenblad XIII, blz. 172), schijnen zich thans tusschen de papieren van het Hoogerhuis te Lissabon op te houden. Men leze het volgende griezelige bericht in de Rotterdamsche Courant van 15 October 1908, Tweede Blad B „Eenigen tijd geleden werd te Lissabon verteld dat werklieden, die in het Hoogerhuis documenten hadden over te brengen, tusschen die documenten slangen hadden gezien. Er werd om het verhaal gelachen en men hoorde verder niet meer van de slangen. Maar nu dezer dagen alle documenten naar het archief van het Ministerie van binnenlandsche zaken gebracht zouden worden, kwam er plotseling een slang met een platten kop te voorschijn, die een werkman in de lip beet. De man stierf onder vreeselijke pijn binnen een half uur. Zijn lijk was heelemaal zwart ge worden en sterk opgezwollen. De slang is weer tusschen de documenten gekropen en nu is er niemand te bewegen met het sorteeren daarvan voort te gaan". Bij Kon. besluit van 5 Maart 1909 zijn benoemd, met ingang van 1 April, bij het Algemeen Rijksarchief te 's Gravenhage, tot hoofdcommies Th. Morren en W. G. Ross, beiden thans commies bij dat archief, en tot adjunct-commiesP. J. van Rosmalen, thans klerk bij dat archief.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1908 | | pagina 48