4 Cuvelier, J., sous-chef de section aan het rijksarchief, te Brussel. Goovaerts, A., oud-algemeen-archivaris van België, te Brussel. Grove, G. L., ambtenaar aan het rijksarchief, te Kopenhagen. Keussen, Dr. H., adjunct-archivaris aan het stedelijk archief, te Keulen. Stein, H., archiviste-paléographe aan de Archives nationales, te Parijs. Vittani, G., ambtenaar aan het rijksarchief, te Milaan. Westrin, Dr. Th., archivaris, te Stockholm. De zeventiende jaarvergadering, gehouden te 's-Hertogenbosch op 2 Juli 1908. De jaarvergadering, den 2den Juli in het Rijksarchief te 's-Hertogen bosch gehouden, werd bijgewoond door vijftien gewone leden en een buitengewoon lid. Na opening door den Voorzitter hield deze zijne gewone jaarlijksche toespraak, waarin de lotgevallen van het afgeloopen jaar werden herdacht. Op voorstel van Mr. P. G. Bos stelde Mr. Muller zijne rede voor het Archievenblad beschikbaar. Daarna bracht de commissie voor het nazien der rekening bij monde van den heer Van Gelder rapport uit over de rekening van den penning meester Jhr. Mr. J. A. Feith, die onder dankzegging voor zijn nauwgezet financiëel beheer gedechargeerd werd. Aan haar rapport knoopte de com missie eene beschouwing vast over den langzamen maar zekeren achteruit gang van den financiëelen toestand onzer Vereeniging. Een toestand des te verontrustender, omdat de administratie op de meest zuinige manier gevoerd wordt en de bestuursleden bovendien alle uitgaven voor reis- en verblijfkosten voor eigen rekening nemen. Daarom geeft de commissie in overweging om de contributie te verhoogen en te trachten een voordeeliger contract met den uitgever van het Archievenblad te sluiten. Op voorstel van het Bestuur werd dit rapport in zijne handen gesteld om daarover in de volgende jaarvergadering advies uit te brengen. In den loop van het jaar ontvielen ons door den dood de leden Telting en Rutgers, terwijl de heer Vorsterman van Oyen voor het lidmaatschap bedankte. Als nieuwe leden traden toe de heeren Baart de la Faille, Beth, De Jonge van Ellemeet, Meilink en De Waard. Bovendien werd op voorstel van het Bestuur als correspondeerend lid benoemd de heer Vittani te Milaan. De commissie voor het samenstellen van een ontwerp van wet tot regeling van het Nederlandsche archiefwezen werd, nu hare taak was afgeloopen, onder hartelijke dankbetuiging, in het bijzonder aan de buiten gewone leden Mrs. Gratama en Heeres, gedechargeerd. 5 Het Bestuur van het in 1910 te Brussel te houden congres voor Bibliographie en Archiefwezen verzocht het Bestuur onzer Vereeniging om medewerking, die gaarne was toegezegd, nadat de mededeeling ontvangen was, dat het gebruik der Nederlandsche taal als congrestaai vrijstond. Het Bestuur verklaarde zich zelf bereid -om op te treden als de commissie van voorbereiding en van onderhandeling met het Hoofdbestuur, doch verzocht machtiging om zich eenige bibliothecarissen te adjungeeren. Conform dit voorstel werd besloten. Twee verzoeken om ruiling van werken met ons orgaan werden toegestaan. Het waren die van de Société d'émulation te Brugge en van de Redactie van het nieuwe tijdschrift „Archivum Franciscanum Historicum", uitgegeven te Quaracchi bij Florence. Als plaats voor de volgende jaarvergadering werd, in overleg met het Bestuur van den Oudheidkundigen Bond, Alkmaar gekozen, terwijl voor het nazien van de volgende jaarrekening benoemd werden de heeren Bruinvis en Gonnet. Vervolgens had de stemming voor een nieuw bestuur plaats, waarvan de uitslag was, dat als secretaris werd benoemd de heer Fruin, die na het overlijden van mr. Telting het secretariaat had waargenomen; overigens werden de bestuursleden in hunne zelfde functiën herkozeneen nieuw zesde bestuurslid werd niet benoemd. Daarna hield de heer Bos zijn aangekondigde lezing over „Het register van het oud-archief van Groningen", die met aandacht gevolgd en aan het slot zeer toegejuicht werd. Eenige nadere inlichtingen werden gevraagd door de heeren Muller, Fruin en Bondam en door den spreker verstrekt. Tevens bood deze zijn lezing aan den redacteur van het Archievenblad ter opname aan. Met een woord van dank aan den spreker sloot de Voor zitter de vergadering. Een gezamenlijke wandeling door de stad, een bezoek aan het gebouw der lllustre Lieve Vrouwe-broederschap en een gemeenschappelijke maaltijd in de sociëteit Casino besloten den dag. Toespraak van den Voorzitter. Lange jaren is het stil geweest op het kleine terrein, dat ons arbeidsveld is. Maar thans plotseling is het weder wat rumoerig geworden. Onze gewezen ambtgenoot mr. de Blécourt is, als een ridder zonder vrees of blaam, welgeharnast te velde getrokken tegen het gemeentebestuur van Groningen, en heeft aan het achtbare college in vrij krasse termen ver weten, dat zijne houding tegenover het archief der gemeente niet was zooals het behoorde. Men kent de aanleiding tot den aanvalmr. de Blécourt, die een boek CORRESPONDEERENDE LEDEN

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1908 | | pagina 7