192
catalogus der handschriften te excerpeeren, daar ze een ieder in elke
behoorlijke bibliotheek ter beschikking staan. Alleen wil ik hier er nog
speciaal de aandacht op vestigen, dat volgens vriendelijke mededeeling van
P. van den Gheyn hij zich voorstelt om de Nederlandica 2) in deel 9 van
zijn catalogus te beschrijven.
Een verslag betreffende Nederlandica in Belgische archieven zou niet
volledig zijn, wanneer de verslaggever geen bezoek had gebracht aan de
Bibliotheek van de Paters Bollandisten te Brussel. Gedachtig
aan de vriendelijke ontvangst en de aangename uren, die ik ettelijke jaren ge
leden in die bibliotheek heb mogen doorbrengen, toog ik dan ook ditmaal
naar de Rue des Ursulines, maar vernam daar, dat de PP. Bollandisten hunne
vroegere woning met eene ruimere buiten Brussel hadden verwisseld.
Wanneer ik nu desniettemin in staat ben om enkele mededeelingen te
doen aangaande die bibliotheek, dan dank ik die aan de bekende hulpvaar
digheid van den geleerden bibliothekaris van dit genootschap, Pater Hip.
Delehaye.
De eens ook aan handschriften van Nederlandschen oorsprong zoo
rijke boekerij bezit thans maar een betrekkelijk klein aantal handschriften.
De voornaamste betreffende de geschiedenis van Nederland zijn
M S. 6. Monumenta authentica Carmeli Geldriensis, XVIII eeuw.
MS. 11. Missale van Maastricht of van Utrecht, XV eeuw.
M S. 37. Stukken betreffende de generale kapittels der Reguliere
kanunniken van de Congregatie van Lateraan en van Windesheim (van
1619—1792).
MS. 71. Missale van Utrecht, XV eeuw.
M S. 206. Statuten van de kerk van Onze Lieve Vrouw te Maas
tricht, XVIII eeuw.
M S. 438. Chronicon Windeshemense, auct. Joh. Buschio.
Verder eenMemoriale nominum fratrum et benefactorum conventus
fratrum Minorum Ruraemundensium.
En: Vita Gerardi Magni (kopy der XVII eeuw).
Te Mechelen gold mijn bezoek hoofdzakelijk het Aartsbis
schoppelijke archief, dat tot mijn spijt dien dag door toevallige om
standigheden gesloten was. Wanneer ik wederom niettegenstaande dezen tegen
valler toch in de gelegenheid ben U belangrijke mededeelingen te doen, dan
dank ik die aan de buitengewone welwillendheid van den archivaris van
het aartsbisdom den kanunnik J. Laenen. ZijnZeerEerw. had de goed-
J. van den Gheijn, Catalogue des manuscripts de la Blbliothèque Royale de
Belgique. Bruxelles (6 dln.).
Vergl. ook het op blz. 10 noot 3 genoemde Verslag van Prof. Bussemaker,
waar op blz. 192197 eene reeks handschriften en archivalia vermeld worden, die
van belang zijn voor de geschiedenis der Noord-Nederlanden met betrekking tot
de Koningen van Spanje.
193
heid mij mede te deelen, dat het archief van het aartsbisdom nog maar
„ten ruwste" geordend is en dat nog geen inventaris er van bestaat. Dien
tengevolge kon ook onmogelijk nu reeds een eenigzins afdoend antwoord
betreffende Neerlandica in dit archief gegeven worden, te minder
omdat in dit archief dat van het vroegere bisdom Antwerpen
is opgenomen. Onder dit bisdom echter behoorden tal van Nederlandsche
gemeenten, van Bergen op Zoom tot en met Breda. Talrijke oorkonden,
betrekking hebbende op die plaatsen, berusten dan ook in de registers van het
archief van het vroegere bisdom Antwerpen. Het behoeft hier geen betoog,
dat een onderzoek naar die oorkonden alleen een werk van langen adem
zou zijn. De belangrijkheid van het archief van het bisdom Antwerpen
blijkt reeds uit de registers der kerkvisitatie van het dekanaat Bergen op
Zoom (16151720) en die van de kerkvisitatie van het dekanaat Breda
(1587 1757). Verder berusten in het aartsbisschoppelijke archief:
a. Vier registers akten van den apostolischen vicaris te 's-Hertogen-
bosch. 1744—1802.
b. Het „Diarium Ophovii", den laatsten bisschop van 's-Hertogen-
bosch.
c. Een register kerkvisitaties van het dekanaat Gheel, in het bisdom
's-Hertogenbosch. XVIIIe eeuw.
d. Twee cartons oorkonden, meest uit de XVe eeuw betrekkelijk de
Sint Janskerk te 's-Hertogenbosch.
e. Een carton oorkonden betreffende het Karthuizerklooster te Vucht.
Ten slotte maakt de heer Laenen mij nog opmerkzaam op het archief
der Zwartzusters van 's-Hertogenbosch (XIV—XVIIe eeuw)behoorende
aan de Zwartzusters van Antwerpen, maar dat tijdelijk onder hem te
Mechelen berust.
Gent met zijne talrijke betrekkingen tot de Nederlanden kon ik tot
mijn spijt niet bezoeken. Een mijner vrienden nam het op zich het
onderzoek in loco voor mij in te stellen. Hij ontving in het Staats
archief aldaar ten antwoord, dat er niets was. Later ontving ik van
den Staatsarchivaris op mijn schriftelijk verzoek van 1 Augustus den
27 Augustus het antwoord, dat het Staatsarchief te Gent geen speciaal fonds
betrekkelijk de Nederlanden bezat, maar dat in den gedrukten Inventaire
des Chartes des Comtes de Flandre par de Saint Genois documenten
beschreven waren betreffende de steden en de oude provincies van de
Nederlanden. Dit zou dus het antwoord zijn, waarmede ik U zou moeten
troosten, ware het niet, dat mij van vriendenhand de mededeeling gewerd,
Betreffende dit archief vergl. het opstel van R. d'Arvans, Les archives et la
bibliothèque communales de Malines, verschenen in de Revue des Blbliothèques et
Archives, 1903 p. 384—393.