202
Hoeven en te Oudenbosch, benevens processtukken uit de 13de_ 17de eeuw.
Men ziet, geen stukje uit de talrijke kloosters der „provinciae Frisiae" der
orde is daar te vindenslechts een enkel charter hierop betrekking hebbend
is te mijner kennis gekomen, n.l. het reeds vermelde document van 1343,
betreffende de abdij Aduard in de provincie Groningen.
De abdijen der Norbertijnen in België schijnen in de tijden der
Fransche revolutie niet zoo geleden te hebben als die der Cisterciensers,
getuige de drie bloeiende abdijen Park, Averbode en Tongerloo met hunne
aan Nederlandica rijke archieven.
Te Park, dat ik reeds vroeger bezocht, werden mij ook ditmaal op
de meest welwillende wijze inlichtingen gegeven door den R. P. archivaris,
den kanunnik Raphael van Waefelghem, den geleerden onder-voorzitter
van de Vereeniging der Belgische archivarissen. Hij deelde mij mede,
dat in de abdij Park verreweg het grootste gedeelte berust van het archief
der abdij Marienweerd bij Kuilenburg waarvan het ontbrekende gedeelte
jaren geleden werd aangekocht door de abdij Berne bij Heeswijk J).
Betreffende deze laatste en de vroegere abdij Oosterhout bevinden zich
daar eveneens archivalia; maar daar het archief nog niet geheel geordend
is, kan nog geen afdoend antwoord omtrent den inhoud gegeven worden.
Ik vermoed, dat in de correspondentie der vroegere abten, die in de tweede
helft der 16de eeuw in de „circaria Frisiae" eene invloedrijke rol spelen,
nog vrij wat te vinden zal zijn betreffende den toestand in de vroegere
kloosters der provincie Groningen en Friesland.
De abdij Averbode had in het hedendaagsche Nederland talrijke
bezittingen en over een aantal plaatsen het jus patronatus. Tot aan de
Fransche revolutie bezat zij het begevingsrecht over de parochiekerken van
Venlo, Blerik, Berkel en Hooge Mierde, en in vroegeren tijd ook o.a. over
die van Neer, Nunen en Buggenum.
Het ligt dientengevolge in den aard der zaak, dat het kloosterarchief
rijk moet zijn aan charters, die wel is waar niet van Nederlandschen oor
sprong zijn, maar toch op plaatsen van het hedendaagsche Nederland be
trekking hebben. Hoewel het archief nog niet geheel geordend is, zijn
volgens de welwillende opgave van den geleerden archivaris kannunik
Evers tot nu toe 365 oorkonden gevonden, en wel
11 betreffende Bergeik 14041623.
8 Bladel 1432—1668.
1 's-H ertogen bosch 1668.
Tot heden schijnt dit belangrijke archief aan de Noord-Nederlandsche
historici vrijwel onbekend gebleven te zijn. Fremery, J. de, Cartularium der abdij
Marienweerd, 's-Gravenhage 1890, vermeldt het niet.
Vergl. hierover het opstelBriefwisseling over het aankoopen van de over
blijfselen van het Marienweerdsche archief. Archief v. h. Aartsbisdom Utrecht 21
deel (1894) blz. 194.
203
4 betreffende Keizersbosch 1285— 1711.
1 KulenrodelöOl.
141 Mierde 1180—1788.
50 Roosteren 12271796.
100 Sterksel van de 13de— 18de eeuw.
49 Venlo 1246—1659.
Behalve deze archivalia betreffende Nederland, bezit de abdij de vol
gende archieven van oorspronkelijk Nederlandsche kloosters
1. het archief van het Vrouwenklooster te Keizersbosch bij Roermond1).
Omstreeks 1130 bij Averbode gesticht, werd het 1240 naar Keizersbosch
verplaatst, waar Averbode sinds lang een uithof benevens kapel bezat.
Het archief bevat
a. aan origineele charters op perkament:
36 uit de 13de eeuw. Het oudste d.d. 1224.
b. het Necrologium op perkament in folio, uit het begin der 14de
eeuw. Het is zeer waarschijnlijk begonnen tusschen de jaren 1300—1309.
c. het Necrologium in fol. op perkament, kopij uit de 16de eeuw en
bijgehouden tot aan de Fransche revolutie.
d. 5 banden in fol., op den rug gemerkt A tot E, verzameld en
gevormd door den vroegeren archivaris der abdij Averbode P. Stanislaus Joris.
Deze deelen bevatten, behalve een aantal origineelen, vele meestal
door notarissen gewaarmerkte afschriften van oorkonden, betrekking heb
bende op Keizersbosch.
e. Band in fol., bevattende processtukken uit de 17de eeuw betref
fende de paterniteit van Averbode over Keizersbosch.
Register in fol. op papier, behelzende aan den eenen kant Laet-
gedinghen, loopende over de jaren 1681 tot en met 1786; aan de andere
zijde „gighten ende guedinghen", loopende over de jaren 1670totenmet 1788.
g. Register in 4° op papier. Een soort cartularium, geschreven
omstreeks 1600.
h. Register in 4° papier, Cynsboek loopende over de 16de—17de eeuw.
i. Statuten voor het klooster van Keizersbosch, uitgevaardigd door
abt Halloint in 1776. Item door abt Salé in 1780.
Een deel der archieven van het klooster Keizersbosch berust in het Rijks
archiefdepót te Maastricht. Vergl. hierover de Verslagen van 's Rijks oude archieven
VIII (1885), blz. 80 v.v.
48 14de
26 15de
27 16de
33 17de
6 18de