242 dese gratificatie, als om sonderlinge redenen aen den suppliant toegestaen, niet sal mogen werden getrocken in eenige consequentie. In de documenten tot de resolutiën van Gecommitteerde Raden is nog gezocht naar eenige nader hierop betrekking hebbende stukken; zij zijn evenwel niet gevonden. Alleen het request van Scheurleer, dat trouwens in de resolutie van 29 Juni 1728 is opgenomen. P. G. B. Jaarsdagstijl te Alkmaar. Onlangs kwam in mijn bezit een notarieele copie (d.d. 13 Februari 1677, notaris C. van Heymenbergh) van familieaanteekeningen, gemaakt door Jan Gherijtszoon van Egmond van der Nijenburg, schout en meermalen burgemeester der stad Alkmaar, overleden 1523. De geboorte van een zijner kinderen memoreert hij aldus: „Eva mijn dochter is gebooren den XI dach in Januario anno XVC ende vijff, naer scryven der stede van Alcmaer, op eenen Saeterdach, smorgens recht voor vier uuren". Hieruit blijkt derhalve, dat de stad Alkmaar in het begin van de XVIe eeuw, in tegenstelling met het Hof, Jaarsdagstijl volgde. Daar de archivaris van Alkmaar, de heer Bruinvis, zoo welwillend was, op mijn verzoek mijn vermoeden te bevestigen, dat er over den te Alkmaar gebezigden stijl niets gepubliceerd was, leek het mij wenschelijk bovenstaand bekend te maken HENRI OBREEN. Boekbespreking. H. A. A. Delnoz. Handleiding voor het ordenen en inrichten van Gemeente-archieven. Groningen, Erven B. van der Kamp, 1908. Dit boekje bedoelt in hoofdzaak een leiddraad te geven bij de inrich ting van de gemeentelijke administratiën. Waar tot nu toe de stoot in die richting bijna steeds ten Noorden van het IJ gedaan werd, is het een verblijdend verschijnsel thans ook uit het Zuiden van ons land een teeken van leven te ontvangen. En dat maakt het begrijpelijk, dat de rijksarchi varis in Limburg volgaarne bereid was, het werk bij het publiek in te leiden. Hij doet dat in zeer waardeerende bewoordingen. Hooren wij slechts: „Het boekje is kort, duidelijk en zaakrijk. Drie onmisbare maar In het archief der Doopsgezinde gemeente te Rotterdam, berustende in het archiefdepot der gemeente Rotterdam, bevindt zich onder de afgeloste schuld- en rentebrieven (Inv. nr. 164) een schuldbrief, verleden voor Schepenen van Alkmaar en gedagteekendXXIIIen Martii anno XVC vijffentsestich, stilo communi. Red. 243 ook zeer aanbevelenswaardige eigenschappen voor een werk als dit. Daarbij is het op eene aangename wijze geschreven, wat ook zijne verdiensten heeft. Al is het boekje ook kort, het is echter de vrucht van studie, onder zoek en nadenken". Voor den dagelijkschen gang van zaken geeft de heer Delnoz inderdaad goede wenkenover het stempelen, de agendeering, de dateering der stukken, de inrichting van de agenda, van de klappers enz. enz. Waar hij over de ordening en bewaring der stukken spreekt, kan ik niet in alle opzichten met hem meegaan: in plaats van zijne omslagen „Verzamelde stukken" zou ik b.v. aan inbinden de voorkeur geven. Ook zijn bewering, dat het gemeente-archief uitsluitend uit inge komen en uitgaande stukken bestaat, vind ik niet' heelemaal juist. In het tweede hoofdstuk zegt de heer Delnoz heel beknopt zijn meening over de ordening van oudere stukken, of liever hij beveelt daar voor aan het systeem, dat in 1862 en 1863 door den heer H. M. Altino Koops te Spijkenisse in de Gemeentestem werd gepubliceerd. Hieromtrent wil ik den schrijver alleen in herinnering (of eventueel onder zijne aan dacht) brengen, dat er sinds dien over deze materie een boekje verschenen is, dat nog al eenigen opgang heeft gemaakt. Het heet „Handleiding voor het ordenen en beschrijven van archieven" en staat geadverteerd op den omslag van dit des heeren Delnoz eigen werk. Het wil mij nu voorkomen, dat waar de auteur een ander stelsel aanbeveelt, hij deze handleiding, die ook op de ordening van gemeente-archieven betrekking heeft, niet zoo maar klakkeloos, zonder een enkel woord van bestrijding, voorbij had mogen gaan. Doch de heer Delnoz beoogde met de opname van het stelsel van den heer Koops tevens het doen van nasporingen te vergemak kelijken in archieven, die volgens dat stelsel geordend mochten zijn. In dit opzicht zal het afdrukken wellicht van eenig nut zijn. Maar nog beter had de heer Delnoz mijns inziens gedaan, als hij dat stelsel eenvoudig onder de Bijlagen had opgenomen, om te dienen als historische bijdrage voor de ordening van gemeente-archieven. Van die Bijlagen gesproken, zij bestaan uit ANummers van provinciale bladen van Limburg, Zuid- Holland, Groningen, Friesland en Drenthe, 18561888, B: Aanschrij vingen van de Gouverneurs van Belgisch Limburg en Luik, 18651899, C: Nummers van het Mémorial du Grand-Duché de Luxembourg, 1856 1879 en D: Circulaire van den Franschen Minister van Binnenlandsche Zaken aan de Prefecten, van 20 Nov. 1879, met modellen van inventarissen. Al deze Bijlagen hebben betrekking op de ordening en bewaring van gemeente-archieven en geven, aldus verzameld, een gemakkelijk overzicht van hetgeen er op dat gebied in ons land en bij onze zuidelijke buren is tot stand gebracht. Rotterdam, Februari 1909. E. WIERSUM.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1908 | | pagina 35