106
tuin zal gezocht worden, of beter nog, dat het magazijn met een paar
verdiepingen zal verhoogd worden.
Brussel. J. CUVELIER.
Het nieuwe registratuur-stelsel bij de gemeente-administratiën.
Onder bovenstaanden titel heeft de heer J. A. Zaalberg, secretaris
der gemeente Zaandam, in opdracht van de Nederlandsche Vereeniging
voor gemeentebelangen, een brochure in het licht gegeven, waarin het
belang van het decimale stelsel, speciaal voor de gemeente-administratie,
wordt uiteengezet. In die brochure is tevens opgenomen een weerlegging
van de bezwaren, door mij op de Algemeene Vergadering van Archivarissen
in Nederland, 5 Juli 1907 te Kampen gehouden, tegen dat stelsel te berde
gebracht. Nu ik mij genoopt voel, den schrijver van antwoord te dienen,
zou ik mij, strikt genomen, tot dat gedeelte van de brochure, de Tweede
Afdeeling, kunnen bepalen. Maar tot beter verstaan van de zaak zij het
mij vergund om vooraf ook een enkel woord te zeggen over het boekje
in zijn geheel.
Het werk begint met een voorwoord van den schrijver, waarin deze,
zich verontschuldigend over het laat verschijnen zijner studie, eenige alge
meene inlichtingen ten beste geeft. Daarop volgt de heer Paul Otlet,
die in een zeer prijzend voorwoord de brochure bij het publiek inleidt.
Dan wordt in de Eerste Afdeeling een omschrijving gegeven van het
nieuwe registratuurstelsel, die, nadat weer de heer Otlet de eischen heeft
opgesomd, waaraan een goed registratuur-stelsel moet voldoen, grooten-
deels bestaat uit extracten uit het werk van den heer F. Michalski, „Leit-
faden für das Registratur-wesen und den allgemeinen Geschaftsgang der
deutschen Stadtverwaltungen". Verder wordt ons in deze afdeeling het
Ober-Hollabrunnerstelsel uiteengezet, dat in hoofdzaak overeenkomt met
het stelsel Michalski, terwijl zij voor het overige, naast eenige hoofd
stukken van den heer Zaalberg zelf, bestaat uit uittreksels uit het werk
van den heer W. H. Williams „Railroad Correspondence file".
Dan volgt de Tweede Afdeeling aan mijn adres, waarop ik straks
nader terug kom.
In de Derde Afdeeling worden onder den titel „Systematische inrichting
van de administratieve documentatie" verschillende bijdragen tot de studie
van het vraagstuk opgenomen, die alle uit het Fransch vertaald en van de
hand van den heer Otlet zijn. Eene daarvan is zelfs een uittreksel uit
een algemeene studie, die nog in bewerking is. Deze bijdragen worden
besloten met een naschrift van den vertaler, den heer Zaalberg, die
daarin gelegenheid vindt om den heer Otlet voor deze studiën hulde te
brengen.
107
Aan het eind van het werk heeft de heer Zaalberg ten slotte ver
schillende bijlagen opgenomen, in hoofdzaak bestaande uit modellen voor
dossier-opschriften, omslagen, kasten enz., eenige brieven van Duitsche
specialiteiten op administratief gebied en een korte omschrijving van het
decimale stelsel.
Ziedaar de inhoud van de geheele brochure.
Het staat niet aan mij te beoordeelen, of zij- aan de gestelde voor
waarden „kort en zakelijk en in den eenvoudigsten vorm" voldoet. Een
handleiding geeft zij, ook volgens hét oordeel van den schrijver zelf, zeer
zeker niet. „Zij zegt de heer Zaalberg, die in deze brochure meenden te
vinden een „handleiding voor de hervorming van de gemeentelijke registra
turen, zullen zich wellicht teleurgesteld achten. Het bestek van dit werkje
gedoogde niet een dergelijke uitvoerige beschrijving". Ook de juistheid van
deze laatste opmerking wil ik in het midden laten, ofschoon een handleiding
van een 80 pagina's de heer Zaalberg zal mij dit moeten toegeven
nu niet zoo heel beknopt behoeft te zijn Maar in elk geval wil ik
den schrijver doen opmerken, dat het een zonderlingen indruk maakt, hem
over gebrek aan plaats te hooren klagen, terwijl hij niettemin zoovele
bladzijden beschikbaar stelt voor de meeningen van personen, die niet
als specialiteiten op gemeentelijk administratief gebied mogen worden
aangemerkt; ik bedoel de heeren Williams en Otlet. Het zij verre
van mij, ook maar eenigszins te twijfelen of twijfel te willen verwekken
aan de bekwaamheid van deze beide heerenintegendeel de positie,
die zij innemen, wijst er reeds op, dat het geenszins de eersten de
besten zijn. Alleen ben ik er niet van overtuigd, dat de door hen
opgedane ervaring en door hen voorgestane meeningen voor ons van
zooveel waarde zijn, als de heer Zaalberg dat gelieft voor te stellen. De
heer Williams is onder-secretaris van een groote Amerikaansche spoorweg
maatschappij en heeft zich verdienstelijk gemaakt door de regeling van de
administratie dier maatschappij en door de uitgave van een werk, waarin
hij het zoogenaamde dossier-systeem en het decimale stelsel voor deze
administratie ten zeerste aanbeveelt. De heer Otlet is secretaris-generaal
van het „Institut International de bibliographie et de documentation" te
Brussel en toont zich te allen tijde bereidvaardig en slagvaardig om op
te komen voor de belangen van dat Instituut. Maar beide heeren hebben
met de gemeente-administratie weinig of niets uit te staan, en terwijl de
heer Williams zich beperkt tot zijn eigen vak en ook alleen daarover
zijn meening uitspreekt, breidt de heer Otlet daaTentegen zijn veld van
studie ver buiten de grenzen van dat Instituut uit. Ook op gemeentelijk
administratief gebied publiceert deze velerlei schrifturen, die blijkbaar door
De „Leitfaden" van Michalski beslaat zonder de modellen (Muster-Registra-
turplane) nog geen 70 bladzijden.