103
toeschouwers, dank zij de hoektorentjes, door de ongelijkheid der zijgevels
niet al te zeer gekwetst.
Treden we het gebouw binnen. Links de woning des portiers, rechts
een klein pakkamertje, vóór de groote trap en een gang met dubbele deur,
welke naar de leeszaal leidt. Deze zaal, die eene oppervlakte van circa
38.50 vierk. m. heeft (4.70 m. X 8-20 m-)> wordt langs den kant van den
hof door vijf groote vensters verlicht. Tegenover de drie middelste vensters
bevinden zich drie werktafels met minstens negen plaatsen. De tafel van
den bureeljongen bevindt zich tegen den muur, die het kabinet van den
adjunct-archivaris van de leeszaal scheidt. In eene groote boekenkast
worden de inventarissen en de referaatboeken geplaatst, alsmede de archief
stukken, welke gedurende verscheiden dagen moeten geraadpleegd worden.
Behalve door den bureeljongen wordt er ook door den adjunct
archivaris van uit zijn kabinet, door een glazen wand van de leeszaal
gescheiden, een wakend oog op de daar werkende personen gehouden.
Het kabinet van den adjunct-archivaris, 22.50 vierk. m. groot (4.70 X 4.80),
wordt door drie vensters verlicht. Daarnaast bevindt zich eene 14 vier
kante meter groote boekenkamer, voor boeken voor dagelijksch gebruik,
met een paar glazen kasten voorzien, waarin de zeldzaamste en mooiste
keuren en de afgietsels van zegels tentoongesteld zijn. Deze bibliotheek
staat ook in verbinding met het kabinet van den archivaris, dat dezelfde
oppervlakte als dat van den adjunct-archivaris heeft. Dank zij een ijzeren
wenteltrap kan de archivaris rechtstreeks van zijn bureel in het depót
of magazijn komeneene andere deur komt uit op de gang, die de
bureelen van den gevel aan de Schorpioenstraat scheidt, zoodat de bureelen
zoowel tegen het straatgerucht als tegen de soms al te heete zonnestralen
gevrijwaard zijn.
Aan den ingang hebben we straks het pakkamertje aan onze rechter
zijde gelaten. Wanneer het archief eene aanwinst krijgt, worden de
kisten voorloopig in dit pakkamertje gezet. Daar worden de stukken
gereinigd alvorens naar de daarnaast liggende sorteerkamer gedragen te
worden. In deze vindt men eene groote kast, zooals men er in de post
kantoren aantreft, met een dertigtal vakken (25 cm. breed, 20 hoog en
40 diep), waar chronologische of alphabetische sorteeringen zeer gemak
kelijk kunnen plaats grijpen. In het pakkamertje treft men nog een
hijschtoestel aan, dat de zware stukken tot op de tweede verdieping brengt.
De voornaamste ijzeren trap leidt naar het magazijn en naar den zolder.
In de hoektorentjes treft men een paar ijzeren wenteltrappen aan, welke
het verkeer nog vergemakkelijken.
Werpen wij nu een blik op het eigenlijke depót of magazijn. De
eerste verdieping, 2.50 m. hoog, is in drie zalen verdeeld. Op eene
breedte van 6.50 m. hebben deze respectievelijk 11, 10 en 10 meter