264 de Schutterij, het woonhuis van J. D. van der Capellen van de Pol en de tiendrechten der gemeente. Hier moge nog worden vermeld, dat wij voornemens zijn den ambtenaar de regeling en ordening op te dragen van het nieuw-archief der gemeente van 1813 1850, dat thans op de zolders van het stadhuis is geborgen en alsdan voor en na zal worden overgebracht naar de archiefruimte boven de trouwzaal. Dit archief heeft ten zeerste ordening en registreering noodig. Het komt ons voor, dat de werkzaamheden, die van den ambtenaar bij het oud-archief worden gevorderd, op een lijn zijn te stellen met die van een adjunct-commies ter secretarie, zoodat hem een bezoldiging moet worden toegekend, gelijk staand met dat van zoodanigen ambtenaar volgens de nieuwe regeling. Mitsdien stellen wij u voor: 1". het salaris voor den ambtenaar bij het oud-archief, te rekenen met ingang van 1 Januari 1909, vast te stellen op ƒ900; 2°. art. 18 in uitgaaf van de begrooting voor 1909 te verhoogen met 300 en een gelijk bedrag af te schrijven van art. 125 (onvoorziene uitgaven) dier zelfde begrooting. Zwolle, 6 Januari 1909." In de Prov. Overijsselsche en Zwolsche Courant van 2 Februari 1909 kwam naar aanleiding van dit voorstel het volgende ingezonden stuk voor met kantteekening van de Redactie „Naar aanleiding van 't voorstel van B. en W., betrekkelijk het salaris van den ambtenaar bij het oud-archief alhier, zou ik de stedelijke authoriteiten wel eens op 't hart willen binden eens een blik te slaan in den toestand, waarin ons stedelijk archief, een der belangrijkste van ons land, verkeert. 't Is een belangrijk archief, dat waard is een man der zake kundig als zijn chef te hebben, belangrijk niet alleen voor de wetenschap zonder meer, maar ook uit een utiliteitsoogpunt beschouwd. Hoe toch zal de stedelijke regeering er zelf voor komen te staan, wanneer ze eens een procedure heeft te voeren in een belangrijke zaak, waarvan waardevolle documenten in 't stedelijk archief aanwezig zijn, maar die niet te vinden zijn omdat de man, die dit archief in een goeden toestand kan brengen, ontbreekt? Zij zal 't onherroepelijk moeten verliezen wegens gebrek aan bewijsmateriaal. Hoe anders is het gesteld met andere archieven, zelfs in kleinere plaatsen, aan 't hoofd waarvan bekwame mannen staan. En hier te Zwolle is 't, op enkele minder belangrijke dingen na, een chaos, die reeds sedert langen tijd op ordening wacht. En hoe lang zal die chaos nog moeten wachten Totdat de stad belangrijke financieele nadeelen heeft geleden wegens het verliezen van een proces, dat gewonnen ware geweest, zoo de chaos in een net geordend archief ware omgezet Wij willen hopen van eerder. 265 Ontvang M. d. R. mijn welgemeenden dank, dat U mij in de gelegen heid hebt gesteld een zaak, die mijn sympathie heeft, zij 't dan ook maar in 't kort, voor onze patres conscripti te bepleiten. OBSERVATOR. (Gaarne voldoen wij aan het verzoek om bovenstaande te plaatsen. Er is reeds herhaaldelijk jaar op jaar bij het begrootingsdebat op gewezen, maar steeds zonder succes, ja zelfs zonder dat een raadslid zich genoopt voelde er iets over te zeggen. Het nu gedane voorstel zal misschien tot een nadere bespreking leiden. Red.)" Aanwinsten van het gemeentearchief te Leiden. Men schrijft ons uit Leiden: Dank zij de pogingen van den gemeente archivaris Mr. Dr. J. C. Overvoorde, zal het oud-archief eerstdaags in het bezit komen van een aantal belangrijke stukken, betrekking hebbende op kerken, kloosters enz. uit Leiden en omstreken, meerendeels van vóór de Hervorming. Deze stukken, tot voor 18 jaar bewaard in het aartsbis schoppelijk kapittel der Oud R. K. Clerezij en toen in bruikleen afgestaan aan het Centraal Rijksarchief te Utrecht, zijn thans met toestemming van genoemd kapittel door den Minister van Binnenlandsche Zaken voor onbe- paalden tijd afgestaan aan het oud-archief alhier, waar zij meer eigenaardig thuis hooren. Het zijn in het geheel 32 stukken, waaronder: Keurboek van Leiden 1545, le deel, Thesauriersrekening van Leiden 15601568, Rekeningen van de goederen van verschillende Weeshuizen te Leiden 1598—1648, Kapittel van de St. Pancras- en St. Pieterskerk, het St. Catharinagasthuis, lijst van geestelijke gestichten en adellijke huizen in en bij Leiden enz. Nieuwe Rott. Crt. 18 December 1908. Naar aanleiding van deze overdracht maakte priester P. M. Bots in de Residentiebode de opmerking, dat ook hier weder bewaarheid werd, hoe gestolen goed nimmer gedijtter illustreering liet hij er verder op volgen „Zie maar, naar de Sint Pieter- en naar de Sint Pancraskerk! Och, och, zonder subsidie zouden de bezitters dier eerst zoo vinnig inge palmde en mooie domkerken, ze nu, vrij zeker althans bij gedeelten, op hun neus krijgen. De liefde, weet ge, is weggegaan. Zoo heeft dezer dagen ook de stadsarchivaris, de heer Overvoorde, met goedvinden van den Minister van Binnenlandsche Zaken, een enorm archiefover het oude Leiden, van de Clerezie te Utrecht, binnengekregen. Prachtige dingen, maar alles, weet ge, over de Roomsche tijden, boekhouderijen van oude kloosters, registers der ridders en koorkanunniken van Sint Pieter en Pancras, kortom, een op zich zelf gezien, onwaardeerbare schat. Maar ook deze mostaard na den maaltijd gedijt maar slechtjeswant men heeft, N.B. Het .enorm archief, had ongeveer 1 Meter lengte. Red.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1908 | | pagina 46