94
Dit verslag wordt door Ons medegedeeld aan de beide Kamers der
Staten-generaal.
Art. 18. De rijksarchivaris en zijne plaatsvervangers, zoo die er zijn,
worden door Ons benoemd en ontslagen.
Hunne jaarwedden worden door Ons bepaald.
Zij aanvaarden hunne betrekking door het afleggen, in handen van
Onzen Minister van binnenlandsche zaken, van een door Ons voor te
schrijven eed.
Art. 19. De verdere beambten van het rijksarchief worden aangesteld
en ontslagen en hunne bezoldigingen geregeld door Onzen Minister van
binnenlandsche zaken.
Art. 20. Door Onzen Minister van binnenlandsche zaken worden,
zooveel noodig in overleg met de hoofden der andere betrokken Departe
menten van algemeen bestuur vastgesteld
de instructiën voor den rijksarchivaris en verdere beambten van het
rijksarchief
de belooningen, die de beambten van het rijksarchief zullen mogen
vorderen wegens de diensten, door hen anders dan in het openbaar
belang te verrigten,
de voorwaarden 2), waaronder, behalve in het openbaar belang, van het
rijksarchief, als zijnde eene verzameling voornamelijk mede tot bevordering
van wetenschappelijke nasporingen bestemd, gebruik zal kunnen worden
gemaakt.
Art. 21. De kosten van het rijksarchief worden door het rijk gedragen.
DERDE TITEL.
Van de provinciaal-archieven.
Art. 22. Het provinciaal-archief bestaat uit de stukken, die hebben
toebehoord aan de staatsligchamen, besturen en andere instellingen, die
op den 31 sten December 1813 J) waren vernietigd en waaraan de provincie
was opgevolgd, en voorts uit alle andere stukken, op het oogenblik van
de afkondiging dezer wet in het archief of ter griffie der provincie bewaard
wordende of later aldaar neder te leggen.
Art. 23. Het provinciaal-archief is tweeledig: administratief of
geschiedkundig.
Art. 24. Het administratief provinciaal archief bestaat uit de stukken,
in de provincie Limburg sedert de invoering der Grondwet van 1815, en
In overleg met de overige leden van den Ministerraad.
N.B.
95
in de andere provinciën sedert de invoering der Grondwet van 1814, die
niet als van bloot geschiedkundig belang kunnen worden beschouwd.
Art. 25. De eerste schifting tusschen de stukken van administratief
en van geschiedkundig belang wordt voltooid binnen vijf jaren na de
afkondiging dezer wet.
De stukken der laatste soort worden op last van Gedeputeerde Staten
met het geschiedkundig provinciaal archief vereenigd.
In het vervolg geschiedt dergelijke schifting, zoo vaak Gedeputeerde
Staten het bevelen.
Art. 26. Het administratief archief der provincie behoort aan de
provinciale griffie.
Art. 27. Het geschiedkundig archief der provincie bestaat uit de
provinciale archieven, die geen deel uitmaken van het administratief archief.
Op dezen regel wordt eene uitzondering toegelaten ten behoeve van
stukken, die op het oogenblik van de afkondiging dezer wet in de provin
ciale archieven bewaard worden, doch sedert den lsten Januarij 1814 uit
de fondsen der provincie zijn aangekocht.
Ten opzigte van deze stukken kan de provincie van de bepaling van
artikel 10 dezer wet gebruik maken; en zij zullen in dat geval als haar
bijzonder eigendom en niet meer tot de openbare archieven behoorende
worden aangemerkt.
Art. 28. Het geschiedkundig archief der provincie Zuid-Holland is
plaatselijk en onmiddellijk met het rijksarchief vereenigd.
De geschiedkundige archieven in de overige provinciën 1) zijn onder
deden van het rijksarchief, doch gevestigd in de hoofdplaats der provincie 2).
De tijdelijke verplaatsing daarvan naar elders kan echter om dringende
redenen door Onzen Commissaris in de provincie worden bevolen.
Art. 29. In elke provincie, behalve in de provincie Zuid-Holland,
waarin zijne werkzaamheden door den rijksarchivaris worden verrigt, is
een provinciale archivaris.
Art. 30. Het beheer over de geschiedkundige provinciale archieven
wordt, onder toezigt van den rijksarchivaris, door de provincale archiva
rissen gevoerd.
Art. 31. De provinciale archivaris is belast met het toezigt over alle
openbare, niet-administratieve archieven in de provincie.
Art. 32. De stukken, door den provincialen archivaris opgemaakt
N.B.
2) Waar de zetel van het gouvernement is (Haarlem, niet Amsterdam).