170
van dezen spreker rekening is gehoudenregisters, die slechts zelden wor
den gebruikt, zijn in het brandvrij lokaal ondergebracht, andere registers,
die af en toe moeten worden ingezien, zijn in een kist met slot gebracht,
terwijl die, welke dagelijks gebezigd worden, op de oude plaats zijn ge
bleven. Wanneer de archiefkwestie aan de orde komt, zal dit punt nader
onder de oogen worden gezien.
Archief der gemeente Vlaardingen. De raad besloot tot vaste
aanstelling van een archivaris. Behalve dezen eisch had de minister als
voorwaarde voor het behoud der oude rechterlijke archieven gesteld de
aanwezigheid van een brand- en vochtvrije localiteit. Aan dezen eisch
werd reeds voldaan. De aanwezigheid dier stukken werd geprefereerd
boven plaatsing in het rijksarchief, omdat dit de raadpleging zou bemoei
lijken. Dit werd van te meer beteekenis geacht, waar zich onder de oude
stukken bevinden de origineele akten, voor schepenen verleden, waarbij
gronden in erfpacht werden uitgegeven, waarvan de gemeente thans de
erfpacht ontvangt en ook die van overgang van onroerende eigendommen,
bij welke laatste ingezetenen der gemeente groot belang kunnen hebben.
(Orgaan van de Vereen, voor Gemeentebel. IV, no. 5.)
De in den laatsten tijd meermalen ter sprake gebrachte Verorde
ning op de heffing van legesgelden, enz. der gemeente T i e 1, vastgesteld
bij Raadsbesluit 17 Juni 1899 no. 4aa en goedgekeurd bij Koninkl. Besl.
20 December 1899 no. 12, laten wij hier volgen, voor zoover zij het
archief betreft.
Art. 1. Voor verrichtingen ter secretarie, aan het oud archief en aan
het bureau van den burgerlijken stand, zullen rechten geheven worden
naar het volgende tarief
Secretarie.
A. Voor afschriften of uittreksels uit registers of acten van ver
huring, verpachting of aanbesteding: Voor iedere bladzijde van 32 regels,
elke regel van 12 lettergrepen, de bladzijden en regels door elkander
genomen en gedeelten voor geheelen gerekend, ƒ0.15.
B. Voor opschriften enz.
Oud Archief.
F. Voor nasporingen in de doop-, trouw- en sterfregisters, loopende
over het tijdvak vóór de invoering van den burgelijken stand, berekend
per jaar, waarover de nasporing verlangd wordt, en voor de drie soorten
van registers gezamenlijk: 1. door den belanghebbende zelf ƒ0.15,
2. door een ambtenaar in dienst der gemeente f 0.40een gedeelte van
een jaar wordt voor een geheel gerekend.
O. Voor nasporingen in het oud archief, niet vallende onder letter F.,
171
na bekomen toestemming van den gemeente-secretaris, per uur: 1. door
den belanghebbende zelf 0.25 2. door een ambtenaar in dienst der
gemeente f 1 een gedeelte van een uur voor een geheel gerekend.
H. Voor afschriften of uittreksels uit de registers of stukken sub F
en G. bedoeld 1. indien die registers of stukken met goed leesbaar
schrift zijn geschreven, het recht sub A hierboven genoemd2. indien zij
met oud of moeilijk leesbaar schrift zijn geschreven per bladzijde berekend
als bij A 0.50.
Burgemeester en wethouders beslissen omtrent de soort van het schrift.
B u r g e r 1 ij ke Stand.
I. enz.
Art. 2. enz.
Art. 3. De rechten, vermeld in de letters F 1, G 1 worden
niet geheven voor nasporingen, waaromtrent aan burgemeester en wet
houders overtuigend is gebleken, dat zij enkel geschieden met weten
schappelijke doeleinden.
Art. 4. Deze verordening treedt in werking op den 1 Januari 1900.
Door de Vereeniging ,,'t Koggeschip" te Amsterdam is het
volgende rekest aan den Raad gericht
Amsterdam, 31 October 1908.
Aan den Gemeenteraad van Amsterdam.
De ondergeteekenden E. Vrugtman, G. Muller en A. J. van Laar,
respectievelijk vice-voorzitter, le secretaris en le penningmeester van
,,'t Koggeschip", Vereeniging ter bevordering van Amsterdamsche belangen
in het algemeen en van het vreemdelingenverkeer in het bijzonder, goed
gekeurd bij Kon. Besluit van 23 Juli 1902, ten deze sprekende namens
het Bestuur van bovengenoemde Vereeniging, geven met verschuldigden
eerbied te kennen
dat bij het Bestuur van ,,'t Koggeschip" meermalen klachten zijn
ingekomen over het feit, dat, krachtens gemeentelijke verordening, voor
het onderzoek in de oude Doop-, Trouw- en Begrafenisregisters in het
Stadsarchief bewaard, een niet onaanzienlijk bedrag aan leges wordt
gevraagd. Het tarief voor eene nasporing is n.l. 3.voor elk jaar
waarover het onderzoek wordt verlangd.
Door het vaststellen van een dergelijk hoog tarief wordt het onder
zoek van personen, die voor het samenstellen van eene genealogie of ten
bewijze van eenig recht, nasporingen in de oude kerkelijke registers hebben
te doen, vrijwel onmogelijk gemaakt.
Bij de behandeling der Begrooting in het vorig jaar heeft het Raads
lid, de heer Scheltema, reeds de aandacht op dezen misstand gevestigd,
terwijl de Rijksarchivaris in Zeeland, Mr. R. Fruin, deze aangelegenheid