130 Enkele maanden daarna werd de goedkeuring verzocht op den Staat van Oorlog te water voor het jaar 1631 waarvan, zooals de tabel uit wijst, alleen in het gemeentearchief te Rotterdam een exemplaar blijkt te zijn bewaard gebleven. Na 1631 vindt men van afzonderlijke Staten van Oorlog te water geen melding gemaakt en worden de bedragen ten be hoeve van de vloot over de Provinciën gerepartieerd, zoowel in den Ordinaris als in den Extra Ordinaris Staat van Oorlog aangetroffen. Bijzondere vermelding verdient nog de „Staet van de Artillerie voor den jaere 1677", welke in enkele archiefdepöts blijkt voor te komen en op 8 Januari van dat jaar aan hunne Ho. Mo. is ingediend, nadat in de Generale Petitie reeds „sommiere (was) aengeroert, dat omtrent de Artillerye in de voorgaande campagne sich hadden geopenbaert eenige irregulari- teyten en dat tot voorcominge van de inconvenienten daeruyt resulterende dienden uytgevonden te worden bequame precautiën". De Raad van State meent nu niet beter te kunnen doen dan voor te stellen, dat de „geheele train van de Artillerye worde geredigeert onder 6 geformeerde compagniën (en) de vordere officieren, specterende tot de ponten, stormbruggen ende diergelycke, gerengeert worden yder onder haer overhooft ofte capiteynen". Op dien grondslag wordt tevens een „Staet" gedresseerd en aan hare Ho. Mo. gepresenteerd, waarin het artilleriepersoneel „over de provinciën (is) verdeelt met sooveel accuratesse als mogelijk is geweest, naar advenant" van ieders quote. Evenwel zijn daarop alsnog niet „alle de officieren en de bedienten met expressie van derselven namen connen worden gebracht, doordien syn Hoocheyt alvoorens op de bequaemheyt van ieder derselver laet nemen exacte informatiën" 2). De voorhanden exemplaren van dezen „Staet van de Artillerie" be vatten dan ook slechts enkele namen, terwijl voor het jaar 1678 de nieuw georganiseerde artillerie in den Ordinaris Staat van Oorlog van dat jaar is opgenomen. Nog zij aangeteekend dat, vermoedelijk als gevolg van de Staten- resolutie van 20 September 1669, waarbij besloten werd om de Resolutiën te doen drukken, de Staten van Oorlog van de jaren 1670, 1671 en 1672 overal gedrukt voorkomen. Na laatstgenoemd jaar blijkt zulks alleen nog het geval te zijn met de Staten van Oorlog voor de jaren 1793 en 1794. Ten slotte moge het mij veroorloofd zijn den Rijksarchivaris in Groningen en den bestuurderen der onderscheidene vaderlandsche archief- 0 Resolutie der Staten-Oeneraal 17 November 1630. Missive van den Raad van State aan de Ho. Mo., d.d. 8 Jan. 1677. 131 depóts mijn bijzonderen dank aan te bieden voor de welwillende hulp bij het bijeenbrengen der voor dit overzicht noodige gegevens Groningen, September 1908. W. R. H. WAKKER. TABEL, aangevende de jaren over welke de Staten van Oorlog, voor handen in de daarbij genoemde bewaarplaatsen, vermeld worden te loopen, met aanduiding van het aantal aldaar respectievelijk aanwezige exemplaren. 1579. Alg. Rijksarch. 1 Zeeland 1586. 1 N.-Brabant 1587. 1 2) Amsterdam 1588. 1 1601. Alg. Rijksarch. 1589. i 1603. Groningen R. 1595. Alg. Rijksarch. 1 Amsterdam Groningen R. 2 1604. Alg. Rijksarch. N.-Brabant 1 Groningen R. Amsterdam 1 1605. Alg. Rijksarch. 1597. Alg. Rijksarch. 1 Groningen R. Groningen R. 1 1607. Alg. Rijksarch. N.-Brabant 1 Groningen R. Amsterdam 1 Groningen O. Rotterdam 1 Utrecht 1598. Alg. Rijksarch. 1 Zeeland Groningen R. 1 N.-Brabant N.-Brabant 1 Amsterdam Amsterdam 1 1608. Alg. Rijksarch. Rotterdam 1 Groningen R. 1599. Alg. Rijksarch. 1 Overijsel Groningen R. 1 Zeeland 1) Voor de volledigheid zal het gewenscht zijn hieraan toe te voegen, dat ook in onze openbare bibliotheken eenige Staten van Oorlog voorhanden zijn, n.l. in de Koninklijke Bibliotheek die over de jaren 1671, 1672, 1760 1770, 1772—1785, 1793 en 1794; in de Bibliotheek van de Rijksuniversiteit te Groningen die over de jaren 1675, 1676, 1687, 1695, 1697 en 1794; in de Bibliotheek van het Departement van Oorlog die over de jaren 1772, 1773, 1774, 1775, 1776, 1785 en 1794; in de Bibliotheek der Koninklijke Militaire Academie, die over de jaren 1595—1746 (zonder nadere specificatie opgegeven), terwijl de Bibliotheken der Universiteiten te Amsterdam, Leiden en Utrecht geen Staten van Oorlog bevatten. Deze opgaven heb ik te danken aan de welwillendheid der respectieve bibliothecarissen. 2) Deze zijn aangekocht op eene particuliere auctie en schijnen handschriften uit dien tijd te zijn. 3) Bovendien komen in dit archief nog voor 2 ongelijkluidende exemplaren van een onbekend jaartal, dat evenwel tusschen 1599 en 1607 moet gelegen zijn. n 1

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1908 | | pagina 28